Zondag 02/04/2023

InterviewJohn Irving

‘Tussen recensenten zit wel wat ongedierte’

John Irving: ‘Roberta Muldoon uit ‘Garp’ was mijn eerste trans heldin. Mijn eigen dochter Eva weet van jongs af aan dat ik hoe dan ook aan haar kant sta.' Beeld  Nathan Cyprys
John Irving: ‘Roberta Muldoon uit ‘Garp’ was mijn eerste trans heldin. Mijn eigen dochter Eva weet van jongs af aan dat ik hoe dan ook aan haar kant sta.'Beeld Nathan Cyprys

Op zijn 80ste schrijft John Irving nog altijd zeven dagen per week, acht uur per dag. De laatste skilift is zijn dikste boek tot dusver – zoals vanouds geschreven met de hand. ‘Hoe ouder ik word, hoe meer ik besef dat ik een geluksvogel ben.’

Hans Bouman

“Ik heb altijd een aantal vrij gedetailleerde romanideeën die klaarliggen om tot een boek te worden uitgewerkt. De laatste jaren waren dat er een stuk of vier en ik wist dat De laatste skilift het langst zou worden. Daarom besloot ik dit boek als eerste te schrijven en de kortere te bewaren voor als ik ouder ben.”

De Amerikaanse schrijver John Irving mag dan 80 zijn, aan energie ontbreekt het hem niet. Het zojuist gepubliceerde De laatste skilift (The Last Chairlift) is zijn dikste boek tot dusver: 1.008 pagina’s. “Dikker dan Bleak House, iets dunner dan David Copperfield”, zegt de man die al zijn hele leven zijn grote liefde voor Charles Dickens predikt.

“Het voordeel van De laatste skilift was dat ik er weinig research voor hoefde te doen. Voor ik Weduwe voor een jaar kon schrijven heb ik, verspreid over meerdere perioden, achttien maanden in Amsterdam doorgebracht voor onderzoek. Zoals de titel al suggereert, speelt skiën in De laatste skilift een belangrijke rol. Ik heb mijn hele leven geskied, een van mijn kinderen werkt op een skipiste in Colorado, twee kleinkinderen maken deel uit van het skiteam van de VS: ik hoefde voor dit boek niets te leren dat ik niet al wist.”

Net als zijn grote voorbeeld wordt Irving dikwijls gedreven door onbehagen over onrecht, onderdrukking, hypocrisie en bedrog. En veel openlijker en nadrukkelijker dan Dickens in zijn tijd kon, verzet hij zich tegen de onderdrukking van en haat jegens seksuele minderheden: vrouwen (al vormen ze dan ook ‘verdomme de helft van de bevolking’, zoals een personage in De laatste skilift zegt), homoseksuelen, lesbiennes, transgender personen. Iedereen die Irvings doorbraakroman De wereld volgens Garp (1978) heeft gelezen, herinnert zich het personage Roberta Muldoon: de met veel sympathie en respect beschreven transgender vrouw die ooit American-footballspeler was (wie alleen de film heeft gezien, herinnert zich een aanzienlijk karikaturaler personage).

De laatste skilift vertelt het verhaal van Adam Brewster en zijn naasten. Adam is de enige heteroseksuele man in dat gezelschap. Zijn moeder, Little Ray, is lesbisch, evenals haar geliefde Molly. Ook Adams pleegvader, Elliot Barlow, is gay. Op latere leeftijd kiest hij voor de transitie naar vrouw. En dan zijn er nog Adams nicht Nora en haar geliefde Em(ily).

Irving: “Zij beschouwen zichzelf allemaal als aanzienlijk normaler dan Adam. Die is het buitenbeentje en bovendien degene die zich op seksueel gebied het slechtst gedraagt, zoals nu eenmaal meestal het geval is bij heteroseksuele mannen.”

