DM ZaptFrederik De Backer
Zonder mensen als Willy Mraz beleeft een provincieclub als Racing Genk niet één kampioenenjaar
Frederik De Backer zet de blik op oneindig. Vandaag: Kampioenenjaar.
Wanneer me voor deze rubriek een documentaire als Kampioenenjaar wordt voorgeschoteld, kan ik niet anders dan denken: moeten al die sportfanaten niet ergens in een stadion zitten te verkleumen in plaats van thuis in hun zetel? Ik begrijp dat er onderhand qua temperatuur amper nog een verschil is, maar hebben ze niet altijd de mond vol van sfeer en beleving en dat soort dingen? Met andere woorden, kan de televisie niet gereserveerd blijven voor mensen met een leven zónder enige sfeer of beleving?
Maar goed, egocentrisme is waaraan deze wereld ten onder gaat en als één man daaraan een broertje dood heeft, dan wel ik. Doe mij dus maar meteen drie porties, dacht die man, en hij haalde mes, vork en supporterssjaal boven.
Wie in de zomer van 2010 het voetbal een béétje volgde of, zoals die man, ik dus, verslaafd was aan Football Manager, wist dat Racing Genk een goed seizoen tegemoetging. In elke linie van het team werd ervaring (Köteles, João Carlos, Buffel, Barda) gekoppeld aan talent (Casteels/Courtois, een nog altijd maar 23-jarige Vanden Borre, De Bruyne, Vossen en Ogunjimi), waarvan bovendien veel uit de eigen jeugdwerking. Het waren de jaren waarin ik nog een carrière als sportjournalist ambieerde en onder meer opleidingshoofd Roland Breugelmans en Kevin De Bruyne mocht spreken. Nog iedere keer dat die laatste in de prijzen valt, hoop ik tevergeefs op een woord van dank.
Waarom precies dit kampioenenjaar is uitverkoren, wordt in die eerste drie afleveringen niet duidelijk, maar vermoedelijk wil men met het oog op een week Rode Duivels op tv tijdens een maand WK-voetbal op tv nog snel uitpakken met enkele avonden Rode Duivels op tv. Dat zou alvast verklaren waarom een groot deel van de tweede aflevering wordt gewijd aan de nationale ploeg. Leuke beelden, fijne herinneringen aan neerstortende vliegtuigen, maar ietwat overbodig in een reeks die is opgehangen aan het kampioenenjaar van Racing Genk – al is het eens wat anders dan een anekdote over een terril.
Dan had ik liever meer beeldmateriaal gezien zoals dat van die teambuilding, waarop rijke voetballers met vlotten klooien in een sloot of op straat een vertoning moeten brengen van iets wat van ver lijkt op een van generatie imbecielen op generatie imbecielen doorvertelde versie van Romeo en Julia, met pruiken en valse memmen en al. Een prestatie een Gouden Bal waardig.
Maar de man over en van wie ik meer wilde weten, en al vroeger dan aflevering drie, is Willy Mraz, decennialang arbeider bij Ford Genk en al vele jaren gastouder voor tientallen jonge spelertjes, soms acht tegelijk. Zo iemand verdient zijn eigen aflevering. Want hij scoort dan wel niet op het veld, zonder mensen als Willy beleeft een provincieclub als Racing Genk niet één kampioenenjaar.
Kampioenenjaar, vrijdag om 21.20 uur op Canvas en VRT MAX.