DM Zapt
Twee vrienden die al grappend door onaards mooie landschappen rijden. Precies wat we nodig hadden
Mark Moorman zet de blik op oneindig. Vandaag: Long Way Up.
Ik weet wel waarom ik de afgelopen weken zo aangetrokken werd door een serie over twee mannen die 21.000 kilometer afleggen op twee motoren, van het zuidelijkste puntje van Zuid-Amerika naar Los Angeles. Dat krijg je ervan als je te veel binnen zit, al dan niet in een lockdown, en al heel lang geen landsgrens meer hebt gezien, laat staan iets beleefd hebt wat het navertellen waard is. Maar goed, dat geldt voor ons allemaal.
Long Way Up, een gemotoriseerde reisserie met Ewan McGregor en Charley Boorman, is een vervolg op eerdere succesvolle series als Long Way Round (Londen-New York, door Azië, 2004) en Long Way Down (Schotland-Kaapstad, 2007). En ook nu is het de bedoeling dat we het als een avontuur van twee beste vrienden met een exotische hobby zien, en dat we voor het gemak maar even vergeten dat er rond dit avontuur een hele volgkaravaan van crew en productiepersoneel is. En een cameraman die met een drone schitterende beelden maakt van de majestueuze landschappen en de weg, die zich eindeloos uitstrekt naar de horizon.
De mannen zijn ouder geworden, hoewel de tijd op Ewan McGregor aanzienlijk minder greep lijkt te hebben dan op zijn kompaan Charley Boorman (zoon van de legendarische regisseur John Boorman, en als kind al figurant in de klassieker Deliverance), die ook een paar ernstige motorongelukken verder is.
McGregor, die met zijn uitgebreide filmografie in het kleinste Zuid-Amerikaanse gehucht vooral herkend wordt als Obi-Wan Kenobi uit de Star Wars-films, heeft met al zijn trots op zijn Schotse afkomst inmiddels een Amerikaans paspoort (omdat hij in Los Angeles woont, en wilde stemmen bij de verkiezingen in 2016). Hij draait af en toe een film, maar lijkt een behoorlijk relaxte houding tegenover zijn carrière te hebben. Ondertussen rijdt hij in Los Angeles rond in een vintage Volkswagen Kever die is omgebouwd tot elektrische auto.
Elektriciteit, daar draait het om in de 2020-editie van de motorserie. De mannen rijden de rit op twee prototypes elektrische motoren van nota bene Harley Davidson, die het kenmerkende lage ploffen heeft ingeruild voor nauwelijks meer dan het zoeven van de banden. Je ziet het de Hells Angels niet echt doen.
McGregor en Boorman zijn prettige reisgenoten en heel wat minder geforceerd amicaal en macho dan de mannen van Top Gear. In de eerste afleveringen zit misschien nog de meeste spanning. Het lijkt op alle praktische punten een krankzinnige onderneming, waarbij het opladen van de motoren aan het einde van de wereld – midden in de winter – de grootste uitdaging is.
Maar goed, de serie werkt vooral omdat je vanuit die diepe kuil in je bank twee vrienden grappenmakend door onaards mooie landschappen ziet rijden. En laten we wel wezen, het is niet zo dat je zelf anders misschien op een motor over de Andes was getrokken, maar het had gekund toch? Totdat het niet meer kon.
Te zien op Apple TV+