MuziekrecensiesPlaten van de week
Tussen schoonheid en wraakfantasie, dit zijn de platen van de week
Blck Mamba - Baby Got Juice/What U Gonna Do ★★★★☆
De Brusselse Blck Mamba gooit de hoogste ogen met haar debuut-ep op het Britse label Future Bounce, onder de vleugels van de BBC-dj Jamz Supernova. Zoals in haar programma op Studio Brussel, waar ze hippe subgenres als drill en amapiano door elkaar klutst, vermengt ze ook in haar eigen producties gretig kleuren en smaken uit verschillende clubscenes. In ‘Baby Got Juice’ schuift ze een meedogenloze housebeat onder de dancehallraps van de Nigeriaan Magugu. Het resultaat switcht van kuduro naar grime. ‘What U Gonna Do’ voegt de sleazy vocals van Rouge toe aan dat recept. Meer van dat!
Ed Sheeran - = ★★★☆☆
Geef toe: u las zijn naam en vormde een mening. Maakt het dan nog uit of we deze plaat affikken of ophemelen? Sowieso toont Ed Sheeran zich op zijn vierde plaat (uitspreken als ‘equals’) vooral meester van de eigen huisstijl. Wie hem haatte, zal niet meteen bekeerd worden. De folkpop van weleer wordt weliswaar grootser: songs als ‘Tides’ en ‘Collide’ zijn duidelijk bedoeld om in stadions uit te groeien tot een hymne, elders stuurt hij een openingsdans aan (‘The Joker and the Queen’) of een benenstrekker (‘Be Right Now’ en ‘2step’). De songteksten staan in het teken van de laatste jaren. Sheeran trouwde, werd vader (‘Sandman’) en verloor zijn beste vriend (‘Visiting Hours’). Die vreugde en pijn vertalen zich nog iets te vaak in generische maar gemakkelijk in het gehoor liggende pophits. Fraai gemaakt, feilloos uitgevoerd, formulaïsch bedacht.
Sylvie Kreusch - Montbray ★★★★☆
‘Turn your broken heart into art’, wordt soms gezegd. Die boodschap viel niet in dovemansoren bij Sylvie Kreusch. Een hart aan gruzelementen is een godsgeschenk wanneer het een solodebuut als dit oplevert. Kreusch bezingt haar breuk met Maarten Devoldere van Balthazar. De songs pendelen tussen withete woede (‘Let It All Burn’) en wraakfantasie (‘Haunting Melody’). Maar net zo goed is er plaats voor peilloze tristesse (‘Ending up Alone’) of feeërieke schoonheid (‘Shangri-La’). In welke hoedanigheid Montbray zich ook manifesteert: alles wat aan diggelen ligt, of dat duistere lot beschoren is, wordt uiteindelijk geheeld. Je valt dan ook als een blok voor deze grand Kreusch, van de dromerige strijkers in ‘Falling High’ tot de verzoenende afsluiter ‘Who Will Fall (Here Into My Arms)’.