Adieu 2018
“Zelfverzekerd en assertief, zo is de vrouwelijke schrijver van nu”
Was 2018 het jaar waarin de vrouwelijke auteur voorgoed de hoofdrol opeist? Misschien wel, als je kijkt naar de rist debuterende schrijfsters én internationale vrouwelijke nieuwlichters. Toch blijft het knokken tegen ingesleten mechanismen: “Het gaat niet zozeer over vervrouwelijking, maar wel over ontmannelijking van de literatuur.”
“De meerderheid van het leespubliek bestaat uit vrouwen, en toch kijken we nog steeds naar de literatuur alsof het een land is waar alleen mannen wonen”, zo noteerde de Nederlandse schrijver Herman Stevens dit jaar in zijn polemische essaybundel Het sterke geslacht. “Vrouwen zijn maar te gast.”
Toch bleek 2018 wel degelijk een kantelmoment. Vrouwelijke schrijvers bestormden in dichte drommen het literaire landschap, om er voorgoed hun tenten op te slaan. Denk maar aan internationale auteurs die over de tongen rolden – van Ottessa Moshfegh (Mijn jaar van rust en kalmte) en Lisa Halliday (Assymetry) tot Rachel Cusk (Kudos) en Sally Rooney (Normal People), terwijl de Noord-Ierse Anna Burns met Milkman de Booker Prize op zak stak.
Akkoord, de jonge, vrouwelijke opmars is al een poosje gaande – denk aan Lize Spit, Niña Weijers of Hanna Bervoets. Maar meer dan ooit kruidden genderkwesties dit jaar de literaire debatten. Vers in het geheugen ligt de hoogoplopende heisa nadat Stichting CPNB het oubollig klinkende boekenweekthema ‘Moeder, de vrouw’ voorstelde en, jawel, twee mannen voor het Boekenweek-geschenk 2019 charterde: Libris-winnaar Murat Isik en Jan Siebelink.
En vooral onder debutanten blijft het vrouwelijke aandeel crescendo gaan. Het begon in januari 2018 met Marieke Lucas Rijneveld, die het met haar ontregelende De avond is ongemak tot De wereld draait door-boek schopte en bestsellerstatus verwierf. Nederlandse critici hesen ook Laura ter Haar (Het wolfgetal) en de Nederlands-Antilliaanse dichteres Radna Fabias (met Habitus, goed voor de C. Buddingh’-prijs) op het schild.
En bij ons kaapte Sanne Huysmans met Rafelen de Confituur Boekhandelspublieksprijs weg, verzamelde Herlinde Leyssens onverwacht herdrukken met Kongokorset en ging debuutprijs De Bronzen Uil naar Lenny Peeters. Haar duistere roman Dochter is intussen ook toe aan een vierde druk. “Ik denk niet dat mijn boek erg ‘vrouwelijk’ mag heten”, lacht Peeters. “Ik ben ook niet zo bezig met gendervakjes. Maar dat zowel 2017 als 2018 vrouwvriendelijke debutantenjaren waren, met vooral vrouwen op long- en shortlists voor debuutprijzen, vind ik wel hoopgevend. Vooral als je merkt hoe literaire prijzen vaak een exclusieve mannenaangelegenheid zijn.”
“Wat nog heuglijker stemt, is dat de nieuwe generatie vrouwelijke auteurs niet zomaar vlotte meisjesboeken produceert of makkelijke chicklit”, vindt Sigrid Bousset, jurylid van de Libris Literatuurprijs. “Nee, ze gaan voor meer experiment. Doemdenken is dus onnodig. Een decennium eerder waren Saskia de Coster, Kristien Hemmerechts of Annelies Verbeke nog een minderheid of uitzondering.” Bovendien zag je in 2018 schrijvers als Marente de Moor, Esther Gerritsen, Nina Polak of Bregje Hofstede bevestigen met hun volgende boeken. “En zie de vrouwelijke impuls in de poëzie met Antwerps stadsdichter Maud Vanhauwaert, Charlotte van den Broeck of Carmien Michels.”
