Stel: u zwaait 2019 zo uitbundig drinkend uit dat u op 1 januari ontwaakt en zich de nacht voordien nauwelijks nog herinnert. Een onschuldige black-out, of kun je je geheugen ook écht wegdrinken, met een verhoogd risico op dementie tot gevolg? En riskeren de ruim tweeduizend jongeren die elk jaar door alcoholmisbruik op onze spoedafdelingen belanden, blijvende hersenschade?
Pierre* (64) greep een aantal jaar geleden naar de fles om te vergeten.
Pierre: “Ik kwam erachter dat mijn vrouw een verhouding had met een andere man. Ik werkte als vrachtwagenchauffeur, en had op een dag verlof genomen omdat ik vóélde dat er iets aan de hand was. Ik heb hen toen thuis betrapt, en heb haar gezegd: ‘Buiten.’ In de acht maanden daarna zag ik ook mijn twee kinderen niet meer. En toen is het begonnen: ik raakte op de dool en begon te drinken. En geen bier, hè, maar alcool: whisky, cognac… Ik at ook veel minder, kon niks meer binnenhouden. Op den duur woog ik nog maar 38 kilo, terwijl ik er nu 70 weeg. Ik vergat ook alles, ik wist zelfs niet meer welke dag het was. Het verschil tussen dag en nacht wist ik nog wel. Maar of het nu maandag, dinsdag of woensdag was: dat niet meer. Uiteindelijk werd ik opgenomen.”
De diagnose was duidelijk: Pierre leed aan het syndroom van Korsakov, een ziekte die het geheugen van alcoholici aantast, en belandde in het Universitair Psychiatrisch Centrum Sint-Kamillus in Bierbeek, bij Leuven, waar een speciale afdeling is voor zijn problematiek.
Voluit moeten we eigenlijk spreken van het syndroom van Wernicke-Korsakov.
Bart Schepers (klinisch psycholoog in Sint-Kamillus en korsakovspecialist): “In de eerste fase, die van Wernicke, is men psychisch volledig ontregeld en gedesoriënteerd: men slaat wartaal uit, is onrustig en soms ook verbaal agressief. Er zijn ook fysieke verschijnselen, zoals slecht stappen. In die fase komen patiënten zoals Pierre hier in een zeer verwarde toestand aan. Er telt dan maar één ding: vitamine B1 toedienen, want het is het tekort daaraan dat de verwarde toestand veroorzaakt.”
“Van de wernickepatiënten die wij hier over de vloer krijgen, komt 10 procent er na enkele weken of maanden weer helemaal bovenop. De overige 90 procent worden dan de korsakovpatiënten. Zij hebben blijvende schade aan de hersenen, die licht, matig of zwaar kan zijn. Wie zware schade oploopt, heeft levenslange verzorging nodig.”
Welke problemen ondervinden mensen met korsakov zoal?
Schepers: “Problemen met het geheugen, met de oriëntatie en met planning. Er kan ook sprake zijn van zogenaamd ‘decorumverlies’, het verlies van gêne. De zieke beseft dan bijvoorbeeld niet dat hij zich niet heeft gewassen, dat hij vuile kleren draagt of dat een opmerking niet gepast is.”
“Patiënten hebben er moeite mee om nieuwe informatie op te slaan. Dingen van vóór de hersenbeschadiging herinneren ze zich doorgaans wel nog, al kunnen er ook daar leemtes zijn. Die vullen ze dan vaak op met onbewuste verzinsels. Dikwijls zijn die heel aannemelijk en moet je een paar keer met een patiënt gepraat hebben voor je doorhebt dat hij dingen vergeet. Maar als de patiënt niet meer drinkt, zal het geheugen niet verder aftakelen, een belangrijk verschil met alzheimer.”
Vergeten ze ook welke ziekte ze hebben?
Schepers: “Ja. Een verspreking die we al weleens horen, is dat ze gorbatsjov hebben.” (lacht)
Valt zo’n geheugenstoornis nog te behandelen?
