Voor u uitgelegdDuitsland
Duitsland wacht een historische formatie na verkiezingswinst SPD, hoe gaat het nu verder?
Het einde van zestien jaar Merkel, een politieke machtswisseling, en mogelijk de eerste nationale regeringscoalitie met meer dan twee partijen sinds de jaren vijftig: Duitsland wacht een historische formatie, waarbij zelfs de verliezer het initiatief kan nemen. Vijf vragen over de Duitse regeringsvorming.
Wie benoemt de Duitse formateur?
Niemand: er is geen formateur. Daags na de verkiezingen beginnen de Sondierungsgespräche, afgeleid van het woord sonde. Dat zijn verkennende gesprekken waarbij iedereen het initiatief kan nemen: alle partijen kunnen met alle andere partijen praten over mogelijke coalitievorming, minderheidssteun, of andere samenwerkingsvormen. Dat kan binnen één proces, maar er kunnen ook meerdere groepsgesprekken parallel aan elkaar plaatsvinden. Vandaar dat CDU-leider Laschet zondag, na een historische verkiezingsnederlaag, meldde dat zijn partij graag het initiatief zou nemen bij de regeringsvorming.
De grote verliezer wordt toch geen bondskanselier?
Dat is nog maar de vraag. De zogeheten Ampelkoalition of verkeerslichtcoalitie ligt in eerste instantie het meest voor de hand. Rood voor de SPD, groen voor de Groenen, en geel voor de liberale FDP. Deze ‘winnaarscoalitie’ – alle drie de partijen kregen (fors) meer stemmen dan vier jaar geleden – heeft een ruime meerderheid. Maar verliezer CDU kan óók met de Groenen en FDP een meerderheid vormen, zij het nipt. Dus die laatste twee kunnen forse versierpogingen van zowel CDU als SPD tegemoet zien, en kunnen op hun beurt met eigen eisen heen en weer pendelen tussen de christendemocraten en de sociaaldemocraten. CDU-leider Laschet heeft FDP-leider Lindner al gebeld, en de Groene minister-president van deelstaat Baden-Württemberg zei vandaag dat de SPD niet hun natuurlijke partner is.
Bijzonder is ook dat de FDP en de Groenen hebben aangekondigd eerst met elkaar te gaan praten, in plaats van beide afzonderlijk met de twee grote partijen. Dat is zeer ongebruikelijk, en laat zien hoe uniek deze verkiezingsuitslag is. Voor het eerst sinds de jaren vijftig is een coalitie van meer dan twee partijen vrijwel zeker het resultaat. De kans dat de SPD en CDU het toch weer samen proberen is piepklein, maar niet nihil. In dat geval zoeken ze hoogstwaarschijnlijk een derde partner.
Als de partijleiders eruit zijn, dan verdelen ze de ministeries en levert de grootste coalitiepartij de kanselier?
Nee. Als twee (de CDU/CSU en SPD hebben nét meer dan de helft van de zetels, volgens de voorlopige uitslagen) of meer partijen besluiten samen te regeren, volgen formele formatiegesprekken waarbij commissies onderhandelen over specifieke thema’s en posten. Het resultaat is een ‘coalitieakkoord’, vergelijkbaar met ons regeerakkoord. Zij nomineren een kanselierskandidaat, gewoonlijk de leider van de grootste coalitiepartij. Daar moet het parlement over stemmen, waarbij een absolute meerderheid van alle parlementsleden nodig is, niet alleen van de aanwezigen. De bondspresident, het formele staatshoofd, draagt de kandidaat voor.
Als er geen overeenstemming is, volgt na twee weken een tweede stemronde. Als dat niks oplevert, vindt een derde stemming plaats waarbij de bondspresident de kandidaat met de meeste stemmen kan aanwijzen om een minderheidsregering te vormen, of nieuwe verkiezingen kan uitroepen. Dat is hoogst onwaarschijnlijk: sinds 1949 is de kanselier altijd bij de eerste stemmingsronde gekozen.
Dat klinkt tamelijk ingewikkeld. Gaat het dan nog lang duren?
Een belangrijke factor die het geheel toch wat overzichtelijker maakt en coalitievorming ten goede komt, is de Duitse kiesdrempel van 5 procent. Een partij komt pas in het parlement als die minimaal 5 procent van de stemmen haalt. Andersom, als een partij minder dan 5 procent haalt, wordt die straks uit het parlement verwijderd. Dat overkwam de FDP in 2013, en overkomt Die Linke nu, voor het eerst sinds 2002 (al mag de partij haar zetels houden als Gruppe, met minder spreekrechten en financiering dan een Fraktion, omdat ze in meer dan drie kiesdistricten de lokale stem won).
Lees ook
De Duitse democratie moest onverwoestbaar worden, maar het kiesstelsel is wel bijzonder ingewikkeld. Zo stemmen onze buren vandaag
De kiesdrempel is opgenomen in de Duitse grondwet uit 1949, en bedoeld om fragmentatie van het parlement te voorkomen. De Republiek van Weimar, zoals Duitsland van 1918 tot 1933 heette, bestond tegen haar einde uit tientallen partijtjes die elkaar de tent uitvochten, regeren onmogelijk maakten, en zo de weg plaveiden voor een machtsovername van de nazipartij. Anno 2021 zorgt de kiesdrempel voor een overzichtelijk parlement, met slechts zeven partijen. Zes, eigenlijk: de CDU en Beierse CSU vormen één blok, de Union.
Welke rol speelt de achterban van de partijen?
Een heel belangrijke. De Groenen houden op 2 oktober een partijcongres waarbij leden moeten bepalen welke richting ze uit willen in de Sondierungsgespräche. De SPD doet hetzelfde. Na de verkiezingen van 24 september 2017 verkeerden de partijen vier maanden lang in een politieke impasse, voordat met zuchten en steunen de CDU en SPD besloten samen te regeren. Maar toen was het woord nog aan de verdeelde SPD-achterban van 460.000 leden, die per brief moesten stemmen over de voorgenomen coalitie. Dat is niet wettelijk verplicht, maar wordt de laatste jaren steeds gebruikelijker. In 2017 leverde dat nog een maand vertraging en nagelbijten op. Op 4 maart stemde de SPD-achterban uiteindelijk voor deze GroKo, of grote coalitie.
De partijleiders benadrukten zondagavond dat ze van het verleden geleerd hebben, en sneller zullen werken. SPD-leider Olaf Scholz zei er alles aan te doen om voor Kerstmis een nieuwe regering te hebben. “Een beetje eerder zou ook goed zijn.”