De Wending
Van fotografe naar restauranthoudster: "Mijn verwondering was weg. Zo arrogant"
Haar grootmoeder Paulette had in Ename zelf ooit een café met haar naam. Maar in mei overleed ze en dus is An-Sofie Kesteleyn blij dat mémé háár 'Eetcafé Paulette' nog zag openen. Ze at er zelfs een paar keer. En dat was de bezegening van An-Sofies wending: van fotografe naar restauranthoudster.
Groot is Ename niet, en in dit winterse namiddaglicht ziet het dorp er zo zacht uit als het landschap glooit. Je passeert Crèmerie/Frituur Marianne, een huis dat Edelweiss heet en op het plein staat een mooie oude gemeenteschool. Alleen nachtwinkel Tsjakamaka ('Original', lees je op het raam) doet aan verre buitenlanden denken.
In zo'n ver buitenland was An-Sofie Kesteleyn in april 2016. Niet in Tsjakamaka, maar in opdracht van het Fotofestival in Knokke samen met onder meer Lara Gasparotto en Sébastien Van Malleghem wel een hele maand in Mexico. Een droom voor elke jonge fotograaf, maar An-Sofie dacht: "What the fuck doe ik hier?" Ze vertelt dat in het mooie appartement boven Eetcafé Paulette waar ze nu woont, in het dorp van haar jeugd dus. De fotografie is aanwezig in boeken van onder meer Dirk Braeckman en William Eggleston en aan de muur hangen The Beatles op het zebrapad van Abbey Road. Er hangt één foto uit haar eigen bekende tweelingenreeks. Maar Mexico? "Dat leek tof, maar het ging me precies niet goed af. Ik dacht daar: 'Waarom moet ik altijd tjolen? Ik wil thuis zijn.' Maar dat gáát niet als fotograaf. En toen dacht ik: zou dat restaurant nog beschikbaar zijn?"
Vanwaar we zitten, kunnen wij hem niet zien. Maar misschien ziet Ronny Kesteleyn ons wel. Hij is An-Sofies vader en als je vanuit Ename naar Volkegem rijdt, over een nijdig klimmende kasseibaan die de Wolvenberg heet, kom je waar hij sinds enkele jaren café Den Obus uitbaat. Hij wist dat beneden in Ename, waar een oud dametje een huis had betrokken en waar ooit nog een eenklasschooltje was geweest, een huis gerestaureerd werd en dat zou worden verhuurd om er een restaurant uit te baten. Vanuit Mexico stuurde An-Sofie hem die vraag. Vader zei: "Je gaat dat toch niet doen? Onderschat dat niet. En je carrière als fotografe dan?" Moeder zei: "Waarom niet? Eindelijk ben je dan weer bij ons."
"Ik heb het me settelen gemist als fotografe. De eenzaamheid van die job vond ik altijd lastig. Hoewel het een zalige job is en ik op al die plaatsen kon komen dánkzij de fotografie. Maar het heeft ook andere kanten en ik zag het niet voor eeuwig zitten. Ik heb het tien jaar gedaan."
Je bent 29 en nu heb je je eigen restaurant. Waarom wilde je ooit fotografe worden?
An-Sofie Kesteleyn: "In het middelbaar in Oudenaarde was ik niet met fotografie bezig. Ik maakte wel foto's op de communie van mijn zus, maar écht fotograferen is dat niet. Er was ook geen vonk. Pas in mijn laatste jaar had ik een lief die filmmaker was en hij stimuleerde me wel. Waarom probeerde ik dat niet? Ik ben naar het KASK in Gent gegaan en raakte door mijn ingangsexamen."
Dat wees toen al op je grote talent. Dat je hebt.
"Hoeveel zijn er niet die op 18 fotograaf willen worden? Wat ik zeker heb, is dat ik niet graag half werk doe. Als ik ergens voor ga, dan ga ik ervoor. Ik ben een bezige bij.
"Al na vijf maanden in dat eerste jaar begon ik aan mijn reeks over die tweeling. Dat vond ik wijs en ik rolde er verder en verder in. Ik kreeg er positieve commentaren op en supergoede punten. In mijn jaar zat veel talent: Zaza (Bertrand, RVP), Michiel De Cleene, Tim van den Oudenhoven... Bieke (Depoorter, RVP), Frederik Buyckx en Max Pinckers zaten in een ander jaar, maar er liep toen veel rond op het KASK. Toen ik bijna afstudeerde, begon ik me af te vragen wat ik met dat masterdiploma zou gaan doen. Maar in de vakantie belde Veronique Smedts van de Volkskrant me of ik zin had om stage bij hen te doen. 'Waarom niet', dacht ik. 'Ik ga even in Amsterdam wonen.' Ik heb één jaar stage gelopen en dat was super-de-max. Ik zei dat ook aan mijn mama: 'Ik ben zo gelukkig dat ik dit leven kan leiden en dat het lukt.'"
