Zondag 26/03/2023

ExpoKunstgeschiedenis

Zelfs Piet Mondriaan kleurde weleens buiten de lijnen: foto-expo toont kunstschilder van zijn frivoolste kant

Portret van Piet Mondriaan, ca. april 1909.

 Beeld © Alfred Waldenburg, collectie RKD
Portret van Piet Mondriaan, ca. april 1909.Beeld © Alfred Waldenburg, collectie RKD

Het imago van Piet Mondriaan is al decennia zo onbuigzaam als de strakke vormen op zijn schilderijen. Het is een beeld dat de Nederlandse schilder zelf zorgvuldig cultiveerde: de serieuze kunstenaar. Informele foto’s tonen nu zijn vrolijke, innemende kant.

Merel Bem

Twee foto’s. De eerste is van Piet Mondriaan, een van Nederlands bekendste kunstenaars, de man van recht en hoekig, een strakke vlakverdeling en een sober leven. Het is 1922. Daar zit hij tegen een effen achtergrond de kunstenaar te zijn: modern brilletje op de grote, ietwat scheve neus, streng pak met pochet. Zijn haren glad naar achteren gekamd. Onder zijn tandenborstelsnor geen spoor van een glimlach.

De tweede foto is van Piet Mondriaan, een van Nederlands bekendste kunstenaars, de man van borrels en openingen, overrompelende charme en een bruisend sociaal leven. Het is 1925. Daar staat hij in de tuin de clown uit te hangen: in een lange witte onderbroek, shirt half over zijn hoofd, maaiende armen. Onder zijn grote, ietwat scheve neus draagt hij een zogenoemde snorbaardbinder, een handig mannenaccessoire uit die tijd. Hij lijkt op een stripfiguur.

Foto één: een klassiek Mondriaan-portret (najaar 1907). Beeld RKD, Coll. Preciosafoto?s Piet Mondriaan
Foto één: een klassiek Mondriaan-portret (najaar 1907).Beeld RKD, Coll. Preciosafoto?s Piet Mondriaan

De eerste foto kent u uit uw hoofd, de tweede heeft u waarschijnlijk nog nooit gezien. Die dook pas zo’n tien jaar geleden op in de nalatenschap van Agatha Zethraeus, een goede vriendin van de kunstenaar. “We hopen met dit soort persoonlijke kiekjes een beetje de Mondriaan-mythe te doorbreken”, zegt Wietse Coppes (44), conservator bij het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis (RKD), waar Mondriaans persoonlijke archief, meer dan zevenhonderd originele brieven en honderden foto’s worden bewaard.

Coppes en Leo Jansen (62), onderzoeker bij het Huygens Instituut, zijn Mondriaan-specialisten. In het kader van hun Mondriaan Editie-project doen ze al jaren onderzoek naar de kunstenaar wiens imago decennialang net zo onbuigzaam is gebleken als de zwarte lijnen op zijn schilderijen. Mondriaan, dat is voor het grote publiek de man van de eerste foto: de calvinistische schilder die nooit lachte, die zijn interieur inrichtte met een liniaal en afgezonderd in zijn studio aan het werk was. De man die weliswaar van jazz hield, maar tijdens het dansen binnen de kaders bleef; die misschien wel bomen had geschilderd, maar liever uitkeek over rechthoekig Manhattan.

Foto twee: Piet Mondriaan in de tuin van Agatha Zethraeus, ca. 1925. Beeld collectie RKD
Foto twee: Piet Mondriaan in de tuin van Agatha Zethraeus, ca. 1925.Beeld collectie RKD

Mythe

Dat is de mythe van Mondriaan, die hijzelf overigens zorgvuldig cultiveerde. Middels de tentoonstelling Strike a Pose. Mondriaan en fotografie in het Fotomuseum Den Haag en een bijbehorend, lijvig boek schieten Coppes en Jansen daar nu uiterst respectvol gaten in. Behalve het kiekje uit de tuin van zijn vriendin, veruit het on-Mondriaanste beeld op de expositie, tonen ze onbekende, informele foto’s die laten zien dat de kunstenaar ook een losse kant had, dat hij grapjes uithaalde, ja zelfs een innemende ladykiller was.

Die blik op de kunstenaar is niet nieuw. In 2016 besteedde conservator Hans Janssen er al aandacht aan in zijn biografie Piet Mondriaan. Dankzij het onderzoek van Coppes en Jansen is het nu ook zwart op wit te zien.

