Maandag 27/03/2023

InterviewLisbeth Gruwez en Maarten Van Cauwenberghe

‘Vijftien jaar, dat voelt al een beetje als een huwelijk’

Danseres Lisbeth Gruwez en muzikant Maarten Van Cauwenberghe. Beeld Stefaan Temmerman
Danseres Lisbeth Gruwez en muzikant Maarten Van Cauwenberghe.Beeld Stefaan Temmerman

Vijftien jaar na de première van hun eerste voorstelling in Kortrijk staat Voetvolk, het gezelschap van danseres Lisbeth Gruwez en muzikant Maarten Van Cauwenberghe, in een maand tijd in de AB, de Bozar én de KVS. ‘Er is altijd wel iets tussen dansers en muzikanten, maar wij kwamen meteen goed overeen.’

Ewoud Ceulemans

“Als ik nu naar jonge mensen kijk, die op hun 22ste een eigen voorstelling maken en heel goed weten: dit is wat ik met mijn leven ga doen… Dat hadden wij zeker niet. Zelfs niet toen we al dertig waren.” Dat vertelt Maarten Van Cauwenberghe, muzikant en ‘Cultureel ondernemer van het jaar’ in 2016, over Voetvolk, het gezelschap dat hij samen met danseres-choreografe Lisbeth Gruwez vormt. Voetvolk bestaat vijftien jaar – ongeveer toch – al had geen van de twee dat aan het begin van hun samenwerking durven te voorspellen.

“We maakten iets. En dan maakten we nog iets. Zo is er een parcours ontstaan”, vult Gruwez aan, gezeten aan de andere kant van de tafel.

Zoals veel culturele organisaties in Vlaanderen zijn Gruwez en Van Cauwenberghe in hoopvolle afwachting van de bekendmaking van de nieuwe subsidieronde, in juni – dan weten ze zeker of ze weer vijf jaar kunnen voortwerken. Maar eerst is er een uitgebreide viering van hun vijftienjarige bestaan, met een reprise van Lisbeth Gruwez Dances Bob Dylan in KVS, de video-installatie Penelope in Bozar, en met Into the Open, een splinternieuw dansconcert in de AB: allemaal in het kader van het erg bescheiden getitelde programma Worse Worse Worse: Some Years of Voetvolk.

“We vonden dat een mooie titel”, legt Gruwez uit. “Het klinkt frisser dan een jubileum, het is de suggestie van ‘vijftien jaar’. Some years klinkt heel poëtisch en voelt aan alsof je over de jaren streelt en ziet wat blijft plakken. En dat is toevallig iets nieuws, iets ouds en iets totaal anders.” Van Cauwenberghe: “Het is ook moeilijk om precies te zeggen wanneer we begonnen zijn. We kunnen daar geen vaste datum op plakken. We zijn opgericht in 2005, we hebben onze eerste projectsubsidie aangevraagd in 2006 en onze eerste voorstelling getoond in 2007.”

Die voorstelling heette Forever Overhead: de première vond plaats in januari 2007, in Buda. “Een thuismatch, in Kortrijk – ik ben van daar”, blikt Gruwez terug. “En je eerste show, die toon je eerst aan de mensen uit je eigen omgeving.”

Voor de koning

Al is ‘eerste show’ relatief. Gruwez had al naam gemaakt als danseres bij Troubleyn, het gezelschap van Jan Fabre. Die beleefde toen een artistiek hoogtepunt en was nog niet van zijn voetstuk gevallen na klachten over grensoverschrijdend gedrag. Bij datzelfde gezelschap speelde Van Cauwenberghe muziek. Al in 1999, bij een auditie voor Troubleyn, leerden de twee elkaar kennen. “Ik vond hem de knapste van mijn groep”, zegt Gruwez met een glimlach. “En ik vond haar de beste”, repliceert Van Cauwenberghe. “Natuurlijk was er een klik. Zeker toen we samen een solo voor haar hebben gemaakt in een regie van Jan.”

Gruwez: “Ik had een goede rapport met Maarten.”

