JAN FABRE
"Wij zullen niet meer de andere kant op kijken": 100 choreografen spreken steun uit voor Fabre-slachtoffers
In een open brief op de website van cultuurtijdschrift rekto:verso hebben honderd choreografen hun steun uitgesproken voor de ondertekenaars van de open brief waarin kunstenaar Jan Fabre wordt beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag. Ze steken de hand daarbij ook in eigen boezem, en sturen aan op verandering.
“Wij vragen de artistieke gemeenschap om dit gesprek te ondersteunen en erin te investeren.”
Zo eindigde de open brief waarin twintig (ex-)werknemers van Jan Fabre getuigden over machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag. De artistieke gemeenschap neemt die uitnodiging nu aan. In een open brief op de website van cultuurtijdschrift rekto:verso, waar ook de eerste brief verscheen, stellen zij een aantal initiatieven voor om zulk gedrag in de toekomst te vermijden.
De brief is het initiatief van zes jonge choreografen, waaronder Jan Martens en Vera Tussing, en werd ondertekend door honderd collega's, waaronder grote namen als Jan Lauwers (Needcompany), Wim Vandekeybus (Ultima Vez), Sidi Larbi Cherkaoui (Opera/Ballet Vlaanderen) en Lisbeth Gruwez (Voetvolk), die eerder bij Fabre danste. Anne Teresa De Keersmaeker (Rosas) staat niet bij de ondertekenaars, maar tekende destijds het Engagement-statement (dat getuigenissen van dansers verzamelde), communiceerde uitgebreid met de initiatiefnemers, en leidde vervolgens twee vertrouwenspersonen op.
Hoe dan ook is het duidelijk dat de sector aanstuurt op verandering. De choreografen steken de hand daarbij ook in eigen boezem. “We moeten erkennen dat we deel zijn geweest van een systeem, met plekken die verwerpelijk gedrag stilzwijgend toegelaten en zelfs mee mogelijk gemaakt hebben”, klinkt het in de brief. “Wij excuseren ons voor elk moment dat we er niet in geslaagd zijn om solidariteit te betonen met collega's die in dit systeem minder macht en/of privilege genieten. Wij zullen niet meer de andere kant op kijken.”
Eerste stap
“In de eerste open brief werd een antwoord van de sector gevraagd. Wij willen dat antwoord geven”, duidt Tussing, die benadrukt dat de Belgische danswereld ook door veelzijdigheid wordt gekenmerkt. “We willen onze solidariteit tonen met de mensen die zich hebben uitgesproken.” Daarbij erkennen ze dat er in het verleden te weinig aandacht was voor de problematiek, maar toch willen ze vooral vooruit kijken. En ook iets doen aan de problematiek. “Wij stellen een reeks ontmoetingen voor waarin we een set van heldere principes voor ethisch verantwoorde creaties ontwikkelend – met conclusies binnen ten laatste zes maand.”
Hoe concreet die principes worden, of hoe die worden ingevuld, is nog niet duidelijk. Maar volgens Tussing is het belangrijk dat de sector zelf zijn stem laat horen, en dat het verder gaat dan deze brief. “We willen dit blijven opvolgen. Het verklaren van solidariteit is de eerste stap. Dingen veranderen is de volgende stap. Maar verandering gaat traag. Het is belangrijk dat de sector nu samenkomt.”
Met honderd ondertekenaars lijkt het op dat vlak alvast de goede richting uit te gaan, ziet ook Ilse Ghekiere van Engagement, dat de ondertekenaars van de eerste brief vertegenwoordigt. “Vanuit een activistisch standpunt heeft de eerste brief een versnelling teweeg gebracht waarvan deze tweede brief het resultaat is. Dit is een positief signaal, omdat het allemaal bewegingen zijn die van onderuit zijn gegroeid. Het is fijn dat de discussie omtrent #metoo in de danswereld nu op een constructieve manier wordt verder gezet. Het debat wordt ruimer getrokken dan de persoon van Jan Fabre, en dat is goed. Zo voorkomen dat we met de vinger naar één persoon wijzen, en wordt het probleem op een brede manier aangepakt.”