BIO

• geboren op 2 maart 1942 in Exeter (New Hampshire) • deed op de middelbare school aan worstelen. Werd later worstelcoach • studeerde Duits; kreeg ‘schrijfles’ van Kurt Vonnegut • debuteerde in 1968 met De beren los • brak door met De wereld volgens Garp (1978) • andere romans, o.a.: Hotel New Hampshire (1982) en Bidden wij voor Owen Meany (1989) • woont al sinds 2015 in Toronto uit onvrede met de politieke situatie in de VS • De laatste skilift is zijn vijftiende roman.

De laatste skilift omvat acht decennia en bevat een onmogelijk samen te vatten reeks verhaallijnen, alsook een aantal vertrouwde motieven: de afwezige vaderfiguur, de kostschool in New England, de worstelsport, verwijzingen naar Wenen, iets met beren, iets met een hotel en het nodige ideologisch geïnspireerde geweld. Het zijn ingrediënten die Irving al vanaf het begin van zijn loopbaan in zijn werk opvoert, zonder daarmee overigens telkens hetzelfde verhaal te vertellen.

Toen u werkte aan De wereld volgens Garp was u bang dat dat boek bij publicatie achterhaald zou zijn, omdat de afkeer jegens seksuele minderheden in de Amerikaanse samenleving steeds meer plaatsmaakte voor tolerantie.

“Zo zie je maar hoe slecht ik ben in het voorspellen van de toekomst. Misschien was die vrees van mij destijds meer een kwestie van wensdenken. Het is teleurstellend om te zien dat de Amerikaanse maatschappij na elke stap voorwaarts weer een terugval schijnt te moeten ondergaan. Ik ben inmiddels oud genoeg om te kunnen constateren dat dat een cyclus is. Zeker als we het hebben over lgbtq+-rechten. Na de jaren 1970 zijn er op dat gebied een zekere tolerantie en acceptatie ontstaan die er voor die tijd niet waren. Vervolgens kwam er weer zeer strenge, zelfs wrede wetgeving die juist een eind maakte aan deze rechten.”

Adams nicht Nora stelt in De laatste skilift dat alle problemen in hun familie met seks te maken hebben. Seksualiteit speelt een grote rol in uw oeuvre. Beschouwt u het als de drijvende kracht achter al het menselijke handelen?

“Het ligt zeker aan de basis van ons sociale instinct. Als er geen oorlogen of andere politieke rampen tussendoor komen, is seks inderdaad de belangrijkste rode draad in het leven van verreweg de meeste mensen.”

Wat was uw uitgangspunt bij het schrijven van dit boek?

“Ik ben een auteur die sterk plotgedreven boeken schrijft, maar meer nog dan de sociale of politieke thema’s is mijn uitgangspunt altijd de architectuur: de constructie van het verhaal. Ik begin met het vaststellen van het einde. En dan bedoel ik niet de laatste zin, maar − in het geval van De laatste skilift − de laatste vijf of zes hoofdstukken. De werktitel van het boek was trouwens lange tijd ‘Duisternis als bruid’, een metaforische titel die is ontleend aan Shakespeares toneelstuk Leer om leer. Ik heb dat citaat uiteindelijk gebruikt als motto voor het boek.”

De metafoor ‘duisternis als bruid’ verwijst naar de bereidheid om de dood te accepteren wanneer die zich uiteindelijk aandient. Gaat dat gegeven meer voor u betekenen naarmate u ouder wordt?

“Ik denk het niet. Hoe ouder ik word, hoe meer ik besef dat ik een geluksvogel ben. Ik schrijf op mijn 80ste nog altijd zeven dagen per week, acht uur per dag. Dat ervaar ik als een pure luxe.”

Uw dochter Eva is een transgender vrouw. Was zij de inspiratie voor Adams pleegvader Elliot Barlow, die eveneens in transitie gaat?

“Ja en nee. Zoals je weet was Roberta Muldoon uit Garp mijn eerste trans heldin. Toen ik over haar schreef, was Eva nog niet geboren. Ze wist van jongs af aan dat ik hoe dan ook aan haar kant stond, en aan die van andere lgbtq+-personen. Ik vind het geweldig dat zij ook schrijver is. Wij lezen de eerste versies van elkaars boeken en geven daar feedback op. Ook dit boek heeft ze al in een vroeg stadium gelezen en ze had grote invloed op de uiteindelijke titel.