Harnas afwerpen
“Wat mij opvalt, is de vanzelfsprekende zelfverzekerdheid, zeg maar assertiviteit die deze nieuwe garde tentoonspreidt”, zegt Saskia de Coster. Zestien jaar geleden debuteerde zij met Vrije val. “Ik wil niet klinken als een ouwe taart, maar er is nu ontegensprekelijk meer ambitie. Ik ontdek een grotere lichtheid en vrijheid in genres, een moeiteloze cross-over tussen high en low culture. Jonge, vrouwelijke auteurs spiegelen zich niet meer aan Reve, Hermans, Mulisch of Claus, laat staan dat ze geïmponeerd zijn door het macho schrijversideaal à la Hemingway. Ze zoeken andere, mondiale rolmodellen, zoals de bevlogen Rebecca Solnit. Even betekenisvol is de herontdekking van schrijfsters als Joan Didion en Clarice Lispector.”
De Coster kijkt geamuseerd terug op haar eerste literaire stappen. “Destijds moest je vooral one of the guys zijn”, zegt ze. “Ik bleek zelf sterk gekneed door mannelijke literatuur. Dat harnas werp je niet zomaar af. Toch lobbyde ik met een satirisch manifest voor een vereniging voor vrouwen in de literatuur. ‘Waar hou jij je in godsnaam mee bezig?’, kreeg ik van collega’s te horen. Maar tegenwoordig merk ik een grotere verbondenheid onder vrouwelijke generatiegenoten.”
Een sentiment dat debutante Patricia Jozef onderschrijft. Regelmatig beklom ze dit jaar het podium met collega-debutanten als Sien Volders, Sanne Huysmans, Kathy Mathys en Lenny Peeters. Voor Glorie haalde ze een nominatie voor de ANV Debutantenprijs, die ze nipt aan Rinske Hillen moest laten.
“Het gaat vandaag niet zozeer over een vervrouwelijking van de literatuur, wel over een ontmannelijking”, stelt Jozef. “Kwaliteit van vrouwelijke auteurs was er altijd al. Nu is ze gewoon veel zichtbaarder. Ik hoop bovendien dat we losraken van genderstereotypen en gewoon over de inhoud kunnen praten.” Toch bewijzen haar eigen ervaringen dat er nog werk aan de winkel is. “Ooit zei een bekende uitgever me in het voorbijgaan: ‘Lach eens mooi.’ Nooit, dacht ik, zal ik bij zo iemand uitgeven. Of een bibliothecaris die trots verkondigde: ‘Ik lees geen vrouwelijke auteurs.’”
Jozef hekelt de nog steeds heersende hokjesgeest. “In mijn roman en verhalen speel ik met mannen- en vrouwenrollen. Dat leidt tot gemengde reacties. Een man die een zorgtaak opneemt én een vrouw die seksueel actief is? Te walgelijk voor woorden, vond een Nederlandse recensent.”
Herkenbaar, zegt Saskia de Coster. “Er is het vastgeroeste idee dat vrouwen vooral over huishoudelijke wissewasjes, kinderen of zogezegd ‘kleinere’ thema’s schrijven. Ik ben benieuwd naar de commentaar op mijn nieuwe roman Nachtouders, met een traditioneel vrouwenthema – moederschap – dat niet traditioneel is ingekleurd.”
Vlaanderen hinkt achterop
Toch is de grotere sensibiliteit voor de vrouwelijke stem bij uitgevers onmiskenbaar. Omdat er steeds meer vrouwen aan het roer staan? “Mannelijke auteurs mopperen weleens dat uitgevers tegenwoordig aan positieve discriminatie doen”, stelt Bousset. “Maar dat geloof ik niet. Vrouwelijke millennials en dertigers hebben zelf gewoon de power om aan de deur te kloppen.”
Vé Bobelyn, directeur van VBK België, met onder meer Houtekiet onder de vleugels, bevestigt. “Wij krijgen de laatste jaren opvallend meer manuscripten van vrouwelijke auteurs binnen. Toch is de vervrouwelijking van de uitgeverswereld hoofdzakelijk een Nederlands fenomeen. In Vlaanderen zit ik als vrouw toch vooral tussen mannen met stropdas te vergaderen.”