Want kijk dan naar dat fotootje uit 1934, gemaakt door de Amerikaanse verzamelaar Eugene Lux en afkomstig uit Mondriaans eigen nalatenschap. Het is een van de twee foto’s waarop de kunstenaar glimlacht. Mondriaan presenteert iets aan Gwendolyn Lux, de vrouw van de verzamelaar – een koekje of bonbonnetje, maar was het een rubberen dopje geweest uit de afvoerpijp van de achterbuurman, ze had het waarschijnlijk net zo glunderend aangenomen.

“Hier gebeurt iets”, zegt Leo Jansen. “Niets fouts of zo; deze vrouw was getrouwd. Maar je ziet de charme van Mondriaan en de chemie tussen die twee.”

Piet Mondriaan en Gwendolyn Lux in het atelier van Mondriaan, ca. maart-mei 1934. Beeld collectie RKD
Piet Mondriaan en Gwendolyn Lux in het atelier van Mondriaan, ca. maart-mei 1934.Beeld collectie RKD

Snapshots versus visitekaartjes

Verdeeld over drie museumzalen (Mondriaans tijd in Amsterdam, Parijs en New York) hangen dit soort heerlijke snapshots naast de formele foto’s: de strenge portretten, de kunstenaar in zijn atelier, het atelier zelf, zijn schilderijen. Deze foto’s werden veel bekender omdat Mondriaan ze zelf initieerde en verspreidde. Ze waren zijn visitekaartjes, de manifestatie van zijn kunstopvattingen. Via deze beelden bracht hij de ontwikkeling van zijn oeuvre en zijn theorie van het neoplasticisme (zie kader) voor het voetlicht.

Al vroeg, begin 20ste eeuw, waakte hij over zijn eigen beeldvorming, daarbij gretig gebruikmakend van alle nieuwe mogelijkheden in zowel de fotografie als de druktechniek. Jansen: “Hij is meegegroeid met snelle ontwikkelingen in de fotografie en begreep de kracht van het beeld in de nieuwe media. Hij was altijd verbonden met de meest vooraanstaande kunstenaars uit zijn tijd. Dat netwerken deed hij heel vakkundig.”

“Dat is waarschijnlijk een van de belangrijkste conclusies van ons onderzoek: hij was veel strategischer en minder zonderling dan mensen vaak denken”, zegt Coppes. “Toen hij in Parijs aankwam, wist hij meteen van welke kunstenaarsvereniging hij lid moest worden, op welke openingen hij zich moest laten zien, welke critici voor hem belangrijk zouden kunnen zijn. Binnen een jaar schreef de beroemde Guillaume Apollinaire over hem in de krant, terwijl er wel duizend kunstenaars in Parijs waren. Hij was ontzettend handig in het neerzetten van een beeld. Dat zie je in die foto’s.”

En nu dan toch in zijn onderbroek aan de muur van het museum. Wat had Mondriaan daar zelf eigenlijk van gevonden? De onderzoekers twijfelen.

“Met dit onderzoek willen we een completer beeld schetsen dan tot nu toe bij het grote publiek bekend is”, zegt Jansen. “Mondriaan was óók iemand met humor en zelfrelativering. Tegelijkertijd stonden zijn kunstenaarschap en zijn imago altijd voorop, dus wat dat betreft denk ik: hm. Maar hij is ontegenzeggelijk boven zichzelf uitgegroeid; het is belangrijk om over grote kunstenaars als hij alles te weten te komen. We maken hem niet belachelijk, we nemen hem extreem serieus. Zolang je bij de feiten en de bronnen blijft en geen sprookjes verzint, wat bij Mondriaan veel te vaak is gedaan, vind ik dat je die onderbroek kunt verantwoorden.”

Van landschappen naar lijnen

Piet Mondriaan (1872-1944) staat wereldwijd bekend als de grondlegger van het neoplasticisme (‘nieuwe beelding’), een abstracte stijl die ten grondslag lag aan de Nederlandse kunstbeweging De Stijl. Het neoplasticisme was harmonieus en universeel, en kenmerkte zich door een strikt gebruik van geometrische vormen en primaire kleuren. En hoewel het nu lijkt alsof Mondriaan, toen hij ‘zijn’ stijl eenmaal had gevonden, nooit iets anders had gedaan dan zwarte rechte lijnen schilderen, gingen er vele jaren van zoeken en experimenteren aan vooraf. Voordat hij uitkwam bij de eenvoud en de abstractie, schilderde hij landschappen en portretten in de traditie van het 19de-eeuwse Nederlandse realisme. Pas in 1916, na zijn verhuis naar Parijs, produceerde hij zijn eerste volstrekt abstracte schilderij.

