interview
Zes bekende Vlamingen doorkruisen Atlantische Oceaan in nieuw Vier-programma: ‘Ik besef nu pas hoe gevaarlijk die overtocht is’
Een zeiltocht dwars over de Atlantische Oceaan. Met aan boord zes BV’s die amper bakboord van stuurboord kunnen onderscheiden. Het idee achter het nieuwe VIER-programma Over de oceaan klinkt behoorlijk geschift. Toch scheepten Imke Courtois en Charlotte Vandermeersch enthousiast in.
Wie dacht dat het na Big Brother, Expeditie Robinson of Blind Getrouwd wat televisieformats betreft moeilijk nog straffer kon, moet er de korte inhoud van Over de oceaan eens op na slaan. In dat VIER- programma – vanaf 6 juli te zien via Telenet Play en Play More – worden zes bekende Vlamingen na een minimum aan voorbereiding op een zeilboot gedropt. Om daarna met dat ding — en wat hulp van een minder bekende maar wel ervaren kapitein – de Atlantische Oceaan over te steken. Ex-voetbalster en voetbalanaliste Imke Courtois en actrice Charlotte Vandermeersch waren twee van de scheepsmaatjes aan boord.
Hoe reageer je op zo een krankzinnig voorstel?
Courtois: “Ik heb meteen ‘ja’ gezegd. Om dan de rest van de dag te denken ‘wat heb ik mezelf nu weer op de hals gehaald’. (lacht) Maar ik besefte wel meteen dat dit een kans was die ik maar één keer in mijn leven zou krijgen.”
Vandermeersch: “Dat besef was er bij mij ook. Voor mezelf was het meteen helder. Dit was iets wat ik wou doen. De fysieke uitdaging, het mentale aspect, het feit dat je zes mensen echt goed zou leren kennen... Allemaal dingen die me heel erg aanspraken. Alleen kan ik dat soort beslissingen niet op mijn eentje nemen. Dit was iets wat ik met Felix (Van Groeningen, de man van Charlotte, red.) moest bespreken. Ik was ook nog maar pas moeder geworden, wat de zaken er niet eenvoudiger op maakte.”
Courtois: “Het was voor mij ook wel belangrijk om te weten wie de andere bemanningsleden waren. Toen ik hoorde wie nog mee gingen (Evi Hanssen, Otto-Jan Ham, Jani Kazaltzis en Dominique Persoone, red.) was ik gerustgesteld. Er is gekozen voor mensen die op één of andere manier bij elkaar passen. Je voelde dat het niet de bedoeling was een programma met veel drama te maken.”
Hadden jullie al eerder gezeild?
Courtois: “Voor mij was het alvast helemaal nieuw. Ik was geen waterpersoon. Ik had ook niets met zwemmen. Ik kan me redden in het water maar meer ook niet. Schoolslag zwemmen, liefst met mijn hoofd twintig centimeter boven het water, is voor mij al avontuurlijk genoeg. Maar net dat maakte dat ik dit zo’n interessante uitdaging vond. Mijn gevoel wat water betreft is tijdens de reis trouwens helemaal omgeslagen. Ik had het gevoel of althans de illusie dat ik één was met dat water. En dat het nu iets minder geheimen voor me heeft.”
Vandermeersch: “Bij mij is het niet omgekeerd. Als kind was ik heel erg aangetrokken tot water, maar dat gevoel is met ouder worden helemaal verdwenen. Komt daarbij dat ik een paar jaar geleden, tijdens een reis, bijna ben verdronken in de Indische Oceaan. Ik wou gaan zwemmen en had – dacht ik – de perfecte plek gevonden. Een stuk strand met amper golven. Achteraf bleek dat net daar twee stromingen samen kwamen, met een minimum aan golven maar een sterke onderstroom tot gevolg. En daar ben ik dus in terecht gekomen. Een heel heftige ervaring. Op gegeven moment was mijn lichaam zo verkrampt dat ik klaar was om me over te geven aan de zee.”
Courtois: (komt tussen) “Mijn God, Charlotte. Waarom heb je ons dat nooit verteld.”
Vandermeersch: “Ik ging er van uit dat dat verhaal er op de boot wel eens uit zou komen, maar uiteindelijk is dat niet gebeurd. Ik mag als actrice dan wel wat camera’s gewoon zijn, het was toch heel vreemd om plots als mezelf gefilmd te worden. Dat zorgde voor een soort weerstand om persoonlijke dingen te vertellen.”
“Dat avontuur in de Indische Oceaan is uiteindelijk goed afgelopen, dankzij een Française die daar surfles aan het volgen was. Aanvankelijk wuifde ze heel enthousiast terug toen ik zo luid ik kon ‘au secours’ gilde, maar uiteindelijk ben ik dankzij haar toch aan wal geraakt. Alleen heeft dat wel voor een soort schrik gezorgd. Ik zag deze reis als een manier om die te overwinnen.”
Dat lijkt me een behoorlijk extreme vorm van therapie.
Courtois: (droog) “Je had bijvoorbeeld ook gewoon een namiddag naar een golfslagbad kunnen gaan.”
Vandermeersch: “Ik wou op één of andere manier vrede sluiten met de oceaan. En dat heeft gewerkt. Ik heb nu gezien dat er manieren zijn om met die immense kracht om te gaan. Er met een boot op gaan zeilen bijvoorbeeld. Al kan ook dat nog altijd heel gevaarlijk zijn. Je moet echt wel weten wat je doet.”
Hebben jullie tijdens de tocht schrik gehad?