Van Cauwenberghe: “Er is altijd wrijving tussen dansers en muzikanten, maar wij kwamen meteen goed overeen.”

Van Cauwenberghe: ‘We maakten iets. En dan nog iets. Zo is er een parcours ontstaan.’  Beeld Stefaan Temmerman
Van Cauwenberghe: ‘We maakten iets. En dan nog iets. Zo is er een parcours ontstaan.’Beeld Stefaan Temmerman

Voor Gruwez, die al op haar zeven jaar een voorliefde voor dansen ontdekte, was een carrière als danseres en choreograaf een logische toekomst. Voor Van Cauwenberghe, die zijn liefde voor muziek koppelde aan een opleiding als handelsingenieur, was een culturele carrière minder vanzelfsprekend. “Zes maanden nadat ik was afgestudeerd, stond ik naakt op scène op de wereldexpo in Hannover. En mijn ouders hadden nog nooit iets van Fabre gezien. (lacht) Pas toen we voor de koning speelden, hebben ze hun zorgen over mij opzijgezet.”

Zijn ervaring als handelsingenieur heeft Van Cauwenberghe nochtans geen windeieren gelegd. Naast het muzikale brein van Voetvolk is hij ook de zakelijk leider. Gruwez: “Ik was bij Jan Fabre vertrokken en ik had Willy Malisse als manager. Ik had hem betaald met een projectsubsidie die ik had gekregen, maar toen is hij plots gestorven in Italië. Daarom heb ik naar Maarten gebeld: ik wist daar allemaal niets van, van het financiële, maar ik had wel ideeën en mijn show was al half klaar. Maarten heeft mij toen verder geholpen.”

Van Cauwenberghe: “Eerst ging ik alleen de muziek doen. Ik kende daar eigenlijk niets van, van dat managen. Maar met mijn kennis van cijfers ben ik daarin gesprongen.”

Elvis

Sindsdien maakte Voetvolk elf stukken, waaronder de bejubelde trilogie It’s Going to Get Worse and Worse and Worse, My Friend – Ah/Ha – We’re Pretty Fuckin’ Far From Okay (2012-2016), telkens met Gruwez als danser-choreograaf en Van Cauwenberghe als componist. In The Sea Within (2018) stond Gruwez voor het eerst niet zelf op scène, terwijl in Lisbeth Gruwez Dances Bob Dylan (2015) en Piano Works Debussy dan weer muziek van respectievelijk – the clou is in the title – Bob Dylan en Claude Debussy werd gebruikt.

In totaal speelde Voetvolk al “tussen de zeshonderd en zevenhonderd voorstellingen”, schat Van Cauwenberhge, voor een opgeteld publiek van zo’n 120.000 man. “Elvis heeft 1.600 keer opgetreden”, voegt Gruwez er nog aan toen. “Ik heb toch al hard gewerkt, maar we hebben nog veel te doen.”

Ondertussen heeft Voetvolk wel de hele wereld gezien. “We hebben in Tokio en in Singapore gezeten”, herinnert Van Cauwenberghe zich, “en we hebben veel in Brazilië gespeeld, in Chili ook. Maar nu moeten ze al erg hun best doen om ons voor één show aan de andere kant van de wereld te krijgen. Ik denk vaak: probeer dat eens wat verstandiger aan te pakken. Wij spelen in Valladolid, komen terug en drie weken later moeten we dan weer in Madrid staan. Er is nog een lange weg te gaan in de podiumkunsten om dat beter te organiseren.”

Gruwez: ‘Maarten vecht voor zijn muziek, ik vecht voor mijn dans. Er is een heel vruchtbare dynamiek. We kunnen niet zonder elkaar.’ Beeld Stefaan Temmerman
Gruwez: ‘Maarten vecht voor zijn muziek, ik vecht voor mijn dans. Er is een heel vruchtbare dynamiek. We kunnen niet zonder elkaar.’Beeld Stefaan Temmerman

Met hun nieuwe voorstelling, Hunters & Collectors, willen ze het kleinschaliger aanpakken. Gruwez: “Ik wandel graag en veel, en ik doe dan grote afstanden. Ik dacht: zou het niet geweldig zijn om een voorstelling te maken waarbij we van venue naar venue stappen?”