Piet Mondriaan met op zijn schouders Frits Bodenheim en Simon Maris geknield op de kade in IJmuiden, 18 augustus 1903. Foto Mies van de Water of Louise Bodenheim. Den Haag, RKD, Archief Simon Maris en familie

null Beeld collectie RKD
Beeld collectie RKD

Portret van Piet Mondriaan, najaar 1907, door Fotostudio Jac. Vetter. Den Haag, RKD, Coll. Preciosafoto’s Piet Mondriaan

null Beeld RKD, Coll. Preciosafoto?s Piet Mondriaan
Beeld RKD, Coll. Preciosafoto?s Piet Mondriaan

Wietse Coppes en Leo Jansen: “Naarmate we meer gingen verzamelen, kwamen we erachter dat Mondriaan tijdens zijn leven slechts een stuk of twintig foto’s van zichzelf heeft verspreid. Hij bewaakte zijn eigen imago dus heel streng. Dit portret verscheen in een boek uit 1907: Onze moderne meesters, samengesteld door F. M. Lurasco.

“Niets op deze foto is aan het toeval overgelaten. Mondriaans haar – je kunt er bijna een liniaal langs leggen, zo keurig zit het. Achteraf heeft hij zijn ogen en haren zelfs nog met inkt bijgewerkt. Dit is het beeld dat hij van zichzelf wilde verspreiden: een serieus ogende, keurig geklede kunstenaar. Hij liet het maken in een fotostudio en stuurde het op ter publicatie in het boek.

“Zet daartegenover dit vrolijke vakantiekiekje uit 1903. Hij maakte toen een reis naar Spanje met vrienden, onder wie de schilder Simon Maris. Dit beeld was niet bedoeld om te worden gezien, het was gewoon een lolletje en klik, precies zoals wij nu ook doen. Het had niets met Mondriaans imago als kunstenaar te maken.

“De foto komt uit het archief van Simon Maris. Hij dook op in 1998, toen Maris’ weduwe overleed. Veel van de nalatenschap zat al in vuilniszakken om gedumpt te worden. De executeur-testamentair heeft toen al die zakken leeggeschud en de belangrijke dingen eruit gehaald, waaronder deze foto. Zo krijg je ineens een mooi, informeel kijkje achter de schermen.”

Reinier Drektraan: Piet Mondriaan in het woongedeelte van zijn atelier op Sarphatipark 42, Amsterdam, najaar 1908 (cyanotypie). Den Haag, RKD, Archief Piet Mondriaan

null Beeld RKD, Archief Piet Mondriaan
Beeld RKD, Archief Piet Mondriaan

Sigfried Giedion: Atelier van Piet Mondriaan, september 1928. ETH Zürich, gta Archiv, Familienarchiv Sigfried Giedion und Carola Giedion-Welcker

null Beeld gta Archiv, Familienarchiv Sigfried Giedion und Carola Giedion-Welcker
Beeld gta Archiv, Familienarchiv Sigfried Giedion und Carola Giedion-Welcker

Coppes en Jansen: “Mondriaan liet zijn hele carrière lang foto’s maken van zijn atelier. Dat was de plek waar hij zijn werk presenteerde en waar de ontwikkeling die hij als kunstenaar had doorgemaakt te zien was. Deze bijzondere cyanotypie uit 1908, die we pas in 2010 hebben gevonden in New York, staat nog in de traditie van de 19de-eeuwse, bohemien-achtige kunstenaarsstudio. Dit was in Amsterdam. De kunstenaar zelf is verdiept in een dik traktaat, omringd door zijn eigen werk, evenals het dodenmasker van Ludwig van Beethoven.

“Dat is op de foto van twintig jaar later, genomen in Parijs, heel anders. Daar is alles strak, helemaal in lijn met zijn stilistische ontwikkeling, met die ezel die hij half wit, half zwart schilderde. Bovendien is Mondriaan zelf uit zijn atelier verdwenen; er was een periode dat hij pertinent niet poseerde. Maar de bedoeling van deze foto – een juweeltje overigens, je hart gaat er sneller van kloppen – was dezelfde als die van de vroege cyanotypie.

