Dranouter Festival
Vlaamse folkmuzikant vindt liefde, rust en inspiratie op Ests eiland
Sommige mensen lijken op de verkeerde plaats geboren. Neem nu de Oost-Vlaming Hartwin Dhoore, die twee jaar geleden zijn Estse vrouw Leana volgde naar haar geboorteland en zich de rust daar uitstekend laat welgevallen.
De muren van de walburcht van het ingeslapen middeleeuwse provinciestadje Viljandi brokkelen langzaam af. Ooit bood het kasteel weerstand aan Teutoonse kruisvaarders die de lokale heidenen te vuur en te zwaard wilden overtuigen van de deugden van het katholicisme. Nu vormen de burchtoverblijfselen al 25 jaar het decor voor het Viljandi Folk Festival. Een bebaarde accordeonist zet een deuntje in en honderden Esten, gezeten op houten banken, wiegen mee. Vooraan dansen de jongeren die zich niet kunnen inhouden. De accordeonist is Hartwin Dhoore uit Sint-Lievens-Houtem, die met drie kompanen Estbel vormt. Het klinkt als een hashtag voor een voetbalmatch, maar het gaat om een muzikale entente tussen Vlaamse en Estse folkmuzikanten, inclusief Hartwins broer Ward en vrouw Leana.
Estbel ontstaat als duo wanneer Dhoore en Leana Vapper elkaar in 2010 ontmoeten in de Vlaamse folkscene. Leana woont dan al een tijdje in België, waar ze na een uitwisselingsjaar bleef plakken. Liefde en muziek gaan hand in hand, al is Estbel lange tijd een zijproject. Dhoore is vooral in de weer met Trio Dhoore, een band die hij met twee broers heeft opgericht en die swingende instrumentale folkmuziek maakt.
Hoe langer Vapper weg is van het isamaa, het Estse vaderland, hoe meer het gemis gaat knagen. Wanneer ze steentjes in de zee gooit vanaf Cap Gris-Nez, geraakt de Estse overmand door heimwee. Met een klein hartje oppert ze om naar Saaremaa te verhuizen, het grootste van 2.222 Estse eilanden. “Ik was er meteen voor gewonnen”, zegt Hartwin Dhoore. “Meer zelfs, ik wilde zelf al een tijdje weg uit België. Het lawaai, de drukte, de files, veel mensen op een kleine oppervlakte: het werd me te intens. Estland heeft me gered.”
De bevolkingsdichtheid van Saaremaa is dertig keer kleiner dan die van België. De gemiddelde Est is op zijn privacy gesteld en is het gelukkigst wanneer hij van zijn buur niets meer ziet dan de rook uit zijn schoorsteen. Met andere woorden: Dhoore valt met zijn achterwerk in de boter – een bedje van dennennaalden. “De ongerepte bossen en de immer nabije zee werken inspirerend. De rust van het Estse platteland bestaat in België niet. Een Belgisch dorp is als een Estse stad.”
Lange winters
“Telkens als ik met de ferry naar Saaremaa terugkeer, heb ik het gevoel dat ik de wereld achter me laat. Hier kun je nog dieren over de weg zien lopen. Probeer in België maar eens een everzwijn van dichtbij te zien.” Een toevallige ontmoeting met zo’n beest leidt rechtstreeks tot het nummer ‘Notsud’ – ‘Biggetjes’ – maar doorgaans is de stempel van Saaremaa subtieler. “De omgeving zorgt voor helderdere ideeën”, stelt Dhoore. “En door de lange winters klinkt noordelijke muziek melancholischer.”
Nog een reden waarom Dhoore zich als een vis in de Baltische wateren voelt: folk is groot in Estland. “De laatste jaren is het in België verbeterd, maar er was een tijd dat folk gelijk stond aan folklore, je verkleden als boer en met een dorsvlegel kloppen op de maat van een valse doedelzak. Niets tegen mensen die daarvan genieten, maar het is meer dan dat. Hier is een folksong op de radio normaal. Gewoon omdat het een goed nummer is – niets meer, niets minder.”