Vrijdag 09/06/2023

InterviewIan McEwan

‘Veel succesvolle schrijfsters hebben geen gezin’: Ian McEwan filosofeert over zijn levenslot in meest autobiografische roman tot nu toe

Ian McEwan: ‘Ik heb altijd bewondering gehad voor schrijvers die meedogenloos uit hun eigen verleden putten, zoals Dickens of Updike.’    Beeld Erik Smits
Ian McEwan: ‘Ik heb altijd bewondering gehad voor schrijvers die meedogenloos uit hun eigen verleden putten, zoals Dickens of Updike.’Beeld Erik Smits

Of dit zijn laatste boek is? Niet per se, zegt Ian McEwan (73). Het nu vertaalde Lessen gaat over een man die zijn ­talenten níét optimaal ontwikkelt en put – voor het eerst – uitgebreid uit zijn eigen leven.

Hans Bouman

Een literair auteur, niet echt bekend als performer of crowdpleaser, die een goedbezocht optreden verzorgt in theatertempel Carré – vastgelegd door de Nederlandse televisie. Televisie die ook toont hoe de schrijver een ontzagwekkende stapel boeken signeert voor zijn vele, vele fans. Het optreden van eind januari ­bevestigt het nog maar eens: Ian McEwan (73) bevindt zich op de top van zijn schrijvers­loopbaan.

Drie jaar na de publicatie van de anti-brexit- en anti-Boris Johnson-novelle The Cockroach (De kakkerlak), kwam Ian McEwan in september vorig jaar met zijn dikste boek tot dusver: Lessons. Zopas verscheen de Nederlandse vertaling, Lessen. Het boek is de kroon op zijn indrukwekkende oeuvre. Alle belangrijke thema’s komen erin terug en voor het eerst put hij ook uitvoerig uit zijn eigen leven. Terwijl de hoofdpersoon, Ronald Baines, toch bepaald geen McEwan-kloon is.

“Er zijn inderdaad verschillen”, grinnikt McEwan, terwijl hij zijn handen warmt aan een kop thee in de keuken van zijn uitgever, gelegen in de kelder van een Amsterdams grachtenpand. “Anders dan ik maakt Roland zijn middelbare school niet af en gaat hij niet studeren. Zijn grote muzikale talent leidt nooit tot de glorieuze loopbaan als concertpianist die voor hem lijkt weggelegd. Maar dat is mede het gevolg van een samenloop van omstandigheden, door het lot, het muntstuk dat niet de ene, maar de andere kant op valt.”

Dat muntje bepaalde dat McEwan in de jaren zeventig – nog voor enige Britse uitgever belangstelling toonde – werd ontdekt door de Nederlander Jaco Groot, eigenaar van de jonge uitgeverij De Harmonie. Hij had één verhaal van McEwan gelezen en liet de aankomende schrijver weten alles van hem te willen uitgeven. En zo geschiedde. McEwan heeft tot de dag van vandaag een bijzondere band met Groot en met Nederland, waar hij ooit in Athenaeum Boekhandel zijn eerste signeersessie had. “Tien exemplaren, vooral voor mensen die bij de boekhandel werkten. Maar het was leuk.” Vervolgens werden ze ook in Engeland wakker, en inderdaad: de rest is geschiedenis.

In Lessen put u niet alleen rijkelijk uit uw persoonlijke leven, maar komt u ook terug op veel thema’s uit uw eerdere werk. Als lezer ervaar ik deze roman als de bekroning van een oeuvre, maar ook een beetje als een gebaar van afronding.

“Zo heb ik het zelf nooit gezien, maar feit is dat veel mensen me hebben gevraagd of dit mijn laatste roman is. Het boek heeft kennelijk de uitstraling van een afscheid. Het idee om elementen uit mijn eigen leven in het boek op te nemen ontstond geleidelijk. In de loop der jaren hebben mensen mij herhaaldelijk gevraagd wanneer ik mijn memoires ging schrijven. Mijn antwoord was dan altijd: binnenkort. Vervolgens gingen er twintig jaar voorbij en realiseerde ik me dat ik veel liever gebruikmaakte van de vrijheid van de romanvorm dan dat ik me aan de feiten hield.

