Karakteractrice Annette Bening treedt deze week aan in de superheldenfilm Captain Marvel. Ze belandt in uitstekend gezelschap: de 21 Marvel-films die de afgelopen elf jaar op het publiek werden losgelaten, konden ook Hollywood-grootheden zoals Ben Kingsley, Robert Redford en Michael Douglas strikken. Wat hebben zulke kanjers te zoeken in ‘onnozele’ bioscoopvoer?
Iedere Amerikaanse topacteur zal in de nabije toekomst een rol hebben in een superheldenfilm – als dat al niet gebeurd is. Het is een wetmatigheid die men al een paar jaar stilzwijgend voor lief neemt in Hollywood. A-listers moeten nu eenmaal geregeld een grote film doen voor hun marktwaarde (en het geld), en het is nu eenmaal een feit dat het merendeel van de wereldwijde bioscooptickets wordt uitgegeven aan superheldenvoer. Van de tien Hollywood-films die vorig jaar het meeste geld opbrachten aan de bioscoopkassa zaten er vijf in het superheldengenre, met Avengers: Infinity War (2,05 miljard dollar of 1,8 miljard euro) en Black Panther (1,35 miljard dollar of 1,19 miljard euro) op kop.
Die laatste twee kwamen niet toevallig van Marvel Studios, een vazalbedrijf van het mediaconglomeraat Disney. Sinds Disney in 2009 de stripuitgeverij Marvel overnam, bouwde het een waarachtig cinematic universe uit rondom de bekende spandexhelden.
Het succes van de Marvel-films – sinds de overname brachten de films 17 miljard dollar (bijna 15 miljard euro) op, berekende de website Box Office Mojo – steunt vooral op de vele cross-overs tussen de films. Net zoals de helden in elkaars strips opduiken, waren Iron Man (Robert Downey Jr.), Captain America (Chris Evans), Thor (Chris Hemsworth) en nu dus Captain Marvel (Brie Larson) in elkaars films te zien.
“Die ervaring hadden hardcorelezers van de comics al decennialang”, zei Kevin Feige, de creatieve kracht achter het Marvel Cinematic Universe, eind 2017 in een interview met het Amerikaanse magazine Vanity Fair. “Het leek ons wel iets om de bioscoopgangers dezelfde ervaring te bieden, maar dan op een veel ruimer podium. Het heeft iets inherent geweldigs, de werelden van personages met elkaar zien botsen.”
Er zit nog een tweede succesfactor achter de Marvel-films: de afgelopen 21 Marvel-films voerden een waar pantheon van Hollywood-A-listers op, die ofwel de rol van slechterik ofwel die van dragende sidekick vertolkten. Dat waren niet alleen de toppers van de huidige generatie, voor wie regelmatig switchen tussen blockbuster- en arthousefilms de gewoonste zaak van de wereld is, maar ook ware Hollywood-legendes. Die duiken ook weleens in andere cinematic universes op, zoals de wereld die de filmstudio Warner Bros. probeert op te trekken rond DC Comics-figuren als Batman en Superman, maar Marvels lijst is langer en indrukwekkender.
Megabudgetten
Sir Anthony Hopkins in de Thor-trilogie (2011-2017). Tommy Lee Jones in Captain America: The First Avenger (2011). Michael Keaton in Spider-Man: Homecoming (2017). Kurt Russell en Sylvester Stallone in Guardians of the Galaxy Vol. 2 (2017). Michael Douglas in de twee Ant-Man-films (2015-2018). Robert Redford in Captain America: The Winter Soldier (2014). Jeff Bridges in de eerste Iron Man (2008). Ben Kingsley in de derde (2013). William Hurt in The Incredible Hulk (2008). En vanaf morgen is Annette Bening te bewonderen in Captain Marvel. Acteurs die op de affiche van de grootste filmklassiekers van de afgelopen halve eeuw hebben gestaan – Hollywood-royalty, kortom – draaien er hun hand niet voor om om naast of tegenover spandexhelden te staan of zelf een superschurkenpakje aan te trekken.
Een eerste reden waarom ze dat doen, is niet ver te zoeken: de poen. Acteurs van dat slag strijken makkelijk een paar miljoen dollar op als ze opdraven in films met de megabudgetten (tot 200 miljoen dollar en zelfs meer) die Disney veil heeft voor zijn Marvel-reeks.
“Het zijn vaak acteurs die ooit hoofdrollen speelden, maar later in hun carrière naar bijrollen zijn gemigreerd”, zegt professor Liam Burke, cinema and screen studies coordinator aan de Australische Swinburne University. “Veel van die gerespecteerde acteurs zijn inmiddels ook ouders en grootouders, en noemen vaak hun kinderen en kleinkinderen als reden om die vaak iconische rollen aan te nemen.”
Het is opvallend hoe weinig ze vaak weten over de strips en het personage dat ze naar het bioscoopscherm moeten vertalen. Annette Bening gaf onlangs tegen Stephen Colbert, presentator van het populaire Amerikaanse praatprogramma The Late Show, toe dat ze aanvankelijk niet eens wist hoe ze haar personage moest uitleggen. Uiteindelijk kreeg ze tekst en uitleg van haar kinderen: “Ik vroeg hen om me uit te leggen wat er in godsnaam aan de hand was.”