John Irving: 'Als er geen oorlogen of andere politieke rampen tussendoor komen, is seks inderdaad de belangrijkste rode draad in het leven van verreweg de meeste mensen.' Beeld  Nathan Cyprys
John Irving: 'Als er geen oorlogen of andere politieke rampen tussendoor komen, is seks inderdaad de belangrijkste rode draad in het leven van verreweg de meeste mensen.'Beeld Nathan Cyprys

“Toen mijn zoons Colin en Brendan jong waren, heb ik veel met ze geworsteld. Godzijdank is Eva nooit gaan worstelen, want daarvoor was ik tijdens haar jeugd inmiddels te oud. Wat een geluk dat ze schrijver is geworden. Zoals Elliot Barlow de held/heldin van De laatste skilift is, is Eva mijn heldin.”

De laatste skilift bevat twee complete filmscripts, geschreven door Adam, die na een worstelcarrière schrijver wordt. Dat doet denken aan De wereld volgens Garp, dat twee volledige verhalen bevat die Garp heeft geschreven.

“Leuk dat je dat opmerkt. Toen ik Garp schreef, twijfelde ik of ik die twee teksten moest opnemen. Maar toen zei mijn redacteur: je kunt geen roman over een schrijver schrijven zonder de lezer te laten zien hoe hij schrijft. Adam is scriptschrijver en elke scriptschrijver heeft scripts liggen voor films die nooit gemaakt zijn. Ikzelf ook, en scripts van niet-gemaakte films blijven je altijd achtervolgen. In mijn geval heb ik ze omgewerkt tot romans.”

In De laatste skilift spelen, voor het eerst in uw oeuvre, geesten een vooraanstaande rol.

“Voor een niet-religieus iemand als ik komen geesten het dichtst in de buurt van wat je spiritualiteit zou kunnen noemen. Ik ken mensen die heel rationeel denken en toch ervaringen met geesten hebben gehad of geestverschijningen hebben gezien.

“In het werkelijk bestaande Hotel Jerome in Aspen, dat een belangrijke rol speelt in mijn boek, hebben veel uiteenlopende personen, zowel gasten als personeel, over een periode van honderd jaar terugkerende waarnemingen gedaan. Het naakte 10-jarige jongetje, de huilende zilvermijnwerker, het kamermeisje dat in een vijver viel, aan een longontsteking overleed en nog steeds kamers komt schoonmaken...

“Tot mijn spijt heb ik zelf nooit zoiets waargenomen, maar ik stel die ervaringen van anderen niet ter discussie. In mijn boek gebruik ik geesten om overleden mensen te laten terugkeren en zo het verhaal op een bevredigende wijze af te ronden.”

Sommige schrijvers schrijven om hun demonen te verjagen. Maar Adam zegt in uw boek: ‘Schrijven als catharsis werkt niet; het is slechte therapie en het levert slechte boeken op.’ Is dat ook uw opvatting?

“Absoluut. Ik schrijf over dat waar ik bang voor ben, namelijk het verlies van mensen die veel voor me betekenen. Mijn kinderen bijvoorbeeld. Daarom creëer ik personages met wie lezers een emotionele band kunnen opbouwen. En om wie ze dus ook verdriet kunnen hebben, als dat personage iets overkomt, wat in mijn werk regelmatig gebeurt. Maar je kunt de angst om een kind te verliezen niet uitbannen door erover te schrijven.”

Wanneer u klaar bent met uw research, maakt u dan een schema van hoe de roman eruit gaat zien?

“Nee. Ik heb dan een grote hoeveelheid handschreven aantekeningen die ik al schrijvend voortdurend herlees en die me inspireren. Doorgaans ben ik in mijn hoofd algauw vijf, zes jaar met een boek bezig, voordat ik de eerste regels op papier zet.”

Zijn alle boeken waaraan u bent begonnen er gekomen?