“Maar al bij het schrijven van de eerste zin van Lessen kwam het beeld in mij op van het lokaal in mijn kostschool waar ik pianoles kreeg. Nee, niet van een knappe lerares, zoals in het boek, maar van een man. Dat beeld hielp mij verder het verhaal in: de werkelijkheid zoals ik mij die herinnerde, maar waaraan ik op elk moment dat het me uitkwam, dingen kon veranderen. Ik heb altijd bewondering gehad voor schrijvers die meedogenloos uit hun eigen verleden putten. Dickens heeft zijn jeugd in wel zeven of acht romans verwerkt en ook contemporaine schrijvers als Bellow en Updike hebben dat gedaan.

“Ikzelf heb mijn verleden nooit nadrukkelijk gebruikt in mijn werk, maar Lessen is voor ongeveer een kwart autobiografisch. Ik denk nu na over een verhaal dat eveneens de nodige auto­biografische elementen bevat. Als dat inderdaad tot een boek leidt, zullen mensen waarschijnlijk opnieuw vragen of dit nu echt mijn laatste is. Ik kan alleen maar zeggen: zoals de zaken er nu voorstaan, heb ik nog genoeg energie voor een volgende roman.”

Lessen bestrijkt een periode van zeventig jaar: van de Tweede Wereldoorlog tot het begin van de coronacrisis. Historische gebeurtenissen dringen daarbij regelmatig het leven van uw personages binnen. Telkens gekoppeld aan de ‘wat als’-vraag.

“Toen ik op kostschool zat, hadden we geen radio of tv, maar via de paar kranten die op school rondzwierven, kregen we toch het nodige mee van de Cubacrisis in 1962. Er dreigde een atoom­oorlog waarbij we allemaal zouden ‘verdampen’. Een van mijn klasgenoten zei toen in wanhoop: stel dat je doodgaat voordat je het hebt gedaan? In Lessen is dat voor Roland aanleiding om ­Miriam Cornell, die hij tot dan toe op een afstand probeerde te houden, te gaan opzoeken. Zonder de dreiging van een allesvernietigende oorlog was dat misschien nooit gebeurd.”

Een ander moment waarop de werkelijkheid uw boek binnendringt: in 2002 ontdekte u tot uw verrassing dat u een broer hebt.

“Dat heeft een gevoelige voorgeschiedenis. Toen mijn moeder tijdens de oorlog mijn vader ontmoette, was ze nog getrouwd met een andere man, die op dat moment in Afrika vocht. Toen zij zwanger raakte, was dat natuurlijk een probleem. Een kind krijgen van een andere man terwijl je echtgenoot ver weg voor zijn vaderland vecht! Dus besloten ze het kind ter adoptie aan te ­bieden.

“Ik vind dat overigens nog steeds een discutabel besluit. Er waren andere oplossingen denkbaar geweest. De eerste man van mijn moeder sneuvelde in 1944 bij Nijmegen, waarna mijn vader en zij met elkaar konden trouwen. Een paar jaar later werd ik geboren. Ondertussen groeide mijn broer op in een ander gezin. Op latere leeftijd is hij via het Leger des Heils op zoek gegaan naar zijn familie.”

Uw broer bleek metselaar. En buitengewoon intelligent.

“De mensen die hem hadden opgenomen, vormden een heel liefdevol working class-gezin. Als in je omgeving iedereen na zijn 14de of 16de van school gaat, komt het niet in je op om verder te leren. Dus koos hij voor een ambacht en hij is daar zijn hele leven gelukkig in geweest. Hij heeft een enorm netwerk van vrienden, is actief bij de plaatselijke voetbalclub, voelt totaal geen rancune over een gemiste opleiding, al was hij beslist slim genoeg voor de universiteit.”

Ian McEwan: ‘Als de kleine worm die literaire ambitie heet zich eenmaal in je heeft ingevreten, kun je erdoor worden verteerd.’  Beeld Erik Smits
Ian McEwan: ‘Als de kleine worm die literaire ambitie heet zich eenmaal in je heeft ingevreten, kun je erdoor worden verteerd.’Beeld Erik Smits

Roland belandt net als uzelf op een prettige school en heeft volop vooruitzichten. Maar dan ontmoet hij die onweerstaanbare pianolerares en loopt alles anders. Zowel tijdens zijn relatie met haar als daarna laat hij zich leiden door de gebeurtenissen en wordt hij een passieve ­figuur.

“Passief is het woord niet. In zijn latere leven smokkelt Roland onder meer verboden boeken naar Oost-Berlijn, voedt hij in zijn eentje een kind op en gaat hij de confrontatie aan met degene die hem in zijn jeugd heeft misbruikt. Dat is niet ­passief.

