NieuwsExpo
Wees niet bang voor de grote wolf: Villa Verbeelding toont meest esthetische roedel die u ooit zag
Geen dier dat de bevolking de voorbije jaren meer verdeelde dan de wolf. Maar de wolf is ook een mythisch dier dat al jaar en dag in vele verhalen opduikt. De tentoonstelling Wolf! De wolf in illustratie is wellicht de meest esthetische roedel wolven die u ooit zult zien.
Het sympathieke Villa Verbeelding in Hasselt toont al jaren dat illustratie een kunst is. Het deed dat in het verleden met opgemerkte expo’s zoals die van Brecht Evens of Letterpret. En nu, voor hun nieuwste expo, hopen ze dat de wolf, één van de favoriete personages van illustratoren over de hele wereld, u tot een bezoek kan verleiden.
“Elke illustrator heeft weleens een wolf getekend” zegt bezielster Marijke Rekkers. “We hadden net zo goed vijf expo’s kunnen maken. Het aanbod was echt onuitputtelijk.”
Op deze expo zijn dan ook wolven in alle maten en kleuren te zien, van de hand van de beste illustratoren uit binnen- en buitenland. Er zijn platen uit prentenboeken, zoals van de Nederlandse Marije Tolman, die een prachtige reeks heeft over de vriendschap (en verschillen) tussen een tamme hond en een wilde wolf. Van Paddy Donnelly ook, een illustrator met Ierse roots die in Hasselt woont en wiens prachtige Wolves in Helicopters op de shortlist voor de World Illustration Awards staat. Er zijn affiches, covers voor magazines (een heel mooie van de Spaanse Ana Juan), en platen uit graphic novels, zoals van het veel te vroeg overleden supertalent Ward Zwart. Illustratie op zijn rijkst.
De hoofdmoot wordt echter gevormd door platen uit sprookjes, waarin de wolf een erg geliefde boosdoener is, met als bekendste voorbeelden natuurlijk De wolf en de zeven geitjes, De drie biggetjes en Roodkapje. Het is mooi om de eigenheid van elke illustrator te zien, te meer aangezien ze vaak met hetzelfde materiaal aan de slag zijn gegaan. De dichtgenaaide buik van de wolf krijgt een heel andere lading bij Gerda Dendooven dan in de handen van meestersprookjesverteller Thé Tjong-Khing, maar allebei zijn ze wondermooi.
Sommige illustratoren gooien de genoemde drie sprookjes samen op een hoopje. In De omgekeerde wereld van de Berlijnse Atak zijn het de biggetjes die het huis van de wolf omverblazen, en kruipen er zeven wolfjes uit de buik van de geit. Ook Nils Pieters brengt in zijn prachtige debuut De grote boze wolf (was helemaal niet boos) de drie sprookjes samen (en introduceert zelfs een wolf in het peperkoeken huisje van Hans en Grietje).
De tentoonstellingsmakers hebben er bewust voor gekozen om ook jong talent aan bod te laten komen. Zo zijn er knappe affiches van de studenten van de PXL-MAD School of Arts en ronduit verbluffend werk van enkele studenten van Sint Lucas Antwerpen. Wolf! De wolf in illustratie biedt zo een mooie staalkaart van gevestigde waarden en jong geweld, en ook het publiek mag zowel jong als oud zijn. Voor de kleinsten zijn er workshops waarbij je wolvenmaskers kan maken, je kan schaapjes vangen met een wolvenbek aan een stok, er is een met zwarte vacht gestoffeerde wolvenstoel waarin je een spannend verhaal kan beluisteren en er is zelfs een échte (opgezette) wolf.
Malus lupus
De tentoonstelling toont aan dat de boze wolf tot vandaag tot de verbeelding blijft spreken. Waar die populariteit (of beruchtheid) vandaan komt is onduidelijk. Rekkers: “In de 18de eeuw had je in Frankrijk zoiets als het ‘Bête de Gévaudan’. Dat was een groot zwart beest – tot op heden is er discussie of het een wolf was of een wolfshond – dat honderden mensen gedood zou hebben.” Het zou kunnen dat dat de mythevorming heeft aangezwengeld.
Opvallend is hoe de wolf in vroeger tijden (en oude versies van de sprookjes) nog eenduidig vereenzelvigd werd met ‘gevaar’. Roodkapje bijvoorbeeld was in de eerste plaats een waarschuwingssprookje voor meisjes. In de allereerste versies was de wolf nog een behaarde man, later werd dat een wolf. De moraal van het verhaal was simpelweg ‘ga niet met vreemde mannen mee’.
Later werd de Boze Wolf almaar minder gevaarlijk en werd hij zelfs eerder een wat lachwekkende figuur. De wolf bleek plots niet zo boos meer te zijn. En Roodkapje, die vroeger een nogal naïef wicht was, heeft de omgekeerde evolutie doorgemaakt en kreeg wat meer haar op haar tanden, zoals bijvoorbeeld in één van de ‘gruwelijke rijmpjes’ van Roald Dahl:
“’t Kind lacht en trekt in een wipje / een revolver uit haar slipje.
Ze richt hem op het grote beest / en beng, beng… die is er geweest!”
Door alle ‘bad press’ in sprookjes, kreeg de wolf, de echte dan, bij velen een slechte naam. Ook vandaag laten de Naya’s en Noëlla’s niemand koud. Je hebt hevige voorstanders, die in de terugkeer van de wolf een mooi voorbeeld van de veerkracht van de natuur zien. Tegenstanders vrezen dan weer voor hun veestapel of veiligheid en willen het dier zo snel mogelijk terug naar het rijk van de fantasie sturen.
Afstuderend illustrator Hannelore Verbruggen wil voor- en tegenstanders met elkaar verzoenen en toont in haar eindwerk hoe de Boze Wolf, de Malus lupus, eigenlijk een ondersoort was, een kruising van een wolf en een wolfshond, die wel het wilde van de wolf had maar niet zijn schuwheid. De geruststelling bestaat er dan in dat de Malus lupus al een dikke honderd jaar uitgestorven zou zijn, wat zou verklaren waarom er al lang geen mensen meer zijn aangevallen. Het zou alleszins veilig moeten zijn om deze tentoonstelling te bezoeken.
Wolf! De wolf in illustratie, Villa Verbeelding, Hasselt, tot en met 4 juni 2023