InterviewTrixie Whitley
‘We zijn allemáál verantwoordelijk voor het in stand houden van stigma’s’
De lockdown is vruchtbaar gebleken voor Trixie Whitley: vanuit haar flat in New York herwerkte ze zes nummers van haar vorig jaar verschenen plaat Lacuna. Én ze wierp het juk van zich af van het grote familiegeheim dat al die jaren op haar woog: haar vader, gitarist Chris Whitley, die er intussen al vijftien jaar niet meer is, was hiv-patiënt en stierf aan de gevolgen van aids. ‘Ik wilde het stigma niet mee in stand houden.’
Toen Trixie Whitley de nummers van Lacuna begon te hertimmeren, kwamen daar als vanzelf strijkers en blazers bij kijken, alsook nieuwe inzichten. Het resultaat is te horen op de ep Lacuna Re-Imagined.
De herwerkte song ‘Touch’ krijgt alleen al door de titel een geheel nieuwe dimensie in dit covid-tijdperk. Iederéén verlangt nu naar aanrakingen.
Trixie Whitley (aan de telefoon vanuit New York): “Toch speelde ik al vóór de pandemie met het idee voor mijn nieuwe ep, Lacuna Re-Imagined. Ik wilde de songs uitkleden en reconstrueren. Ik wist alleen nog niet precies hoe, maar de lockdown maakte al snel duidelijk dat ik strijkers en blazers zou gebruiken – ook al omdat Stuart Bogie, die de blazers inspeelde, mijn overbuurman is. De strijkers werden dan weer ingespeeld door Emily Wells en Topu Lyu.
“Deze hele ep is voor mij de ultieme bevestiging dat het onderzoeken van intimiteit en kwetsbaarheid dé leidraad in mijn leven en werk is. Ik vond ook dat we voor deze pandemie al evolueerden naar een almaar individualistischere maatschappij. We zitten nu noodgedwongen nog méér in ons hokje, maar ik blijf hopen dat deze pandemie ook voor een grote verandering zal zorgen: dat we ons kwetsbaarder durven op te stellen.
“Ik heb tijdens het maken van deze ep ook zelf een moment van kwetsbaarheid meegemaakt: Emily Wells is de eerste persoon ooit tegen wie ik heb gezegd dat mijn vader is gestorven aan de gevolgen van aids.”
Hoe kwam het dat je daar nooit eerder met iemand over had kunnen spreken?
Whitley: “Emily intrigeerde mij: ze is een undergroundmuzikante die ook essays schrijft en lezingen geeft. Ik vroeg haar waarmee ze zoal bezig was, en ze zei: ‘Het bestuderen van de gelijkenissen tussen de aidsepidemie en de klimaatcrisis.’ Ik viel achterover van verbazing. Ik was getriggerd om het voor het eerst met iemand over mijn vaders ziekte te hebben. Alsof het lot ermee gemoeid was, bleek Stuart Bogie ook de score gemaakt te hebben van de documentaire How to Survive a Plague, over de aidsepidemie. Voor het eerst voelde ik me veilig genoeg, bij die drie muzikanten in mijn keuken, om dat geheim prijs te geven.
“Al die jaren was mijn vaders ziekte het grote familiegeheim, het taboe dat ik al sinds mijn jeugd meedroeg. Mijn Texaanse familie aan vaderskant is nogal conservatief ingesteld, er mocht niet over zijn ziekte of doodsoorzaak worden gepraat. Om met mezelf in het reine te komen, moest ik dit kwijt, want hiv heeft mijn jeugd getekend.”
Heb je de toestemming gevraagd van je vaders familie om het geheim openbaar te maken?
Whitley: “Nee. Dit is mijn beslissing, mijn keuze. We zijn allemáál verantwoordelijk voor het in stand houden van stigma’s. Ik wil daar niet meer aan meewerken door méé te zwijgen. Ik wil net meebouwen aan een wereld waarin we méér van dit soort gesprekken kunnen hebben.”
Terzijde: het lied ‘Poison Girl’ werd door Chris Whitley-fans na zijn dood weleens geïnterpreteerd als een allusie op het feit dat hij hiv-positief was. Hoe begrijp jij die song?
Whitley (verbaasd): “Echt? (Afgemeten) Ik luister al een hele tijd niet meer naar de muziek van mijn vader.
“Ik weet wél dat er na zijn dood geroddeld werd dat hij een junk was. Mijn vader had verslavingen – alcohol, seks – maar heroïne hoorde daar niet bij.”
Heeft de huidige pandemie ook bij jou herinneringen aan de aidsepidemie opgerakeld? Fysieke intimiteit is plots weer potentieel dodelijk.
Whitley: “Ja, natuurlijk. We leren onze kinderen nu dat ze afstand moeten houden, dat ze niet mogen knuffelen. Net zoals de aidsepidemie destijds bij een bepaalde generatie een zekere angst voor seks heeft gecreëerd. Je denkt dan toch: zal dit ook generaties blijvend beïnvloeden?
“Nu, ik denk wel dat kinderen veerkrachtig zijn. Mijn dochter Phoenix is nu 5, en de eerste keer dat we na de lockdown weer mochten gaan winkelen, mét een mondmasker, bekeek ik die nieuwe wereld heel argwanend. Maar mijn dochter haalde gewoon haar schouders op en zei: ‘Mama, dit is nu gewoon hoe het is. Als het virus wég is, gaan ook die mondmaskers weg.’”
Je schenkt de opbrengst van deze ep aan het Callen-Lorde ziekenhuis in New York, waar je vader destijds is behandeld.
Whitley: “Ja, hij ging er zijn medicijnen halen. Het is een schitterende non-profitorganisatie. Ze richten zich op gratis medische én mentale hulp aan de gekleurde LGBTQ-gemeenschap, maar ook mijn vader en zelfs ik zijn er destijds gratis in therapie kunnen gaan. Ik was toen 17, en ik heb altijd gezworen dat ik ooit iets zou teruggeven.”
Opvallend: je hebt nog geen enkele keer geklaagd over de stilstand die covid de muziekwereld oplegt, wat een pak muzikanten wél doen.
Whitley: “We moeten beseffen hoe bevoorrecht we zijn in onze westerse wereld: we hebben een dak boven ons hoofd en we kunnen facetimen met elkaar, om de simpele reden dat we allemaal een smartphone hebben. Mijn creativiteit is altijd al mijn overlevingsmechanisme geweest, en dat is dit keer niet anders.”
Op 5 december is via Dice TV een livestreamconcert te volgen.
© Humo