“Ik denk dat Roland deel uitmaakt van een hele groep in onze samenleving waarvoor we nog geen naam hebben bedacht. Er zijn veel mensen die niet echt een goede opleiding hebben gevolgd en niet echt een carrière hebben. Zij vinden de kwaliteit van het leven veel belangrijker dan ­status en geld.

“Ik zie Roland als een vertegenwoordiger van die groep. Hij maakt zijn school niet af, gaat niet studeren, werkt niet aan zijn carrière, maar heeft een hele reeks baantjes: tennisleraar, fotograaf, journalist, tekstschrijver, pianist in een hotel. Tegelijkertijd leest hij veel en blijft hij zich geestelijk ontwikkelen. Dat is wat mij betreft niet zozeer passiviteit, als wel een keuze om niet deel te nemen aan de ratrace. Ik denk dat hij en mensen die vergelijkbare keuzes maken tamelijk gelukkig zijn.

“Als hij wat ouder is, leert Roland de half Duitse, half Britse Alissa kennen, met wie hij aanvankelijk een heel bevredigende relatie heeft. Alissa heeft grote literaire ambities. Als de twee een kind krijgen, verdwijnt ze plotseling. Wel stuurt ze ansichtkaarten met teksten als: ‘Ik hou van je, maar dit is definitief. Ik heb het verkeerde leven geleid. Probeer alsjeblieft me te vergeven.’ Ze duikt weer op in Duitsland, waar ze zich ontwikkelt tot een vooraanstaande, maar eenzame schrijver die niets meer met haar verleden te maken wil hebben.”

Behalve de Cubacrisis komen in Lessen nog ­enkele historische gebeurtenissen voorbij die invloed hebben gehad op zowel u als Roland Baines.

“Toen ik nog bij mijn ouders in Libië woonde, brak in 1956 de Suezcrisis uit. De Egyptische ­president Nasser annexeerde het Suezkanaal, dat onder Brits beheer stond. Er ontstond een hevig conflict dat in de Arabische wereld voor veel anti-­Britse gevoelens zorgde. Uit veiligheidsoverwegingen werden alle Britse gezinnen ondergebracht in een militair kamp. Omdat mijn moeder op dat moment toevallig in Engeland zat en mijn vader het druk had met allerlei veiligheidsmaatregelen, leefde ik in dat kamp ongeveer acht dagen in totale vrijheid. Die acht dagen hebben ertoe geleid dat ik altijd totaal ongeschikt ben geweest voor een ­9-to-5-job, en hetzelfde geldt in mijn roman voor Roland.

“Toen ik in de 20 was en mensen me vroegen wat ik na de universiteit wilde gaan doen, had ik geen idee. Ik had de boeken van T.E. Lawrence – ‘Lawrence of Arabia’ – gelezen en zijn leven leek me wel wat: kameel rijden in de woestijn en avonturen beleven. Dus meldde ik me bij Buitenlandse Zaken. Daar kreeg ik onder meer een overzicht van wat je in de loop der jaren bij dat ministerie ging verdienen. Zeg 700 pond per jaar als beginner en dan jaarlijks iets meer tot misschien 40.000 pond tegen je pensioen. De gedachte dat je hele leven in zo’n tabel was vastgelegd vond ik ongelooflijk verstikkend.

“In mijn studietijd had ik allerlei baantjes in de bouw en ik verwachtte dat ik na mijn afstuderen eveneens van het ene baantje in het andere zou rollen. In mijn vrije tijd zou ik af en toe een verhaal schrijven. Dat is uiteindelijk anders gelopen. Ik heb mijn eigen loopbaan in aangepaste vorm aan Rolands vrouw Alissa gegeven, die een succesvol schrijver wordt. Roland vertegenwoordigt hoe het mij heel goed óók had kunnen vergaan. En echt, dat was geen ramp geweest.”

Een van de sleutelwoorden in Lessen is ‘belofte’. Roland geldt in zijn schooltijd als een aanstormende concertpianist. Het loopt anders. De vrouw die later zijn schoonmoeder zal worden, Jane, krijgt kort na de oorlog de kans om in Duitsland onderzoek te doen naar een befaamde verzetsgroep aldaar. Ze ontmoet de juiste mensen, vergaart een rijkdom aan informatie en haar boek kan haast niet anders dan een grote hit worden. Ook dat loopt anders. De literatuurkenner in McEwan zorgt voor een extra laagje ironie. Jane krijgt de opdracht voor haar onderzoek in Duitsland van niemand minder dan de (ook al historische) Cyril Connolly, eveneens een literator die zijn belofte nooit echt ­inloste. Naar aanleiding van dit feit schreef ­Connolly Enemies of Promise (1938), waarin hij onder meer de komst van kinderen (‘the pram in the hall’) als fnuikend voor het schrijverschap presenteerde.