Schepers: “Nee, de therapie is gericht op met een agenda leren werken, zodat de patiënt zelfstandiger kan worden en zijn levenskwaliteit kan stijgen. We leren patiënten dagelijkse vaardigheden aan, zoals naar de supermarkt gaan of de was doen. Omdat hun oriëntatievermogen beschadigd is, gaat dat gepaard met plannetjes en routebeschrijvingen. Een strakke dagindeling is heel belangrijk, want dikwijls weet men niet meer welke dag of welk jaar het is. Vaak vullen we de agenda tot op het halfuur nauwkeurig in. Daarnaast bevat zo’n agenda belangrijke informatie, over de evolutie van het ziektebeeld.”
“En natuurlijk werken we ook rond alcohol. Een patiënt als Pierre komt iedere voormiddag naar ons centrum en moet telkens blazen als hij binnenkomt.”
Pierre, hoe vul jij je uren in Bierbeek?
Pierre: “Ik dek de tafel voor de andere patiënten en maak de vaatwasmachine leeg. Na het middageten neem ik de bus naar huis. Ik woon alleen, maar iedere week komt iemand van de organisatie kijken of het proper is. Dat lukt me: poetsen, de was doen... Ik kan dat allemaal zelf.”
Hoelang heb je al korsakov?
Pierre: “Dertig jaar. Ik heb dat gekregen door de drank, hè, ik was verslaafd.”
Dus op je 34ste kreeg je korsakov?
Pierre: “Nee, pas later. (denkt na) Ik was al in de 40.”
Heb je nu nog last van geheugenproblemen?
Pierre: “Het is verbeterd. Vroeger vergat ik afspraken, alles.”
Weet je welk jaar het nu is?
Pierre: “2014.”
Het is al 2019.
Pierre: “19! Jaja, 19.”
En welke maand is het nu?
Pierre: “November.”
Het is al december.
Pierre: “Ja, maar nog niet zo lang, hè.”
Onder de radar
De typische leeftijd van een korsakovpatiënt is 55 à 60 jaar.
Schepers: “Oudere mensen zijn kwetsbaarder voor de ziekte. De vergrijzing zorgt dus voor een toename van wernicke-korsakov.”
Blijkbaar ziet men tegenwoordig ook steeds jongere gevallen.
Schepers: “In Ierland en Nederland worden er inderdaad meer jonge gevallen gerapporteerd. De jongste patiënt die we hier al hebben gehad, was 38 jaar, een uitzondering. Naast een stijging van het alcoholgebruik is één van de verklaringen voor die verjonging dat er steeds meer alleenstaanden zijn in onze maatschappij: zelfverwaarlozing is een belangrijke oorzaak. Ook bij daklozen komt de ziekte daardoor vaak voor, en dat is een groep patiënten die heel erg onder de radar blijft.”
Uit welke lagen van de bevolking komen korsakovpatiënten verder nog?
Schepers: “Dat varieert erg. Een patiënt kan een arbeider of werkloze zijn, maar evengoed een advocaat die al jaren onopvallend drinkt, na een echtscheiding in een depressie terechtkomt en zich dan helemaal laat gaan.”
“90 procent van de patiënten heeft wel een voorgeschiedenis van minstens tien à vijftien jaar drankmisbruik, maar de ziekte slaat, zoals gezegd, vaak pas toe wanneer iemand er alleen voor komt te staan. Zo hebben we hier een man gehad die sowieso al dronk, maar die nadat hij zijn partner in een woningbrand verloor, nog meer ging drinken, waardoor hij de ziekte kreeg. Maar evengoed is hier een ingenieur opgenomen die nooit had gedronken, tot hij zijn werk verloor, zijn vrouw hem verliet en hij in een depressie belandde. Nadat hij was hersteld, testte die man nog altijd een IQ van 135, maar zijn geheugen was beschadigd, alsof korsakov het chirurgisch verwijderd had.”