Courtois: “Neen, omdat je vertrekt met nul kennis. Je bent naïef en onwetend. Nu pas begin ik te beseffen hoe gevaarlijk zo’n overtocht is, terwijl ik daar op het moment zelf nooit bij heb stilgestaan. Je hebt toch altijd in je achterhoofd: ‘Het is een televisieprogramma. Te grote risico’s zullen ze niet durven nemen.’”
Vandermeersch: “Wanneer plots een zeil naar beneden valt, denk je aanvankelijk: ‘Who cares?’. Tot je nadien hoort dat een boot om kan kiepen wanneer zo’n zeil onder de romp doorschiet en daar de kiel beschadigt.”
Courtois: “Mijn graadmeter was de gelaatsuitdrukking van kapitein Piet. Wanneer die ernstig keek dan wist je dat het niet helemaal pluis was. Zeker naar het einde toe, toen onze boot steeds meer mankementen vertoonde, zag ik toch ook bij hem enige onrust.”
Wat was er met die boot aan de hand?
Courtois: “Onze boot was eigenlijk gemaakt om langs de kustlijn te varen.”
Vandermeersch: “Of om op de Caraïben van eilandje naar eilandje te trekken. Maar wij zijn er een oceaan mee overgestoken.”
Courtois: “We hadden ook heel veel materiaal mee. Onze boot was superzwaar geladen. Met als gevolg dat er hier en daar al eens iets afbrak of scheurde. Met alleen plakband aan boord om dat te repareren.”
Vandermeersch: “We hebben dingen aaneen genaaid of met koordjes aan elkaar gebonden, maar echt veilig voelde dat op den duur toch niet meer.”
Niet alleen het zeiltechnische aspect was een uitdaging. Jullie moesten ook drie weken zien samen te leven op een uiterst kleine oppervlakte. Zonder dat daarbij iemand ‘per ongeluk’ over boord viel.
Vandermeersch: “We waren in totaal met twaalf aan boord. Zes deelnemers, twee zeilers en een cameraploeg. Op een inderdaad heel beperkt oppervlakte. En toch was er van spanningen amper sprake. Waanzin eigenlijk.”
Courtois: “Het was een unicum. Daar ben ik zeker van. Ook al draai je nog zeven seizoenen van Over de oceaan. Dit maak je nooit meer mee. Ik zag iedereen aan boord oprecht graag. Het was een soort organisch samenleven, dat helemaal spontaan ontstond.”
Vandermeersch: “Er heerste een grote hoffelijkheid aan boord. We deden bijvoorbeeld heel hard ons best om wie aan het slapen was niet wakker te maken. En ondanks het feit dat er maar één trap was, waar iedereen constant op en af moest, hebben we nooit gebotst. We lieten elkaar spontaan voor. Die kleine dingen maken het leven een stuk aangenamer. Daarom probeer ik die tegenwoordig ook in mijn dagdagelijkse bezigheden te integreren.”
Hoe vul je de dagen op zo’n boot in het midden van de oceaan? Zonder Netflix, YouTube of Instagram?
Vandermeersch: “Een dag aan boord is heel lang en kort tegelijk. Het is een heel vreemde ervaring.”
Courtois: “Er is een systeem van wachtdiensten. Je blijft vier uur wakker om daarna vier uur te slapen. Daardoor valt het dag- en nachtritme heel snel weg. Ik heb me geen moment verveeld. Maar dat is een heel persoonlijke ervaring. (lacht) Misschien denkt Charlotte er helemaal anders over.”
Vandermeersch: “Ik dacht dat ik het niet kende maar ik heb aan boord echt het begrip verveling leren kennen. Zet me gelijk waar neer, laat me naar de horizon staren en ik ben gelukkig. Maar tijdens onze overtocht was dat anders. Ik was bijna constant zeeziek en moest bovendien het logboek bijhouden. Daardoor wist ik op elk moment van de dag precies hoe laat het was en waar we ons op de kaart bevonden. Op den duur kreeg ik het heel moeilijk met het feit dat we trager vorderden dan we eigenlijk wilden.”
Courtois: “Ik had op voorhand wel wat schrik voor die verveling. Ik ben iemand die zijn dagen graag goed vol stopt en ik wist dat dat aan boord niet zou kunnen. Maar al heel snel overviel me een gevoel van vredigheid. Ik vond het zalig om op te staan en niet naar mijn gsm of agenda te moeten kijken. Maar net als iedereen heb ik ook wel eens een dipje gehad. De zeeziekte bijvoorbeeld heeft er ook bij mij fors ingehakt. Dat is echt heel zwaar. Als dat blijft duren word je op den duur semisuïcidaal.”
En ik die dacht dat daar pilletjes tegen bestonden.
Courtois: “Die zijn er ook, alleen is dat heel straf spul.”
Vandermeersch: “Die pillen hebben een drugs-evenarende kwaliteit. Je hele beleving wordt er door gedempt.”
Courtois: “Je wil die dingen dus geen twintig dagen aan een stuk slikken. Maar van zodra je ermee stopt begin je te braken. Ik ben drie dagen aan een stuk misselijk geweest. Het enige wat hielp was gaan liggen met mijn ogen dicht en iemand die af en toe wat over mijn rug kwam wrijven.”
Dat klinkt alsof jullie nooit nog een voet op een zeilboot zetten.
Courtois: “Toch wel. We trekken binnenkort allemaal naar Zierikzee om daar met kapitein Piet te gaan zeilen. We wilden dat eigenlijk al eerder doen, maar corona stak daar een stokje voor.”
Vandermeersch: “Ik heb een paar vrienden die zeilen, mijn lief doet het graag. Het zal er zeker nog wel eens van komen.”
En staan jullie dan zelf aan het roer?
Vandermeersch: “Misschien. Maar alleen als het een heel klein bootje is.”