NieuwsTelevisie
‘Zij zijn de engelbewaarders van oorlogsjournalisten’: docureeks gaat op zoek naar de lokale ‘fixers’ van Rudi Vranckx en co.
Ze zijn van essentieel belang voor elke oorlogsverslaggever, maar komen zelf zelden in beeld. De nieuwe documentairereeks War Junkies breekt met die traditie en zet niet alleen oorlogsverslaggevers maar ook hun fixers in de kijker.
“Een fixer is een fulltime babysitter, kok, tolk en personal assistant. En dat allemaal in één persoon.” Anastacia Galouchka, een Belgisch-Oekraïense die sinds het uitbreken van de oorlog met Rusland als fixer werkt, geeft in War Junkies een behoorlijk ruime omschrijving van haar job.
“Fixers vormen je link met het lokale leven”, vult Bruno Beeckman aan. Beeckman was de voorbije jaren als journalist voor de European Broadcasting Union (EBU) - een samenwerkingsverband van Europese openbare omroepen - aan de slag in onder andere ex-Joegoslavië, Mali, Ivoorkust, Irak, Afghanistan en Oekraïne. “Het zijn mensen die de taal spreken, die weten hoe de dingen ter plaatse werken en die je daardoor al het organisatorische geregel uit handen kunnen nemen.”
Ook Joanie de Rijke, die als freelance journalist voor deze krant verslag uitbrengt vanuit landen als Oekraïne en Afghanistan, heeft meestal een fixer aan haar zijde. “Vooral als je wat ambitieuzere plannen hebt, is dat een must”, vindt ze. “Je hebt in conflictgebieden allerhande accreditaties nodig om te raken waar je wilt raken, en ook voor interviews zijn vaak toelatingen nodig. Dat krijg je niet geregeld zonder de hulp van iemand die het land kent.”
Toch zijn die - vooral praktische - zaken slechts een fractie van het volledige takenpakket van zo’n fixer, vindt Rudi Vranckx. Hij trekt in opdracht van de VRT al jaren naar allerlei conflictgebieden en ondervond daar aan den lijve hoe cruciaal de rol van zulke fixers is.
“Ze zijn je ogen en je oren”, legt hij uit. “Een goede fixer weet wat er leeft bij de verschillende partijen in zo’n conflict en helpt je aan informatie die je via de officiële nieuwsbronnen niet vindt.”
En dan hebben we het nog niet eens over de allerbelangrijkste fixertaak gehad. “Je fixer is je engelbewaarder”, zegt Vranckx. “Je legt je leven voor een stuk in zijn of haar handen. Het is de fixer die moet inschatten hoe gevaarlijk de situatie is. Waar je wel en niet naartoe kunt. En wanneer het tijd is om op een bepaalde plek te vertrekken.”
Buikgevoel
Het is dus zaak om er als journalist een goed exemplaar uit te pikken voor je naar een conflictgebied vertrekt. En laat dat nu niet altijd zo eenvoudig zijn.
Vranckx vertelt dat hij ondertussen een ruim netwerk heeft in allerlei landen waar het af en toe eens brandt. Maar aan het begin van zijn carrière was dat anders en kwam bij het vinden van fixers behoorlijk wat improvisatie kijken. “Dan kwamen we Irak of Afghanistan binnen en probeerden we zo snel mogelijk iemand te vinden die Engels sprak. Meestal waren dat gasten die rondhingen in de buurt van de internationale hotels, op zoek naar iets om te doen. Dan was het afgaan op je intuïtie en hopen dat je er de juiste uitkiest.”
Tegenwoordig komt bij het rekruteren van fixers minder buikgevoel te pas. “De komst van het internet en sociale media heeft dat veel makkelijker gemaakt”, legt Vranckx uit.
Zo zijn er tegenwoordig online databanken en Facebook-groepen waar je fixers kunt vinden en tegelijk naar ervaringen kunt polsen die andere journalisten met hen hadden. De Rijke vindt vooral dat laatste belangrijk. “Niet alle fixers zijn even betrouwbaar. Dan helpt het als je eens kunt bellen met een collega om te checken of je wel met de juiste man of vrouw op pad gaat.”
Online kok
Cynisch genoeg neemt de kwaliteit van de fixers evenredig toe met de lengte van een conflict. “In landen waar het al lang woelig is, krijgen fixers de kans om ervaring op te doen”, legt De Rijke uit. “Net dat is essentieel.”
Bij recente conflicten - zoals in Oekraïne - is dat helemaal anders. “Een week nadat Rusland daar binnengevallen was, hingen aan de lantaarnpalen in Kiev overal briefjes met telefoonnummers van mensen die zichzelf als fixer aanboden”, vertelt Beeckman. “Alleen hadden die in de meeste gevallen geen oorlogservaring. We hebben vanuit de EBU tijdens die eerste weken een aantal spoedcursussen aan die mensen gegeven waarin we uitlegden wat ze wel en absoluut niet konden doen in oorlogsgebied.”
Ook Vranckx ging in die eerste dagen met een onervaren fixer op pad. “Iemand die mijn researchers hadden opgespoord en die er in normale tijden een online kookkanaal op nahield", vertelt hij. “Niet de persoon met wie je naar het front wilt trekken, maar wel de ideale man om ons op weg te helpen.”
De band met een fixer wordt snel intens, vertelt Beeckman. “Zo iemand wordt familie voor het leven. Dat klinkt cliché, maar het is echt wel zo.”
Ook Vranckx en De Rijke vertellen over hun verschillende fixers en het contact dat ze met hen onderhouden. “Je bent dag en nacht samen op pad”, legt Vranckx uit. “Vaak in heel heftige omstandigheden. Dat leidt tot een blijvende connectie.”
Het maakt dat het moeilijk is om die fixers achter te laten in penibele omstandigheden en als journalist naar je veilige thuisland terug te keren. “Dat voelt heel vies”, zegt De Rijke. Ook omdat fixers vaak door minstens één van de strijdende partijen worden geviseerd omdat ze samenwerken met buitenlandse media.
Het gebeurt dan ook geregeld dat ze halsoverkop hun land moeten verlaten. “En dan probeer je die zo goed als mogelijk te helpen”, zegt Beeckman, die al twee Afghaanse fixers en een collega uit Servië hielp in hun vlucht naar veiliger oorden. “Het is niet meer dan logisch dat je op zo’n moment iets probeert terug te doen.”
War Junkies, nu op Streamz