Van Cauwenberghe: “Volgend jaar, van mei tot midden juni, wandelen we van Maasmechelen naar Ieper en dan weer terug naar Antwerpen. In totaal is dat 560 kilometer, van cc naar cc. En ’s avonds spelen we dan de show.”

Gruwez: “Als je getraind bent, kun je 20 kilometer per dag stappen. De idee is dat we wandelen en mensen ons kunnen volgen via een app. We nodigen de mensen ook uit om mee te wandelen en zo op een andere manier verbinding te zoeken.”

Bovendien heeft corona het reizen een knauw gegeven. “Piano Works Debussy zou normaal in première gaan tijdens de eerste coronagolf”, vertelt Van Cauwenberghe. “Er zijn veertig voorstellingen geannuleerd.” Sinds vorig najaar, tussen de coronagolven door, is Piano Works Debussy alsnog op tournee vertrokken, “maar het is niet zoals het geweest zou zijn. Zeker internationaal is het nog een beetje afwachten”.

Feestje

Vandaar ook dat hun twaalfde stuk, Into the Open, als een soort bevrijding aanvoelt – temeer daar het in de AB wordt gespeeld, met een staand publiek dan nog wel. Van Cauwenberghe: “Het idee is ontstaan tijdens corona. We dachten: hierna moeten we toch een soort feestje doen...”

Gruwez: “… waar mensen tegen elkaar mogen opbotsen. We hadden gerekend op januari 2022. Dat bleek een maandje te vroeg, uiteindelijk. We hebben wel een paar try-outs en een avant-première achter de rug, met een zittend en gemaskerd publiek. Maar nu kunnen we in première gaan zoals we het eigenlijk wilden.”

Van Cauwenberghe: “Een staand publiek, dat hebben we wel nog nooit uitgeprobeerd. Ik vraag me wel af: wat gaat zichtbaar zijn, en wat niet? Wij hebben onze voorstellingen altijd gemaakt voor een zittribune.”

Into the Open is dus geen klassieke dansvoorstelling. Het is ‘dance meets concert’, vat Gruwez samen, waarin Dendermonde, een powertrio gevormd door Maarten Van Cauwenberghe, drummer Frederik Heuvinck en gitarist Elko Blijweert, centraal staat, ondersteund door vier performers. “Ik wil me daar niet op vastpinnen”, zegt Van Cauwenberghe, “maar ik hoop wel dat de mensen aan het einde van de show meedansen. Dan wordt de muziek meer dansbaar, ik denk dat er dan wel een feestje kan ontstaan.”

Het ‘dansconcert’ van Into the Open benadrukt eens te meer hoe muziek en dans hand in hand gaan bij Voetvolk. “Dat is hier echt een huwelijk. Zo voelt het toch, na vijftien jaar”, lacht Gruwez. “Hij vecht voor zijn muziek, ik vecht voor mijn dans. Er is een heel vruchtbare dynamiek. We kunnen niet zonder elkaar.”

Van Cauwenberghe: “Het is belangrijk. We hebben de muziek altijd behandeld als...”

Gruwez: “… iets evenwaardigs.”

Van Cauwenberghe: “En we creëren echt samen. Het is niet zo dat ik thuis wat zit te componeren en die muziek dan bij Lisbeth binnengooi.”

Gruwez: “Al bij Forever Overhead was dat zo. Maarten speelde vanachter de knoppen in op wat ik deed, zodat het leek alsof ik altijd knal op de muziek zat. En nu, vijftien jaar later, zijn de rollen omgedraaid: hij staat op het podium met zijn muziek, en ik speel dáárop in. Voor je ’t weet begin ik ook de financiën te doen.” (lacht)

Into the Open, 24 februari in AB, Brussel.
Lisbeth Gruwez Dances Bob Dylan, 18 maart in KVS, Brussel.
Everybody Dances Bob Dylan, 19 maart in KVS, Brussel.
Penelope, tot 20 maart in Bozar, Brussel.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234