‘Acht dagen in een militair kamp hebben ertoe geleid dat ik altijd totaal ongeschikt ben geweest voor een 9-to-5-job.’ Beeld Erik Smits
‘Acht dagen in een militair kamp hebben ertoe geleid dat ik altijd totaal ongeschikt ben geweest voor een 9-to-5-job.’Beeld Erik Smits

Lessen lijkt te zeggen: of je kiest voor een bestaan waarbij je je aangenaam voelt en laat je carrière voor wat die is, of je kiest voor je carrière, maar offert daarvoor alles op, tot je kinderen aan toe.

“Dat wil zeggen: als je een vrouw bent. Voor vrouwen, zoals Alissa in mijn roman, is het combineren van een serieuze loopbaan en een gezin meestal onmogelijk. Als we naar ­succesvolle vrouwelijke auteurs ­kijken, zien we dat veel van hen geen gezin hebben of ervoor worden ­gestraft als ze dat wel hebben. Zoals Doris Lessing, die altijd wordt genoemd als de auteur die man en ­kinderen in de steek liet voor het schrijverschap.

“Dit onderwerp spreekt mij bij­zonder aan, omdat ik zelf als ­schrijvende dertiger, na een scheiding, de zorg over twee kleine ­kinderen had. Mijn oplossing was om de deur van mijn werkkamer altijd open te laten. Als de kinderen thuiskwamen, praatte ik even met ze, maakte een kop thee, en daarna ­gingen zij spelen en ik verder met mijn werk. Die periode was trouwens uitstekend voor mijn schrijfdiscipline. Ik zat om kwart voor negen achter mijn schrijfmachine in de wetenschap dat om een uur of drie de kinderen thuiskwamen. Ik wist dat ik zes uur had en dat ik die maar beter goed kon gebruiken.”

Maar dat werkt dus niet voor iedereen.

“Voor Jane betekent zwanger worden het einde van haar literaire aspiraties en dat vervult haar met bitterheid. Vandaar dat haar dochter Alissa voor een andere weg kiest. Maar Janes bitterheid is niet onvermijdelijk. Je kunt ook een gelukkig ­leven leiden zonder een groot schrijver te worden. Maar als de kleine worm die literaire ambitie heet zich eenmaal in je heeft ingevreten, kun je erdoor worden verteerd. Ik ontvang al gauw vijf, zes ­manuscripten per week ter beoordeling en uit de begeleidende brieven blijkt telkens weer die enorme gedrevenheid van een begeesterde schrijver. Soms lever ik dan een paar lovende zinnen die op het omslag verschijnen en vervolgens nul verschil maken. Het is verbijsterend en tegelijkertijd mooi dat literatuur nog altijd met zo veel passie gepaard gaat.

“Overigens is het begrip ‘succesvol zijn in de letteren’ sinds mijn jonge jaren wel veranderd. Toen ik in de 20 was, was mijn enige droom om gepubliceerd te worden in een literair tijdschrift of een goede recensie te krijgen in intellectuele ­publicaties als The Times Literary Supplement of The Listener. Over verkoopcijfers werd niet gesproken. Tegenwoordig ambiëren veel aankomende auteurs een soort supersterstatus. Die biedt literatuur aan bijna niemand. Daar is het het podium niet voor.”

Ian McEwan, ‘Lessen’, uit het Engels vertaald door Harm Damsma en Niek Miedema, De Harmonie, 476 p., 27,50 euro.

null Beeld Ian McEwan
Beeld Ian McEwan

Ian McEwan

• geboren in 1948 in Engeland, groei­de op in o.a. Duits­land, Libië en Singapore

• zijn debuut, verhalenbundel First Love, Last Rites (1975), kreeg meteen veel lof

• de thema’s in zijn vroege werk (ne­cro­filie, sadisme...) leverden hem de bijnaam Ian McAbre op

• kreeg in 1998 de Booker Prize voor Amsterdam

• andere hoogtepunten: o.a. Atone­ment (2001) en On Chesil Beach (2007)

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234