MuziekPlaten van de week
Van lapzwans tot klanknevel: dit zijn de platen van de week
Hoeveel stappen kost het om van Sigur Rós tot verhard suiker te gaan? Het is maar één luttele huppelsprong deze week in de lijst van onze favorieten.
Jónsi - Shiver ***
Een dikke twintig jaar na het majestueuze meesterwerk Ágætis byrjun van de IJslandse band Sigur Rós lijkt zijn frontman helemaal te zijn verveld tot een schizofrene muzikale kameleon à la Björk. Op Shiver, de tweede soloplaat van Jónsi Birgisson, doemen sporadisch de etherische klanknevels van weleer op, zoals in de ijle afsluiter ‘Beautiful Boy’ of in ‘Cannibal’ waar Liz Fraser van Cocteau Twins geheel sacraal door de ambient glijdt. Birgisson laat zich deze keer bijstaan door A.G. Cook, producer van Charli XCX en het brein achter het postironische elektrolabel PC Music. Daardoor doet ‘Korall’ aan als een Autechre-karikatuur en verzandt het Robyn-duet ‘Salt Licorice’ in groteske hitparade-dance waarbij je simpelweg de schouders ophaalt. Elders, in ‘Shiver’ of ‘Hold’ bijvoorbeeld, werkt de combi van breekbare pop en hyperdigitale texturen wél.
Working Men’s Club - Working Men’s Club ****
Begin vorig jaar debuteerde de groep met de puike single ‘Bad Blood’. Helaas: dat duivelscontract was nog niet ondertekend of de groep implodeerde alweer. Een abortus drong zich gelukkig net niet op. Zanger Sydney Minsky-Sargeant nam het heft in eigen handen en drukte zijn muzikale stempel op deze debuutplaat. Het lijkt daarbij zo’n beetje of Fat White Family incestueuze nummertjes opvoert met The Human League, Suicide, Detroit techno en Italiaanse house. Die melange doet elke lapzwans wellicht kokhalzen, maar een béétje melomaan slaat de hand aan zichzelf bij zo’n hitsig koeterwaals aan genres en intenties. Working Men’s Club dweept net iets te nadrukkelijk met zichzelf, maar tegelijk raakt dit blauwe kraagjesclubje de essentie van 21ste-eeuwse dansbare punk. Deze songs klinken net zo snood als snedig. En bovendien: de mix is mals, alsof je een mes door malse boter laat gaan. Die verdienste ligt niet het minst bij de ondeugende oneliners in de lyrics.
Future Islands - As Long As You Are ***
Ze zullen nooit de toekomst kunnen lezen in een bol, laat staan in een eiland. Maar als nobele nostalgici maken Future Islands evenmin een knullige indruk. Opmerkelijk genoeg veranderde de groep het geweer van schouder bij de laatste worp: As Long As You Are lijkt als Clint Eastwood meer vanuit het kruis te opereren, met de gitaar als schietijzer. Zij het een dat uit verhard suiker is opgebouwd. Gevaarlijk klinkt deze plaat nooit. Tegelijk ademt de plaat wel zo’n zelfvertrouwen uit dat je achteraf hooguit kan twijfelen over een verjongingskuur dan wel een midlifecrisis. Dit is de eerste keer dat Future Islands zelf de productie verzorgt, en de eerste keer dat drummer Mike Lowry zich finaal lid van de band mag noemen. Jolig. Maar het béste nieuws? Dit is ook de eerste plaat waarmee de groep zonder shows goud kan verdienen. Deze plaat klinkt gedurfder dan vroeger, en de groep hechter dan ooit.