Intermezzo: haar kater, die Georges heet, ligt graag op papier. Hij komt er dus bij liggen, hier op tafel, op het notitieboekje. Georges klauwt even aan de Bic waarmee deze woorden worden neergeschreven, maar hij is braaf. An-Sofie geeft hem een factuur van Telenet om op te liggen. Alles in het leven heeft zijn nut. Die huiselijkheid is haar grote rust nu, zeker op deze dinsdag: dan is Eetcafé Paulette gesloten. We zijn hier ver van Amsterdam.
"Na dat jaar stage ben ik nog twee jaar als freelancer voor de Volkskrant blijven werken, maar dan keerde ik terug naar Gent. Waar ik nog eens twee jaar als freelancer bleef werken. Vooral voor de Volkskrant, maar ook voor De Standaard, De Morgen en Vrij Nederland. Dat ik niet in Amsterdam zou blijven, wist ik. Ik voelde me er eigenlijk zeer alleen, maar ik werkte er zeven dagen op zeven. Ik was een workaholic en durfde nooit 'neen' te zeggen. Ik vond ook niet dat ik als jonge fotografe opdrachten kon weigeren. Tot mijn gezondheid me plots zei: 'Voetjes op de grond, An-Sofie.' Er was een melanoom ontdekt."
Ze was in Carcaliu, een dorp in Roemenië ("het boerenhol der boerenholen, kleiner dan Ename") en zat op een paardenkoets met daarop een strobaal. Het was zomer 2013. An-Sofie had een oproep gemist van haar huisarts in Nederland en daarom zat ze op die paardenkoets: daar was wat bereik. "Op mijn voicemail hoorde ik de dokter vragen om dringend terug te bellen. Toen ik haar aan de lijn kreeg, vroeg ze zo snel mogelijk te komen. 'Ik zit in Roemenië, dat is moeilijk. Zeg het mij gewoon.' Ik moest aandringen, maar ik had deze opdracht in Carcaliu voor een verhaal over gestolen schilderijen in de Kunsthal en ik was er alleen. Journalist Olaf Tempelman was er al geweest en had me uitgelegd wat ik daar in die drie dagen in dat dorp moest fotograferen. Nadien moest ik met mijn huurauto nog veertien uur verder rijden voor een portret van een wetenschapper."
Zeg het mij gewoon, zei zij dus en uiteindelijk zei de stem uit Nederland het: "We hebben iets gevonden. Een plekje."
"Daar stond ik in dat veld met uitzicht op zonnebloemen en ik werd hysterisch. Natuurlijk belde ik mijn zussen, een paar vriendinnen en de Volkskrant. En ik googelde 'melanoom'. In mijn hotel werd ik 's nachts kletsnat van het zweet wakker. De krant wilde mijn vlucht vervroegen, die hadden alle begrip, maar ik voelde mij zo'n ongelooflijke duts. Ik deed die opdracht uiteindelijk dus wél nog en vloog een paar dagen later terug."
We zoeken, zoals An-Sofie, 'melanoom' op Google. De titel van het tweede zoekresultaat is: 'Melanomen, agressieve huidkankers'. Je kunt je voorstellen dat wie dat leest, al de rest niet meer opslaat. "Je weet niet hoe erg het is", zegt ze nu. "Ik had een plekje op de schouder. Dat jeukte en bloedde soms. Maar het was hopen dat het niet in de klieren zat. Toch vonden ze drie aangetaste klieren."
Hoe overleef je die eerste dagen?
"Mijn ziekteverzekering zat in Amsterdam, dus ik moest daar op onderzoek. Mijn ouders gingen mee, maar de andere keren – als dat voor hen niet lukte – was er altijd iemand van de fotoredactie van de Volkskrant mee. (glimlacht) Nederlanders zijn wel echt oké. Het punt is dat melanomen niet reageren op chemo. Ze snijden die weg. In het eerste ziekenhuis waren ze supernegatief. 'Je zult blij mogen zijn als je er over vijf jaar nog bent.' In een ander ziekenhuis zeiden ze: 'Het kan dat het wegblijft.' Na drie maanden zagen ze niks meer op de scan, maar het kan altijd terugkomen. Je weet het niet. Pas na tien jaar kun je genezen verklaard worden. In de zomer van dit jaar zal ik halfweg zijn."