Is wernicke-korsakov een mannenziekte? Alleenstaande vrouwen kunnen doorgaans beter voor zichzelf zorgen.
Schepers: “Per vijf mannen zien we inderdaad maar één vrouw met korsakov. Daardoor líjkt het een mannenziekte, maar vrouwen zijn fysiek veel gevoeliger voor het syndroom, en bijgevolg zijn vrouwelijke patiënten er dikwijls veel erger aan toe dan mannen.”
Klaas Arts (gedragsneuroloog van de korsakovafdeling van het Vincent van Gogh Instituut in Venray): “Vrouwen lopen doorgaans sneller leverschade op dan mannen – het gestel van vrouwen is nu eenmaal kwetsbaarder.”
Pierre, werd er in je jeugd veel gedronken in je omgeving?
Pierre: “Eigenlijk dronken we thuis allemaal. Vroeger kwamen we iedere vrijdagavond samen, met mijn drie broers en vier zussen, bij mijn ouders thuis. Dan dronken we met gemak vier bakken bier leeg. Twee zussen van mij hebben zich moeten laten opnemen voor een alcoholverslaving. Ook mijn vader dronk geweldig veel.”
Dus eigenlijk heb je altijd al gedronken?
Pierre: “Ja, maar met mate: tussendoor eens een pintje. In de acht maanden nadat ik mijn vrouw betrapt had, was dat anders: toen moest ik al van ’s morgens vroeg drank hebben, anders functioneerde ik niet.”
Had je ooit gehoord van korsakov?
Pierre: “Nee, ik wist niet dat dat bestond. Ik zou iedereen ervoor willen waarschuwen.”
Plakjes brein
De Russische psychiater Sergej Korsakov ontdekte het syndroom al in 1887, maar toch blijft het een weinig bekende aandoening. Zou het kunnen dat we meer korsakovpatiënten kennen dan we denken? Misschien heeft die ‘zatte nonkel’ die wat ‘vergeetachtig’ werd met het ouder worden, eigenlijk korsakov.
Schepers: “Dat zou kunnen. Ik vind korsakov een onderschatte ziekte, ook de impact ervan. Ze vergt enorm veel van de omgeving van de patiënt. Men spreekt van zevenduizend patiënten in België, maar dat is slechts een schatting. Het moeten er meer zijn, want korsakovpatiënten zijn vaak zorgmijders: ze gaan niet naar de dokter.”
Arts: “Artsen missen de diagnose ook vaak. Bij wernicke in meer dan 80 procent van de gevallen. Een probleem is dat de drie symptomen – een zwalkende gang, gestoorde oogbewegingen en verwardheid – slechts bij een klein aantal patiënten voorkomen. Wernicke wordt weleens verkeerdelijk voor een delirium aangezien, en oudere patiënten krijgen vaak onterecht de diagnose alzheimer.”
“Na de dood, bij een autopsie, is het wel heel makkelijk om de diagnose te stellen: als je het brein in plakjes snijdt, zie je puntbloedingen. Die vind je niet in het brein van een alzheimerpatiënt. Zo vinden we die 80 procent. Autopsies hebben zelfs aangetoond dat 1 procent van de wereldbevolking ooit wernicke heeft gehad.”
Schepers: “We zien hier in Bierbeek ook korsakovpatiënten bij wie de wernickefase zich niet duidelijk manifesteert, of die meerdere lichte en dus onopvallende wernickeepisodes hebben doorlopen. Er leiden dus meerdere wegen naar korsakov.”
“Vaak is er ook sprake van gecombineerde hersenschade. Aangezien 90 procent van de korsakovgevallen een voorgeschiedenis van minstens tien jaar drankmisbruik heeft, hebben sommige patiënten ook al andere, alcoholgerelateerde hersenschade.”
Wat voor hersenschade lopen alcoholisten nog op?
