AchtergrondTelevisie
Wat doen al die literaire scifi-reeksen ineens op tv? Pas nu zijn er, dankzij Netflix en co, ook de monsterbudgetten voor
Na reeksen gebaseerd op werken van topauteurs als Isaac Asimov en Neil Gaiman brengt Amazon-serie The Peripheral nu ook een roman van William Gibson naar het tv-scherm. Wat komen al die sciencefictionauteurs ineens op streamingdiensten doen?
Ieder sciencefictionverhaal zuigt u een onwaarschijnlijke wereld binnen via een resem plausibele details. Bij nieuwe Amazon Prime Video-reeks The Peripheral, die zich ergens in het rurale Amerika van 2032 afspeelt, is het bijvoorbeeld de consumententechnologie van Flynne Fisher (Chloë Grace Moretz) en haar broer Burton Burton (Jack Reynor). Hun smartwatch en – vooral – VR-bril lijken op hedendaagse modellen die tien jaar verdere technologische ontwikkeling hebben ondergaan.
Maar − zoals dat gaat in alle verhalen van William Gibson, de sciencefictionauteur op wiens gelijknamige roman uit 2014 de reeks is gebaseerd − vanaf het moment dat u het universum waarin de personages leven gelooft, trekken de makers u mee naar een veel onwaarschijnlijkere wereld. Burton komt aan de kost als ‘sim jockey’, die in de plaats van rijke klanten hun ‘rol’ speelt in virtuele werelden om er hun level te vergroten. Het helpt broer en zus onder meer om de behandelingskosten van hun zieke moeder betaald te krijgen.
Maar dan krijgt hij een experimentele headset toegestuurd van een schimmige nieuwe cliënt. En die brengt Flynne, die het ding in zijn plaats opzet, naar een wereld die helemaal niet zo virtueel is: ze maakt verbinding met een avatar van haar broer in het Londen van 2099.
Glorieus scifi-bacchanaal
Virtuele werelden zijn een motief dat al decennialang het werk van cyberpunkpionier Gibson drijven. In 1984 liet hij personages al naar ‘cyberspace’ overgaan in zijn roman Neuromancer, bijna een decennium voordat er effectief een wereldwijd computernetwerk in gebruik werd genomen door het brede publiek. “Zijn werk levert een glorieus bacchanaal voor iedere scififan”, zei Scott Smith, showrunner van The Peripheral, bij de aankondiging van de reeks. “Zijn personages en de werelden die ze bewonen zijn suggestief, rijk gedetailleerd, eigenzinnig ‘echt’.”
Nochtans is het nog niet heel vaak voorgevallen dat William Gibsons werk op het scherm terechtkomt. In 1995 bewerkte hij zelf zijn kortverhaal Johnny Mnemonic tot het scenario van een bioscoopfilm, waarin Keanu Reeves een ‘datakoerier’ speelt. Daarna pende de schrijver zelf de scenario’s van twee afleveringen uit The X-Files: in Kill Switch (1998) uploadt een computerwetenschapper zijn bewustzijn naar het dan nog prille internet, en in First Person Shooter (2000) belandt agent Mulder in een hyperrealistische voorganger van hedendaagse schietgames.
Met The Peripheral wordt dat lijstje bijna een kwarteeuw later voortgezet. En de reeks komt niet alleen. Eerder dit jaar werd ook stripreeks The Sandman van schrijver Neil Gaiman geadapteerd in een Netflix-serie; eind vorig jaar kwam Apple TV+ met het eerste seizoen van een epische scifireeks gebaseerd op Isaac Asimovs Foundation-boekenreeks; en iets verder terug in het recente verleden maakte Starz al een reeks rond Gaimans roman American Gods (bij ons een Amazon Original).
Hogere inzet
Sciencefiction (we gebruiken het met opzet als portmanteau voor subgenres die connaisseurs eerder als speculative fiction of alternative fiction zouden benoemen) van bekende auteurs uit het genre viert hoogtij op streamingdiensten. Tot op niet geringe hoogte zit daar een eenvoudige verklaring achter: de middelen om die omvangrijke werelden naar het scherm te brengen zijn eindelijk voorhanden.
Een aflevering van een gemiddelde Amerikaanse serie die op het open net belandt, genre CSI of Hawaii Five O, kost vandaag 4 tot 5 miljoen dollar om te maken, zo bleek niet lang geleden uit een rondvraag van vakblad Variety: te weinig voor zulke ambitieuze maaksels. Meerwaardeseries, al decennia gemaakt door Amerikaanse betaaltelevisiemerken als HBO en FX, mochten altijd al wat meer kosten, maar met de intrede van streamingdiensten is de budgettaire realiteit van de techwereld – waarin doorgaans meer geld tegen de dingen wordt gesmeten – in de productie van tv-series binnengekomen. Uitschieters worden nu voor 10 tot 20 miljoen dollar per aflevering gemaakt.
“Meer dan dertig jaar lang is mijn aandeel in Sandman-adaptaties vooral geweest om te voorkomen dat er slechte worden gemaakt”, zei Neil Gaiman bij de start van de Netflix-reeks. “Long-format-romantelevisiereeksen krijgen nu de speciale effecten en budgetten om deze wereld tot leven te brengen. Nog maar tien jaar geleden hadden we hiervan niet eens kunnen dromen.”
Wat ook helpt, is dat tv-reeksen nu worden gemaakt met een sérieux die de originele werken thematisch juist naar het scherm brengt. Kijk naar Foundation op Apple TV+. Dat doet misschien iets te veel eeuwen vooruitrollen in zijn vertelling, maar raakt er tegelijkertijd ook Asimovs filosofische laag mee, met beschouwingen over tijd, macht, religie en vrije wil. Gaiman zegt hetzelfde over de adaptatie van zijn The Sandman.
Ook The Peripheral-maker Scott Smith zegt dat zijn creatieve ploeg zich heeft ingespannen om Gibsons werk thematisch accuraat bij de kijker af te leveren. “Er is de voortdurende strijd van controle en macht versus individuele autonomie, en de rol van technologie daarin. Er is de manier waarop technologie en het lichaam steeds meer versmolten raken. En dan de kwestie van empathie: voelen andere mensen nog wel ‘echt’ iets voor ons in een virtuele wereld?”