Ze vertelt hoe extreem ze ging leven: pillen uit Amerika, zes maanden geen alcohol drinken, sapjes van rode biet wel. "Ik wilde mijn eigen leven in handen nemen, hoe machteloos je ook bent. Maar natuurlijk hou je dat niet vol. Op een gegeven moment heb je toch weer nood aan een glas wijn."
Maar je bent op dat moment 25. Qua 'wending' is die kanker misschien nog belangrijker dan wat je dit jaar deed. Of begon je toen al aan dit andere leven te denken?
"Ik dacht voordien nooit aan de dood, maar ik had voordien ook nog nooit zo nagedacht over het leven. Ik wil het dus niet enkel negatief zien. Allicht zag ik daar en toen ook al in dat dicht bij je familie en in je buurt zijn belangrijk kan zijn. Je kunt niet alleen leven. Ik wil kinderen, ik ben een vrouwelijke fotografe: als je dan zes maanden uit de running bent, is het moeilijk. Daar denk je allemaal aan. Ik wil niet zonder job vallen. En ik wil mogelijke problemen altijd te snel af zijn. Eén voorbeeld maar: Vrij Nederland viel plots weg als opdrachtgever. Toen dacht ik: 'Is dit nummer 1 in het rijtje? En wat dan?'"
Tot september 2016 fotografeerde An-Sofie Kesteleyn nog en dan ging ze "met de beef" fotochef Veronique Smedts zeggen dat ze ermee zou stoppen. Die reageerde geweldig: jammer, maar alle begrip. "Veronique hoort al die verhalen over eenzame fotografen."
Je zou dat ook vrijheid kunnen noemen, dat alleen op pad zijn.
"Zeker, en ik durf zeggen dat ik dat soms mis. Wat ik toen heel erg had, heb ik nu natuurlijk minder. (lacht) Ik zit haast vastgeroest onder mijn kerktoren. Maar ik geloof niet dat je heel je leven maar aan één carrière moet werken. Wie zegt dat ik dit de rest van mijn leven ga doen? En het is een zotte switch, maar ik doe het supergraag. Op de sluitingsdagen wil ik alleen maar rust. Mijn vriend is drummer en studeert in Rotterdam. In het weekend is hij hier, maar in de week ben ik dan alleen op die rustdagen. Dat doet me goed. Vroeger had ik mijn telefoon altijd bij en op een bepaald moment zei ik misschien: 'Kut, ik moet naar Singapore.' Hoe erg is dat? Maar mijn trolley was mijn beste vriend en ik genoot niet meer van reizen. Wat ik zeer arrogant vond van mezelf. Ooit was ik in de Canyonlands in Amerika met een dude van 75 aan het rondtrekken. Hij toonde me de prachtigste landschappen en ik dacht: 'Bruce, laat ons verder rijden.' Mijn verwondering was weg. Zo arrogant.
"Van het reizen kan ik nu weer genieten. Deze zomer ging ik met mijn lief fietsen op Mallorca en nu gaan we skiën in Val Thorens. Mijn leven is anders nu."
Herinner je je gekste opdracht voor de Volkskrant?
"Ooit vroegen ze me om met een journalist in drie weken naar vijf wereldsteden te reizen: Johannesburg, Mexico, Seoel, Jakarta en São Paulo. Overal bleven we een dag of vijf en dan waren er nog telkens drie reisdagen. (lacht) Het programma was zo intens dat we geen jetlag meer hadden. En ik besefte wel dat het zot was. Ik was op dat moment amper twee maanden voor hen aan de slag en ik mocht dat doen. Wie kan dat zeggen?"
Ben je ooit nog terug naar Roemenië geweest?
"Mijn laatste fotoserie heb ik daar gemaakt. Ik heb zelfs daar ook een tweeling in een weeshuis waar ze ook gehandicapten opvingen, gefotografeerd. Ik wilde nog eens terug naar Roemenië. Misschien wel een beetje om mijn tong uit te steken naar dat melanoom."
Eetcafé Paulette opende de deuren op 5 januari 2017. Paulette was haar grootmoeder, die op haar zestiende een been had verloren en dus bijna veroordeeld was tot een klein leven binnen in een klein dorp. Later trouwde ze wel, maar haar man overleed. De moeder van Paulette, bobonne, leeft nog: zij is 99. In mei overleed Paulette. Vier maanden nadat haar kleindochter An-Sofie dit eetcafé, naar haar genoemd, opende. Op de kaart zie je 'Balletjes in tomatensaus', maar ook 'Risotto met gedroogde Ename-ham', 'Haché Parmentier met broccoli' en 'Lauwe rijstpap met bruine suiker'. Aan de muren oude foto's van Paulette en van Ename. Ook oude affiches. Van de grote 'Ponykoers op de weide van E. De Vos' in 1975 en van de 'Tweede Grote Braderie op 13-14-15 oogst 1967' met de slagzin van een van de sponsors: 'Wie houdt van leute en plezier, komt naar Café PAULETTE alhier'.