Arts: “Velen kampen met leverschade, wat ook tot hersenschade kan leiden, dikwijls met concentratiestoornissen als gevolg. Bovendien lopen veel alcoholisten een hersenletsel op door eenvoudigweg te vallen.”
Vergif voor het brein
Alcohol vernietigt hersencellen, leerde ik altijd, en die krijg je nooit meer terug.
Schepers: “In principe veroorzaakt alcohol altíjd hersenschade. Dus ja, je hersencellen gaan kapot door alcohol, en die verloren zenuwcellen krijg je inderdaad nooit meer terug.”
Arts: “Rond onze zenuwvezels zit een isolatielaag, de zogenaamde witte stof. Alcohol tast ook die witte stof aan, wat kan leiden tot een inkrimping van de hersenen. Vooral de frontale zones worden extra gevoelig voor alcohol. De schade in dat gebied kan leiden tot cognitieve afwijkingen zoals geheugenproblemen. Plannen en organiseren wordt ook problematisch voor veel drinkers. We zien bovendien gedragsveranderingen en een beperkt vermogen om ruimtelijke informatie te analyseren en te reproduceren, bijvoorbeeld met een tekening.”
Schepers: “Let wel: slechts de helft van de mensen met een alcoholprobleem heeft zulke meetbare afwijkingen. Er zullen altijd mensen zijn die beter tegen alcohol kunnen.”
Ik behoor duidelijk niet tot die groep: eenmaal tipsy – al na twee glazen – kan ik niet meer op sommige namen komen, hoewel ik een goed geheugen heb. Wat gebeurt er dan in mijn brein?
Arts: “Alcohol heeft een stimulerende en een dempende werking. Het eerste uur ervaren we de stimulerende effecten, maar vrij snel daarna volgen de dempende. Die zorgen ervoor dat je wat onduidelijker praat en dat je geheugen minder wordt. Maar zodra je weer nuchter bent, verdwijnt die vergeetachtigheid weer.”
Wat is er in de hersenen gebeurd als je na een nachtje doorzakken een black-out hebt?
Arts: “Black-outs hangen samen met je drinkpatroon: je moet al flink wat gedronken hebben voor je er één krijgt. Wellicht is het ook een kwestie van aanleg.”
“In hoge doseringen heeft alcohol een enorm dempend effect. In eerste instantie op de kleine hersenen, die voor je coördinatie zorgen: je gaat lallend spreken en zwalpend lopen, vervolgens raken de systemen die verantwoordelijk zijn voor de opslag van nieuwe informatie uitgeschakeld. Niks van wat je meemaakt, wordt nog opgeslagen. Het is dus logisch dat je die informatie ’s anderendaags niet kunt ophalen: je hebt ze nooit opgeslagen.”
Moet iemand die in dronken toestand namen vergeet of weleens een black-out heeft, zich zorgen maken? Zijn dat voortekenen van dementie op latere leeftijd?
Arts (resoluut): “Nee, mensen die dertig jaar enorm veel gedronken hebben, ervaren na meerdere maanden geheelonthouding geen enkel cognitief probleem meer.”
“Recent onderzoek wijst uit dat we de directe toxische effecten van alcohol sterk hebben overschat. De populaire pers heeft daar trouwens goed aan meegeholpen. Maar tientallen studies van de laatste jaren tonen aan dat alcoholisten die lange tijd ontzettend veel gedronken hebben, geweldig goed opknappen zodra ze stoppen met drinken. Tenminste: als ze altijd goed zijn blijven eten en dus niet met een vitamine B1-gebrek kampen, geen leverschade hebben opgelopen of met een hersentrauma zitten door een val. Langzaam zie je de witte stof weer aangroeien rond hun zenuwvezels, waardoor hun herseninkrimping afneemt. Al na een paar weken onthouding zien we verbeteringen in het geheugen, en binnen een periode van maximaal twee jaar zullen al hun cognitieve beperkingen verdwijnen. Alcohol is dus toxisch voor het brein en je hersencellen gaan eraan kapot, maar de impact van dat verlies valt erg goed mee en hebben we jarenlang gewéldig overschat.”
