Kunst
“We moeten terug leren om elkaar en onszelf tijd te schenken om te dromen”
Slapen doen we steeds minder. Druk, druk, druk, weet je wel. Maar wat als slapen, of dagdromen, of nietsdoen nu eens het ultieme verzet is tegen al dat druk, druk, druk? Het Brusselse Kaaitheater stelt de vraag in deze donkere dagen.
De Portugese kunstenaar Patrícia Portela hoef je er niet van te overtuigen. Haar installatie Parasomnia - deze week te zien in het Kaaitheater - doordringt ons van de idee dat slapen en dagdromen geen ‘verloren tijd’ zijn. “Als je de uiterste efficiëntie nastreeft in het bedenken van dingen wordt het resultaat dor en saai”, vertelt Portela. “Er zit geen leven meer in, omdat het niet langer over verlangens, dromen of de toekomst gaat, maar enkel over efficiënte productie. Italo Calvino zei het al: “We verloren het vermogen om te zien met gesloten ogen.” Daarvoor dienen slapen, dagdromen, nietsdoen.”
Portela weet waarover ze praat: “Ik was hard op weg om kampioen van efficiëntie te worden in mijn kunst. Toen kreeg ik een kind dat aan slapeloosheid lijdt. Meteen was ik de controle over mijn leven kwijt. Maar ik verzette me niet. Ik gaf me over. Zo’n kind is, net als kunst, iets dat niet te controleren valt. Het dwingt tot tijdverlies. Je weet niet waar je uitkomt. Het probleem is privé, maar de keuze om eraan toe te geven is politiek. Je verzet je tegen de dwang om elke seconde van je leven te rentabiliseren. Slaap is het laatste terrein dat daaraan ontsnapt, al wil de neurowetenschap ook dat ontginnen. We moeten terug leren om elkaar én onszelf tijd te schenken om te dromen.”
Dat deed het bedrieglijk eenvoudige The Guardians of Sleep van David Weber-Krebs al dit weekend in het Kaaitheater. Zes performers deden er hun verhaal aan een groepje toeschouwers. De kinderjaren, vol kleurrijke details, kwamen traag voorbij. De adolescentie ging al wat sneller. Zodra er een iPad aan te pas kwam, met een lawine aan kiekjes en selfies, ging het met een rotvaart vooruit.
Maar ondanks de overdosis informatie kwam je toen beduidend minder te weten over de vertellers. De foto’s stonden het verhaal in de weg - je verloor de draad bij de zoveelste foto van een ontbijt of een feestje. Net dan stopte het stuk abrupt. De vertellers vleiden zich neer op de vloer om de toeschouwers aandachtig aan te staren. Ze sloten de ogen, waarop het licht switchte naar zachtblauw. Dromenland. De spanning tussen het immens drukke leven dat eerst voorbij swipete en het dromerige staren kon niet groter zijn.
Wegdromen
Zo’n dagdromerij bepleit dus ook Portela. Lui is de vinnige Portugese nochtans niet. Ze woont beurtelings in Antwerpen en Lissabon, waar ze schrijft, tekent, schildert, en zowel films als opmerkelijke performances maakt. Zoals Banquet uit 2007. Daarin diste ze tijdens een somptueus banket een alternatieve kijk op het bewustzijn en het DNA van de mens op. In The Private Collection of Acácio Nobre (2011) herschreef ze dan weer de geschiedenis van de maatschappelijke revoluties in de 20ste eeuw aan de hand van de geschriften van de geniale (maar fictieve) geleerde Acácio Nobre.
Daar gaat het haar altijd om: een quasi mythologisch verhaal bedenken dat een andere blik biedt op wat politiek, bedrijfswereld of wetenschap ons wijs maken. Zo ook nu weer in Parasomnia.
Portela: “Het idee ontstond al in 2007, bij het maken van Banquet. Dat ging over eten, en na eten volgt slapen. De bal ging aan het rollen toen ik in 2016 geselecteerd werd voor de Mediaprijs van het Museum voor hedendaagse kunst van Lissabon. Zo kon ik een installatie maken rond het thema ‘slaap’. Ik werd alweer geïnspireerd door Acácio Nobre, met name door zijn onafgewerkte essay Over het slapen, het waken en de afwezigheid van dromen (1890).” Portela praat erover alsof die Nobre een autoriteit is, in plaats van haar verzinsel.
Werken in een museum bleek wel een uitdaging. “In een museum consumeren bezoekers kunstwerken alsof ze een grootwarenhuis aandeden. Ik wil mensen laten wegdromen. Daarom bedacht ik een kamer waar mensen zich afzonderen met een werk. Maar dan nog moet je aandacht afdwingen. Daarom toon ik niet de werken zelf, maar een film waarin schilderijen haast onmerkbaar in elkaar overgaan, zonder ooit op een werk scherp te stellen. Het effect is als een trance of een dagdroom. Elk schilderij stelt een liggende vrouw voor. Het gaat van geboorte tot dood.”
Na Lissabon kwamen voegde Portela meer kamers toe aan haar installatie. Die kan je nu in Brussel zien. “De installatie groeit nog. Ik voorzie kamers waar je alleen bent, zoals een wachtkamer, een slaapkamer, een juwelenkamer, een leeskamer. Elke kamer laat je anders slapen, dagdromen of wegdoezelen.”
Tot 21/21 in Kaaitheater, Brussel.