InterviewStedho
Vlaamse stripauteur Stedho scoort in Frankrijk: ‘In Vlaanderen word je snel vergeten’
Respect was er onvoldoende, en ook met de Vlaamse uitgevers vlotte het niet. Dus trok stripauteur Stedho naar Frankrijk. Met Oceaankind, dat nu ook in het Nederlands verschenen is, verstevigt hij er zijn reputatie als jeugdstripauteur. ‘Ik hunkerde niet per se naar groot buitenlands succes.’
Dat hij liever ‘in zijn kot’ blijft zitten, zegt hij in een recente aflevering van het VTM-programma Hoe zal ik het zeggen? Het was zijn vriendin die de makers ervan kon overtuigen hem uit zijn tekenstudio te lokken en - eindelijk - mee te gaan op salsales. Wat volgt: op een afgehuurde brug danst Stedho (47), pseudoniem van Steven Dhondt, samen met tientallen dansers mee de begingeneriek van La La Land.
Het is een opvallend optreden, zeker voor wie de auteur kent. Buitenkomen doet ie immers amper. Netwerken, zich in de kijker werken... Het is niet aan hem besteed. “Inderdaad, achteraf gezien had ik toch beter ook even voor de camera kunnen zeggen dat ik stripauteur ben”, lacht hij.
Ook zijn Franse carrière, die de jongste jaren een spurt nam, ging bij ons haast onopgemerkt voorbij. Omdat hij het niet aan de grote klok hing, maar ook omdat vertalingen uitbleven. Voor de grote Franse uitgever Delcourt tekende hij de manga-achtige trilogie Obscurcia, voor Jungle waren dat Adam Quichotte, Fils de sorcières en L’enfant océan. Dat laatste one-shot, gebaseerd op de bekende jeugdroman van Jean-Claude Mourlevat, werd zopas door de Genkse uitgeverij Daedalus vertaald. En daarmee werden de Vlaamse schijnwerpers toch nog een keer op Stedho gericht.
Stedho: “Voor Oceaankind ben ik gevraagd door scenarist L’Hermenier, die me al een tijdje op Facebook volgde. In Frankrijk is het een bekende jeugdroman. Een geweldig boek. Tof opgebouwd en geschreven vanuit verschillende perspectieven. Het verhaal begint in een politiekantoor waar een aantal mensen getuigt over waar ze de kleine Yann en zijn zes oudere broers, allemaal tweelingen, het laatst hebben gezien nadat ze hun ouderlijk huis zijn ontvlucht.”
Wolfpack
Of hij vanaf de start een internationale ambitie ambieerde? “Goh, mijn ambitie was om mijn ding te kunnen blijven doen. Ik hunkerde niet per se naar groot buitenlands succes. Maar als je vaststelt dat het alsmaar moeizamer wordt om in Vlaanderen goede uitgevers en respect te vinden, dan geeft dat niet bepaald een fijn gevoel qua toekomstperspectief. Die wetenschap heeft me doen uitwijken naar Frankrijk, waar het stripauteurschap meer geapprecieerd wordt en meer kansen biedt. Ik merk het ook bij Jungle, de uitgeverij waarvoor ik nu al even werk. Ze stelden me onlangs een blanco contract voor waarbij je een soort ‘maandloon’ krijgt om ‘ergens’ aan te werken. Ze bevestigen zo dat ze je niet willen laten gaan. Op die manier is het doen- en houdbaar. Dat is heel anders dan in Vlaanderen waar je, als je project afloopt, wordt vergeten.”
Hij kan het weten. In Vlaanderen werkte Stedho al eerder met de grote uitgeverijen. Bij het voormalige Ballon Media, in 2019 overgenomen door Standaard Uitgeverij, had hij een goed contact met de intussen verongelukte uitgever Alexis Dragonetti. “Hij wou dat ik een buitenreeks-album van Lucky Luke zou maken en fungeerde als tussenpersoon tussen de rechthebbenden en mezelf, maar toen hij overleed, bleef bij de Franstaligen de deur dicht.”
Ook Red Rider, een sciencefiction-nevenreeks van De rode ridder die hij samen met Lectrr opzette bij Standaard Uitgeverij, liep niet zoals hij wou. “Ja, ik ambieerde daarmee een internationale reeks, maar ook die titel stopte. Het voelde in die periode bij Standaard Uitgeverij zoals nu bij Jungle: dat je erbij hoorde en dat ze er alles aan zouden doen om je erbij te houden. Met andere auteurs smeedden we toen nieuwe plannen via de Wolfpack, een ideeënclub van toenmalig uitgever Johan Desmedt. Maar nadien was er zo’n verloop van medewerkers dat je telkens opnieuw alles moest opbouwen. Ik had geen voeling met die verschillende equipes. Ik hoor ook niets meer van hen. Bij de Fransen voel ik me meer thuis.”
Magritte
Intussen werkt Stedho aan zijn eerste echte graphic novel: Tussen de plooien. “Jungle geeft enkel jeugdstrips uit, dus bij hen kon ik niet terecht. Intussen begon ik toch al aan het boek dankzij een subsidie van Literatuur Vlaanderen. Ik schreef het ook helemaal in het Frans, omdat ik het nu gewoon ben, en omdat het zich in Brussel afspeelt. Er komt een vluchteling in voor die een taal moest spreken die aannemelijk is voor iemand die hier net beland is.” Verweven in het verhaal is ook kunstenaar Magritte. ”Er wordt geen woord over hem gerept, maar hij komt er op een surrealistische manier in voor terwijl zijn leven parallel loopt met dat van de papieren acteurs.”
Tussen de plooien wordt een boek van 150 pagina’s, aldus Stedho. “Dus ik heb een grote Franse co-uitgever nodig.” Of het helpt dat hij de voorbije jaren met zijn Franse jeugdstrips flink scoorde en Oceaankind in Frankrijk onlangs werd genomineerd voor de Prix des collèges op het bekende stripfestival van Angoulême? “Ik merk dat grotere uitgevers wel naar me vragen of op z’n minst weten wie ik ben. Genomineerd zijn helpt om uit de massa opgepikt te worden. Winnen nog net iets meer. Wat dat betreft is het, zoals steeds als stripauteur, afwachten.”
Oceaankind werd uitgegeven door Daedalus, 64 p., ca 19,95 euro