“Tegelijkertijd hebben we de bijkomende schade door valpartijen, leverschade en een vitamine B1-gebrek altijd ónderschat. Alles wijst erop dat die bijkomende schade een veel grotere rol speelt dan de directe toxische effecten van alcohol.”
Alcoholdementie bestaat dus niet?
Arts: “Nee, dat is een term uit het verleden die een mixed group benoemt van mensen met korsakov, leverschade of traumatische hersenletsels. Van alcohol zelf kun je niet dement worden, dat is onzin.”
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zal het aantal mensen met dementie de komende dertig jaar verdrievoudigen. Om die ‘epidemie’ in te dijken, publiceerde de WHO enkele maanden geleden richtlijnen. Eén daarvan is ‘het schadelijk gebruik van alcohol vermijden’. Bent u daarmee het eens?
Arts: “Natuurlijk. De kans op dementie neemt toe naarmate je veel alcohol blijft gebruiken. Alleen weten we niet of dat komt door de toxische effecten van alcohol op het brein of door bijkomende factoren als leverschade, hersenletsels of vitamine B1-tekort.”
“Anderzijds zijn er aanwijzingen dat een klein beetje alcohol de kans op dementie verkleint. 50-plussers die de kans op dementie willen verkleinen, raad ik dagelijks een klein beetje alcohol aan: een half glas tot een glas.”
Vergooide toekomst
Hoe zit het met het brein van bingedrinkende jongeren? Het stond pas nog in alle kranten: vorig jaar belandden in België per dag gemiddeld zes jongeren tussen de 12 en 17 jaar op de spoeddienst na alcoholmisbruik, een historisch record.
Arts: “Ik bestudeer de relatie tussen alcohol en onze hersenen al twintig jaar, en zelf heb ik ook altijd gedacht dat je moet opletten met alcohol en een brein in volle ontwikkeling. Zo’n jong brein is immers veel kwetsbaarder voor de toxische effecten van alcohol. Maar uit recente studies rond bingedrinking bij jongeren blijkt: eenmaal gestopt met drinken, verdwijnt de cognitieve schade, zélfs bij jonge drinkers.”
“Dat betekent natuurlijk niet dat alcohol ‘helemaal oké’ is. Je zult me alcohol nooit horen bagatelliseren. Het is een heel smerige drug met heel veel schadelijke effecten op andere orgaansystemen dan de hersenen, zoals de lever, de alvleesklier en de darmen. Het brengt mensen ook in gevaarlijke situaties. Ze worden minder aardig voor hun omgeving en hun familie ziet af.”
“Het grote gevaar is dat bingedrinkende jongeren in een drinkpatroon verzeilen waar ze nooit meer uit raken, en dan zijn de gevolgen natuurlijk enorm. Dikwijls studeren ze niet genoeg, waardoor ze hun latere carrière en hun hele toekomst verknallen.”
Drinkt u zelf eigenlijk alcohol?
Arts: “Op basis van het moderne onderzoek zie ik geen enkele reden om helemaal niets te drinken. Als je goed eet, is de kans héél klein dat je door een paar glazen alcohol per dag in de problemen komt met je hersenen. En stevige drinkers moet je preventief vitamine B1 geven. Een normaal persoon heeft genoeg aan 1 milligram per dag, een alcoholist geef je best 100 milligram.”
Drink jij nog, Pierre?
Pierre: “Ja, maar enkel pintjes, en altijd maar twee of drie. Ik kom nog iedere dag naar het centrum. Ik moet dan wel elke ochtend blazen, maar de twee pintjes van de avond voordien zie je ’s morgens niet meer. Maar sterkedrank raak ik nooit meer aan. Daar ga je aan kapot.”
*Pierre is een gefingeerde naam.
© HUMO