“Het was voor hem heel belangrijk om te bewijzen dat zijn ontwikkeling logisch was. Dat-ie niet zomaar een rare was, die toevallig bij die abstracte streepjes was uitgekomen, maar dat wanneer je zijn proces en werk zorgvuldig volgde, je dan begreep dat hij dáár uit moest komen. Hij gebruikte zijn atelier én de fotografie om zijn ontwikkeling te documenteren. En hij heeft dat volgehouden tot aan zijn dood, zoals je kunt zien op de kleurenfoto’s van zijn studio in New York, die na zijn overlijden in 1944 werden gemaakt.”

Rogi André (Rosza Klein): Piet Mondriaan in zijn atelier, ca. juni-juli 1937. Parijs, Centre Pompidou, Centre de Création Industrielle

null Beeld Centre Pompidou, Centre de Cr�ation Industriellev
Beeld Centre Pompidou, Centre de Cr�ation Industriellev

Kate Steinitz: Piet Mondriaan werkend aan Victory Boogie Woogie, tussen juni en eind augustus 1942. Washington DC, National Gallery of Art (Library)

null Beeld National Gallery of Art (Library)
Beeld National Gallery of Art (Library)

Coppes en Jansen: “Hier is iets geks aan de hand. De eerste foto is bedoeld als persmateriaal voor een tentoonstelling. Mondriaan – hij zag er inmiddels uit zoals we hem allemaal kennen – liet zich na een paar jaar weer in zijn studio fotograferen, met zijn allerlaatste werk op de achtergrond. Hij staat kaarsrecht en streng, overeenkomstig met het succesvolle beeld dat van hem bestond.

“En toch. Hij staat zó recht; het oogt gewoon onnatuurlijk met die holle rug en die naar achter wijzende ellebogen. Maar het wonderlijkst is die schuine liniaal. Misschien was het een ingreep van de fotograaf, om de verticaliteit van het tafereel te doorbreken. Het is alleen bijna niet voor te stellen dat Mondriaan, de man die tegen diagonale lijnen ageerde en daarover ruziede met kunstenaar en tijdgenoot Theo van Doesburg, het daarmee eens was. Het is echt ongewoon. Verklaren kunnen we het niet. De man had humor en speelde dikwijls met zijn eigen imago; misschien deed hij dat hier ook.

“De tweede atelierfoto is weer bijzonder om een andere reden: bijna nooit zagen we Mondriaan aan het werk. Hier is hij in zijn New Yorkse studio bezig aan een vroege versie van Victory Boogie Woogie, toen het schilderij nog uit lijnen bestond en niet uit blokjes, zoals wij het kennen. Dit was de periode dat hij zo beroemd was, dat hij niet langer aan fotografen hoefde te vragen of ze hem kwamen fotograferen, maar dat ze zichzelf aanboden. Misschien dat de foto destijds een beetje is geënsceneerd, maar over het algemeen oogt hij authentiek. Mondriaan lijkt losser in New York dan hij was in Parijs, daar had hij dit niet gauw toegestaan.”

Hermann Landshoff: Groepsfoto in het huis van Peggy Guggenheim, ca. juli 1942. Münchner Stadtmuseum, Sammlung Fotografie/Archiv Landshoff

null Beeld Sammlung Fotografie/Archiv Landshoff
Beeld Sammlung Fotografie/Archiv Landshoff

Coppes en Jansen: “Ook deze foto is pas tien jaar geleden boven water gekomen. Hier zien we Mondriaan in het huis van de beroemde New Yorkse verzamelaar en galerist Peggy Guggenheim die, zoals je ziet, zowel kunst als kunstenaars verzamelde. Mondriaan staat in het rechterraampje, samen met André Breton en Max Ernst. De vrouw helemaal links is Leonora Carrington.

“Mondriaan is hier echt gearriveerd. Waar hij zichzelf op vroegere groepsfoto’s vaak een beetje afzonderde of uit beeld keek, maakt hij nu duidelijk deel uit van de groep. In die laatste jaren in New York had hij het niet meer nodig om zich te conformeren aan het beeld van buitenbeentje of eenzaat.”

Strike a Pose. Mondriaan en fotografie. Tot 21 mei in Fotomuseum Den Haag.

Wietse Coppes en Leo Jansen, Mondriaan en fotografie. De kunstenaar in beeld. Tijdsbeeld Uitgeverij i.s.m. RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, 59,90 euro.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234