"In Gent of in Oudenaarde zou ik dit nooit kunnen doen. Het moest op dit plein. Ik ben graag in Ename. Toen ik mémé van mijn plannen vertelde én dat ik het Paulette zou noemen, weende ze. Maar ze verdiende dit monument. We hebben op de kaart een Coupe Paulette staan, iets met veel karamel: dat had ze graag. En verder serveren we heel pure boerenkost: ballekes in tomatensaus, hutsepot, worst met rode kool. En het werkt.
"Kim Oosterlinck is de chef in de keuken en ik doe de zaal. We werken met 6 mensen en er kunnen tot 65 mensen per avond eten. De hele fotoredactie van de Volkskrant kwam op een avond eten, dat vond ik fantastisch. In de Gouden Goesting (een verkiezing van de beste restaurants door het magazine Goesting, dat onder meer bij De Morgen verschijnt, RVP) haalden we de top drie van Oost-Vlaanderen."
Als fotografe won ze in Nederland de eerste prijs in de categorie 'portretten' van de Zilveren Camera voor haar reeks A Lamb Named Beauty over de tweeling Gwendolyn en Kimberley uit Nederename. Ze was finaliste in de Magnum Expression Award en werd, onder meer, geëerd op het fotofestival van Perpignan. Nu is er die prijs voor haar restaurant.
Ze lacht. Dan zegt ze, over 'haar' tweeling: "Ik heb de band met hen lang onderhouden, ik ging er vaak heen zonder te fotograferen. Op den duur ben je geen buitenstaander meer. Maar onlangs stonden ze hier plots voor de deur. Ze wilden komen afwassen. Daar had ik het lastig mee. Ik zou het zo raar vinden om hun baas te zijn. Dus houd ik dat af. Ze zijn nu 20 en mijn laatste foto van hen maakte ik toen ze 18 waren. Ooit maak ik misschien nog een boek over hen."
Begrijp je dat liefhebbers van de fotografie bij je switch denken: zonde van haar talent.
"Mensen zeggen dat. Wat ik gedaan heb, heb ik gedaan. De foto's die ik gemaakt heb, heb ik gemaakt. Soms denk ik wel: waar zou ik nu mee bezig zijn? Het leven is niet te vergelijken. Dit eetcafé is een enorme investering, ik moet een businessplan hebben, er is personeel. Als fotograaf kun je met 0 euro beginnen en dan geld verdienen zonder veel te moeten investeren."
Fotografeer je nog?
"Toevallig deed ik vorige week een opdracht, voor een toneelgezelschap in Antwerpen, waar ik vroeger al voor werkte. Maar dit was het eerste in 2017. Alleen mijn foto's van de reeks My First Rifle (over jongeren in Amerika en hun wapenbezit, RVP) blijven gevraagd worden. In 2018 is ze te zien in Lausanne en op het fotofestival van Rotterdam. Dus daar rijd ik soms nog voor rond. Vroeger haatte ik het zo om met de auto te rijden. Nu denk ik weleens dat het ook wel luxe was. Dus soms mis ik het fotograferen en mis ik de vrijheid die toen totaal was. Als fotograaf kon ik makkelijk zeggen: 'Ik ben een maand het bos in.' Nu kan dat niet.
"Ik kijk nog altijd graag naar foto's en het werk van mensen als Alec Soth en Diana Markosian (allebei Magnum-fotografen, RVP) bewonder ik heel erg. Ze werken met natuurlijk licht en daar hou ik van. Ik snap al die fotografen met hun flitsen niet. Zelf zet ik af en toe iets op Instagram. (lacht) Georgeske (haar kat dus, die hier nog altijd op die factuur van Telenet ligt, RVP) of de baby van mijn zus. Dat zou ik vroeger nooit gedaan hebben.
"Maar nu geniet ik ook van dit. Van hier te zijn en niet weg te moeten. Eindelijk heb ik mijn eigen huis en mijn eigen kleerkast. En géén trolley meer. Vroeger had ik mijn camera altijd in de aanval. Nu staat ze ergens boven. Alleen als het licht soms heel schoon is, denk ik weleens: shit."