“Met één boek heb ik te lang gewacht. Ik had prachtige, gedetailleerde plannen waaraan ik lang had gewerkt, maar daarvoor moest ik een flinke periode onderzoek doen in omstandigheden die ik voor mijn leeftijd te oncomfortabel vond. Dat had ik op jongere leeftijd moeten doen. Ik wil er verder liever niet te veel over zeggen, maar een klein stukje van die geplande roman kon ik kwijt in mijn vorige boek, Avenue van de mysteriën. Daarin wil mijn personage Juan Diego een boek schrijven dat One Chance to Leave Lithuania heet. Dat komt er nooit van omdat hij doodgaat.”

U schrijft nog steeds met de hand, nietwaar?

“Ja, en ik hoop dat nog lang te kunnen doen. In De laatste skilift geef ik Adam mijn slechte handen. Als gevolg van worstelblessures heb ik een heleboel operaties aan mijn buigpezen en flexorpezen ondergaan. De laatste twee, drie jaar gelukkig niet, maar ik ben bang dat er een dag komt dat ik niet meer met de hand zal kunnen schrijven.

“Ik schrijf momenteel op een slant board, zo’n schuin schrijfblad, zodat ik niet te veel vooroverbuig, wat slecht is voor mijn rug. Ik kan best snel typen, maar dat is bij het schrijven juist een nadeel. Als ik met de hand schrijf, hoef ik minder te herschrijven.”

Het moet voor een Dickens-bewonderaar een mooie gedachte zijn dat ook de grote meester gebruikmaakte van een schuin schrijfblad.

“Haha, dat is waar. Maar dat is niet de reden dat ik het gebruik. Dat heeft echt met mijn rug te maken.”

Wat betekenen recensies voor u?

(denkt enige tijd na) “Je kunt niet generaliseren over recensenten. Er zijn er die een boek onbevooroordeeld en aandachtig lezen. Maar er zijn er ook die bevooroordeeld en slordig of zelfs helemaal niet lezen en dat heb je als schrijver meteen door. (grimmig) Er zit ongedierte tussen. Vooral populaire, goedverkopende schrijvers trekken dat ongedierte aan.”

U schrijft zeven dagen per week, acht uur per dag. Betekent dat dat u de dag na het afronden van een roman meteen aan de volgende begint?

“Haha, goede vraag. Waarom wordt die me niet vaker gesteld? Als ik een manuscript heb ingeleverd, ga ik door mijn aantekeningen voor andere boeken en bepaal ik wat mijn volgende boek wordt, maar ik schrijf nog niets. Want ik weet dat er nog een periode van intensief overleg met mijn redacteur volgt over eventuele aanpassingen in het vorige manuscript. Pas nadat ik de laatste proeven heb gecorrigeerd, begin ik aan het nieuwe boek.

“Ik heb nu zes hoofdstukken van mijn volgende boek geschreven, alsook de laatste acht pagina’s van het einde. Ik heb overigens altijd uitstekende redacteurs gehad. Het grootste ongedierte onder de recensenten zijn degenen die mijn lezers bespotten omdat ze van mijn boeken houden, door te stellen dat mijn boeken niet worden geredigeerd. Want anders zouden ze wel korter zijn.”

Op welk moment wist u dat u schrijver wilde worden?

“Toen ik als 15-jarige Great Expectations las. En toen ik twee jaar later Moby-Dick onder ogen kreeg, realiseerde ik me dat je bij een goed boek al na een of enkele hoofdstukken weet hoe het gaat eindigen. Want zo hoort een boek geschreven te worden. Dat is althans mijn opvatting. Mijn schrijverschap wortelt in de 19de eeuw. Dickens, Melville, Hawthorne, Thomas Hardy... De ware glorietijd van de roman.”

John Irving, ‘De laatste skilift’, De Arbeiderspers, 1.008 p., 34,99 euro. Vertaald door Luud Dorresteijn en Hans Kloos. Beeld rv
John Irving, ‘De laatste skilift’, De Arbeiderspers, 1.008 p., 34,99 euro. Vertaald door Luud Dorresteijn en Hans Kloos.Beeld rv

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234