AchtergrondChinees uitleveringsverdrag
België levert voortaan verdachten uit aan China. ‘We lopen nu ook hier gevaar’
China en België bekrachtigen een uitleveringsverdrag. Dat leidt tot grote ongerustheid bij mensenrechtenorganisaties en Oeigoeren in ons land.
Deze week, op de 25ste zitting van 20 tot 22 januari, zal het Nationaal Volkscongres in Peking een uitleveringsverdrag met ons land definitief bekrachtigen. Dat maakte de Chinese staatskrant Xinhua bekend. In België heeft het verdrag alle stappen al doorlopen. Uit het Belgische staatsblad blijkt dat het verdrag op 26 december in werking trad. Het maakt het mogelijk om verdachten uit te leveren aan China, en omgekeerd.
“Ik heb er geen woorden voor”, is de eerste reactie van Abdymutalip Imerov, voorzitter van Belgian Uyghur Association, een vereniging voor Oeigoeren in ons land. “We zijn zeer ongerust hierover.”
In december was er in Turkije, waar de grootste groep Oeigoerse vluchtelingen wonen, tegen de ratificatie van eenzelfde uitleveringsverdrag dagenlang protest door Oeigoeren. China brengt deze bevolkingsgroep onder in zogenaamde heropvoedingskampen, die steeds meer ook in verband gebracht worden met dwangarbeid.
Ze vrezen dat een uitleveringsverdrag hen vogelvrij verklaart. “Het is bijzonder ontgoochelend om vast te stellen dat ons volk niet enkel in China gevaar loopt, maar nu ook in België”, aldus Imerov.
In het geheugen van velen staat de naam Shaheer Ali gegrift, een Oeigoer die naar Nepal vluchtte en in 2002 werd uitgeleverd aan China en nadien geëxecuteerd. China beschouwde hem als een terrorist.
Problemen op vlak van eerlijke rechtsgang
Turkije en China ratificeerden een uitleveringsverdrag dat in 2017 is opgesteld. Onder Xi Jinping verdubbelden de uitleveringsverdragen. Net zo dateert het Belgische verdrag van 31 oktober 2016, toen toenmalig premier Charles Michel (MR) het ondertekende in Peking. Het maakt de uitlevering van verdachten mogelijk, maar het heeft net zo veel diplomatieke waarde.
“Goede relaties met China, daar hoort zo’n verdrag bij”, zegt een bron die destijds nauw betrokken was. “Als Charles Michel zoiets tekent, dan is dat ook een lichte vorm van erkenning. We hebben dan ook goede wetenschappelijke en commerciële relaties met China.”
Twee jaar later, in november 2018, keurde de Kamer het wetsontwerp goed dat ratificatie mogelijk maakt. De meerderheidspartijen stemden voor, de oppositie onthield zich. Nu wordt het dus effectief van kracht. Sindsdien is er wel wat veranderd. De groene en socialistische partijen die zich destijds onthielden, zitten nu in de meerderheid.
En ook China is er sinds 2016 op veranderd. Zo kwam er een nationale toezichtscommissie, die verregaande bevoegdheden heeft in de strijd tegen fraude en corruptie, maar rechtstreeks onder de Communistische Partij valt en naast Justitie fungeert.
Vorig jaar zegden bovendien heel wat landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland, hun uitleveringsverdrag met Hongkong op, na de invoering daar van de Nationale Veiligheidswet. Een van de voornaamste bezorgdheden rond die Nationale Veiligheidswet is met name de uitlevering van dissidenten uit Hongkong aan het Chinese vasteland.
“China probeert regelmatig mensen terug te halen die het land ontvlucht zijn omwille van repressie en vervolging”, zegt Lore Van Welden, woordvoerder van Amnesty International Vlaanderen. “Het spreekt voor zich dat een uitleveringsverzoek met China een hele reeks problemen zou kunnen opleveren op vlak van eerlijke rechtsgang, risico op foltering en doodstraf.” Nergens ter wereld vinden zo veel executies plaats als in China.
Garanties?
Het verdrag dat België heeft afgesloten biedt wat dat betreft enkele garanties. De uitlevering gaat bijvoorbeeld niet door als het gaat om een politiek misdrijf, tenzij het als terrorisme geldt en dat is nu net hoe China opposanten bestempelt. Daarnaast moet China garanderen dat het voor misdrijven waarop de doodstraf staat, die niet zal uitvoeren. Een andere weigeringsgrond is bij vermoedens van foltering of onmenselijke behandeling.
“Het is vrij naïef dat wij zouden kunnen controleren”, zegt Groen-Kamerlid Wouter De Vriendt. “Aangezien er in China geen onafhankelijk rechtssysteem is, hoe betrouwbaar is dan de informatie uit China over welke aanklacht het zou gaan?”
Dat is ook wat het Zweedse hooggerechtshof in de zomer van 2019 oordeelde. Zweden en China hadden toen geen uitleveringsverdrag, maar toch riskeerde een Chinese onderdaan uitlevering op verdenking van fraude. De man bleek echter ook in de Chinese politiek actief, en dus kon het hooggerechtshof politieke vervolging niet uitsluiten. Bovendien waren er te weinig garanties dat China na de uitlevering niet het folterverbod van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens zou schenden.
Om dezelfde reden hield het Poolse hooggerechtshof de uitlevering tegen van een Zweeds-Chinese zakenman, eveneens door China verdacht van fraude en sinds twee jaar opgesloten in Polen, zoals blijkt uit een artikel van de Amerikaanse nieuwssite Bloomberg.
Het kabinet van huidig minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) denkt dat ons land wel voldoende geïnformeerd kan oordelen. “Ook als China zegt dat het om een bepaald misdrijf gaat, zullen we de uitlevering weigeren als die kwalificatie niet klopt.” Ondanks een uitleveringsverdrag tussen België en Turkije heeft ons land na de mislukte staatsgreep in 2016 geen Gülenisten uitgeleverd. “De Chinese activisten in ons land hebben weinig te vrezen”, aldus het kabinet Van Quickenborne.