Zo ook Michael Keaton, die de slechterik Vulture vertolkte in Spider-Man: Homecoming: “Ik weet nauwelijks wie de Joker is”, lachte hij het weg in een interview met de website Collider. “Maar ik heb een bron, de twee dochters van een dame die ooit voor me heeft gewerkt: de ene is acht en de andere elf of twaalf. Als ik vragen heb, stuur ik hen een bericht. Ze lichten me in over wie wie is. Dat is mijn research.”
Nieuwe filmtaal
Over de vermeende banaliteit van de film waarin ze optreden, laten topacteurs zelden het achterste van hun tong zien: tijdens de promotieperiode gedragen ze zich als een gentleman of dame.
Maar bij momenten, vaak jaren na de bioscooplancering van de film, komt wél eens naar boven hoe ze erover dachten. Jeff Bridges bleek niet zo’n hoge pet op te hebben van Iron Man, de film waarmee Marvel zichzelf succesvol aan Disney verkocht en die de hele reeks in gang zette, en waarin hij de booswicht Obadiah Shane vertolkte. “Ik maakte een kleine aanpassing in mijn hoofd”, zei hij tijdens een webcast van het Amerikaanse blad Variety. “Die aanpassing was: ‘Jeff, doe rustig. Je zit in een studentenfilm van 200 miljoen dollar, amuseer je.’”
In interviews en op persmomenten leggen acteurs ook weleens uit dat hun rol uitdagingen inhield. Op technologisch gebied, bijvoorbeeld. “Het grootste verschil is het acteren voor een groen scherm, waarop de computer achteraf de achtergronden invult”, vertelde Michael Douglas vorig jaar in een interview met De Morgen tijdens de perstour van Ant-Man and the Wasp, waarin hij voor de tweede keer uitvinder en ex-superheld Hank Pym speelde. “Dat had ik nooit eerder gedaan. Het is moeilijk, want je staat te spelen in een ruimte waar simpelweg niets anders te zien is. Het komt er dan op neer nog meer vertrouwen te stellen in de regisseur. Hij is de enige die voor ogen heeft wat er gaat gebeuren. Maar als ik het resultaat achteraf zie, is dat pure magie.”
Ook voor Robert Redford, die in Captain America: The Winter Soldier een corrupte topbureaucraat speelde, was de technologie een doorslaggevende factor, vertelde hij in het blad Entertainment Weekly. “Ik wilde die nieuwe vorm van filmmaken die het heeft overgenomen, ervaren, waarbij je ziet hoe krachtige technologie cartoonpersonages tot leven wekt.”
Voor de acteurs die een slechterik spelen is er ook gewoon de aantrekkingskracht van de slechterikenrol. Die bestond al lang voor de start van het Marvel Cinematic Universe: de booswicht in James Bond-films is al sinds de jaren 60 vaak een acteur met groot gewicht.
Het is ook een uitdaging een personage te vertolken dat er compleet over gaat. “Mijn hele carrière heb ik in essentie hedendaagse komedies en drama’s gedaan”, zegt Michael Douglas in de persmap van Ant-Man and the Wasp. “Het leek me een leuke uitstap om een andere wereld te verkennen waarin alles kan.”
Klassiek acteren
Per definitie, stelt professor Liam Burke in zijn boek The Comic Book Adaptation, luidden superheldenfilms de terugkeer van een klassieke manier van acteren in. Omdat de acteurs vaak achter een masker verscholen zitten en digitale effecten primeren op het scherm, moeten de acteurs meer met hun lichaam doen.
Volgens Burke hebben de specifieke vereisten van de comic-adaptatie minder realistische vertolkingen een zetje gegeven, en spruiten veel van die keuzes voort uit conventies die zijn ontstaan op de pagina’s van de stripboeken. “We zagen het al met Gene Hackman die Lex Luthor speelde in Superman: The Movie (1978), en Nicole Kidman toonde het onlangs in Aquaman”, zegt Burke. “Een deel van de appeal die optreden in superheldenfilms voor gevestigde dramatische acteurs heeft, zit in de expressionistischer vertolkingsstijl die dit soort films vergt.”
Voor Marvel Studios zijn de Hollywood-kanjers meer dan mooie namen op de affiche. Soms past hun acteurspersona goed bij het concept van de film, opperde Feige na Robert Redfords passage in Captain America: The Winter Soldier. “We ontwierpen deze film als een grote Marvel-actiefilm, maar ook als een soort politieke thriller. En als je naar de beste politieke thrillers van de jaren 70 kijkt, speelde Robert Redford in bijna al die films een hoofdrol. Three Days of the Condor was een grote invloed.”
Per definitie geven Hollywood-grootheden de Marvel-films ook extra gewicht en geloofwaardigheid. “Wat ook de context of de scène is, er is altijd een zoektocht naar oprechtheid, naar het onvervalste”, verwoordde Ben Kingsley het tijdens de persconferentie waarmee Iron Man 3 werd aangekondigd. “Dat treft doel bij alle generaties.”
Want, zo zegt Feige in Vanity Fair, het idee is natuurlijk dat het niet alleen maar om de explosies, de superkrachten en de kostuums gaat. “De diepte van de Marvel Comics-personages is onwaarschijnlijk. Een hoop mensen – inclusief soms zij die bezig zijn met dit soort films – beseft dat niet. Je kunt door de tekeningen bladeren, en je kunt ze al dan niet appreciëren, maar om echt diep in het verhaal te geraken, moet je het helemaal lezen. Dat is de les die we onszelf vandaag voor ogen houden, zelfs als we de middelen hebben om te doen wat we willen. Het hoeft niet altijd groots te zijn.”
Captain Marvel, vanaf 6/3 in de bioscoop.