PortretColin Farrell
Van enfant terrible tot minzame Oscar-kandidaat: de renaissance van Colin Farrell
Ooit was zijn naam synoniem met drugs, turbulente relaties en geflopte blockbusters, vandaag denk je aan uitstekende auteursfilms als The Lobster of het nieuwe The Banshees of Inisherin. De Ierse Colin Farrell heeft in alle stilte naar een hoogtepunt toegewerkt. Volgt weldra ook een Oscar?
“Als late tiener werd ik ondervraagd als verdachte voor een poging tot moord.” Colin Farrell (46) vertelde het zeven jaar geleden, met uitgestreken gezicht, in een sketch in Late Night with Jimmy Fallon, waar de talkshowhost en Farrells collega Vince Vaughn proberen te raden of hij de waarheid spreekt. Nadien geeft Farrell toe dat het echt gebeurd is, in Sydney: toen hij een robotfoto van de dader zag, gaf hij aan de politie toe dat die wel érg hard op hem leek. Uiteindelijk gaf een vriend hem een alibi: Farrell was die nacht aan de andere kant van de stad aan het trippen op xtc.
Het is een anekdote die niet geheel out of character is voor de Ierse acteur, wiens naam vaak in één adem werd genoemd met dronken uitspattingen, drugsverslavingen en een gelekte sekstape. Na de vernietigende kritieken en de commerciële flop van de grootschalige sandalenfilm Alexander (2004), een dieptepunt waarin Farrell Alexander de Grote vertolkte, trok de acteur naar Lake Tahoe om er zich te bezatten met een skimasker op zijn hoofd, zodat niemand hem zou herkennen. Dat Miami Vice (2006), waarin hij naast Jamie Foxx acteerde, ook niet uit de kosten kwam, hielp niet: Farrell leek zijn eigen carrière te hebben verzopen in drank en drugs en stelde in een interview in GQ dat hij na die twee flops “niet wilde sterven, maar ook niet wilde leven”.
Dik vijftien jaar later schittert hij in The Banshees of Inisherin, een kleinschalige, Ierse film die een grote indruk nalaat. Banshees, van Three Billboards Outside Ebbing, Missouri-regisseur Martin McDonagh, werd genomineerd voor acht Golden Globes en is nu al een Oscar-favoriet, en dat geldt ook voor Farrell zelf: hij geldt als een van de favorieten voor de Oscar voor Beste Acteur. Zijn ingetogen, ontroerende rol als de simpele, naïeve Padráic, die probeert uit te zoeken waarom zijn beste vriend Colm (Brendan Gleeson) niet meer met hem wil praten, is een van de mooiste uit zijn loopbaan.
Als Padráics zus Siobhan (Kerry Condon) aan Colm vraagt waarom hij hun vriendschap verbreekt, antwoordt die: “Because he’s dull.” De ironie wil dat Farrell juist door dull te zijn erin is geslaagd om zijn carrière een nieuw elan te geven. Zijn onthechte, bijna apathische en tegelijk indringende performances in Yorgos Lanthimos’ eigenzinnige kunstwerkjes The Lobster (2015) en het daaropvolgende The Killing of a Sacred Deer (2017) zetten hem opnieuw op de kaart als Ernstig Acteur. Die omschrijving had ‘de Ierse Brando’, zoals hij vroeger werd genoemd, eigenlijk al verdiend met vroege films als Phone Booth (2002), een mooie bijrol in Steven Spielbergs Minority Report (2002) en Terrence Malicks The New World (2005).
Maar die titels werden op zijn cv lang overschaduwd door platte actiefilms als S.W.A.T. en Daredevil (2003), de mislukkingen van Alexander en Miami Vice, en Farrells extracurriculaire activiteiten met drank, drugs en vrouwen. “Ik heb de indruk dat ik nu werk doe dat meer uitdaagt, als acteur en als man”, vertelde hij in 2017 aan het Ierse Independent. “Het werk dat ik nu doe is minder fysiek. Het is dieper.”
Guinness 0.0
De kentering werd voorzichtig ingezet met een passage in een ontwenningskliniek en vooral met In Bruges (2009), waarin hij voor het eerst met Banshees-collaborateurs Brendan Gleeson en Martin McDonagh samenwerkte. Het was een toepasselijke rol: Farrell speelde een huurmoordenaar die het te bont had gemaakt, vond dat de wereld tegen hem was en leerde gaandeweg om met zichzelf in het reine te komen. Een beetje zoals Farrell deed door rollen als actieheld links te laten liggen en voor intiemere films te kiezen. “Ik had al voor heel wat van die films getekend voor ik in rehab ging na Miami Vice”, vertelde hij tien jaar geleden aan The Guardian, “maar ik had ook redelijk wat bigbudgetfilms gemaakt die het niet goed hadden gedaan. Bijgevolg waren er niet zo veel grote films waarvoor ze bij mij kwamen aankloppen.”
De kop boven dat interview was “Colin Farrell: niet langer the wild one?” Het bleek haast profetisch. De acteur die een tijdlang meer in de pers kwam met geruchtmakende relaties met Britney Spears en Demi Moore dan met goede kritieken, vertelde in interviews de afgelopen jaren over yoga, over de tijd die hij spendeert met zijn zoons, en over hoe dankbaar hij was dat de gigantische hoeveelheid pinten die zijn personage in Banshees verzet Guinness 0.0 bevatten. Wanneer hij films promoot, is hij nog steeds vitaal, ad rem en uitbundig, maar de jaren van dronken skiretraites aan Lake Tahoe zijn voorbij.
Inmiddels lijkt ook Farrells succes in Hollywood weer een vlucht te nemen. Kleine auteursfilms als The Beguiled (2017) en Widows (2018) wisselt hij af met grote spektakelproducties: hij vertolkte het alter ego van slechterik Grindelwald in Fantastic Beasts and Where To Find Them (2016), speelde de hoofdrol in de liveactionremake van Dumbo (2018) en had vorig jaar een opvallende bijrol als The Penguin in The Batman.
Zijn bekroning als Beste Acteur op het Filmfestival van Venetië voor zijn rol in The Banshees of Inisherin bevestigde eens te meer dat Farrell zijn turbulente verleden helemaal van zich heeft afgeschud, iets wat de leden van The Academy vast ook hebben opgemerkt. Nu moet hij enkel hopen dat zijn verleden hem niet meer inhaalt. Want zoals Vince Vaughn destijds opmerkte over de poging tot moord waarvan Farrell verdacht werd: “Ze hebben de dader nooit gevonden.”
The Banshees of Inisherin, vanaf woensdag in de bioscoop.