AnalyseOscars
Triomf voor Aziatische Amerikanen, verlies voor kaskrakers: de vier grote trends op de Oscars
Het is niet moeilijk de grote winnaar van de 95ste Academy Awards aan te duiden: met zeven Oscars, waaronder die voor Beste film, maakte Everything Everywhere All at Once zijn favorietenrol waar. Verliezers waren er in overvloed: voor blockbusters, Netflix en Hollywood-coryfeeën werd het een teleurstellende avond. Wij ontwaren vier trends.
1. De Academy krijgt elk jaar (een beetje) meer kleur
“Mijn reis begon op een boot, ik leefde een jaar in een vluchtelingenkamp, en nu sta ik op het grootste podium van Hollywood. Ze zeggen dat verhalen als deze enkel in films plaatsvinden. Ik kan dit niet geloven – dit is de Amerikaanse droom!” Ke Huy Quan, de Everything Everywhere All at Once-acteur die aan het langste eind trok in de categorie voor Beste acteur in een bijrol, zette al vroeg op de avond de toon. Niet alleen omdat hij de eerste van zeven Oscars won voor de triomfantelijke film over een Aziatisch-Amerikaanse moeder die in het multiversum een actieheldin wordt, maar ook met zijn emotionele dankwoord, waarin hij zijn migratieroots benadrukte.
Aan het einde van de avond zou zijn bijna-naamgenoot, Everything Everywhere-coregisseur Daniel Kwan, een gelijkaardig verhaal vertellen, toen hij samen met Daniel Scheinert de Oscar voor Beste regie in ontvangst kwam nemen – de Oscar voor Beste origineel scenario hadden ze kort voordien gewonnen, de apotheose van de Academy Award voor Beste film zou nog volgen.
En dan was er nog Michelle Yeoh, die voor haar hoofdrol in Everything Everywhere All at Once de prijs voor Beste actrice won. De Maleisische actrice werd de eerste Aziatische die die Oscar won, en toonde zich daar erg bewust van in haar speech, waarin ze bloemetjes wierp naar haar moeder in haar thuisland en naar haar familie in Hongkong, “waar mijn carrière startte”.
#OscarsSoWhite
In 2015 ging de hashtag #OscarsSoWhite viraal, als kritiek op de te witte lijst aan genomineerden. De Academy heeft sindsdien haar ledenaantal fors uitgebreid, met heel wat mensen van kleur – wat zich nadien vertaalde in triomfen voor Moonlight en zwarte acteurs als Daniel Kaluuya (Judas and the Black Messiah), Regina King (If Beale Street Could Talk) en Viola Davis (Fences).
Dit jaar bleef de Afro-Amerikaanse gemeenschap echter op haar honger zitten. Black Panther: Wakanda Forever moest het stellen met nominaties in kleine categorieën en films als Till en The Woman King werden al bij de nominaties over het hoofd gezien. Bovendien waren de genomineerden voor Beste regie voor het eerst in drie jaar weer allemaal mannen. De stappen naar meer diverse prijzen blijven kleine stappen, maar ze zijn er wel.
De laatste jaren lijkt vooral de Aziatische gemeenschap de vruchten te plukken van de steeds diversere Oscars. Er was de historische triomf van het Zuid-Koreaanse Parasite in 2020, en nadien mochten de Chinees-Amerikaanse Nomadland-regisseur Chloé Zhao en de Koreaanse actrice Youn Yuh-jung (Minari) een beeldje komen ophalen. Daar komen nu Daniel Kwan, Ke Huy Quan en Michelle Yeoh bij. “Voor alle jongens en meisjes die op mij lijken en vanavond kijken: dit is een baken van hoop en mogelijkheden”, vertelde ze over haar Oscar. “En dames, laat nooit iemand je vertellen dat je voorbij je hoogtepunt bent.”
2. Hollywood houdt van een goede comeback
Yeoh klopte de veelvuldig geprezen Cate Blanchett in de race naar de Oscar voor Beste actrice. Nadat Blanchett eerder al Oscars won voor haar rollen in Elizabeth en Blue Jasmine, greep ze naast een derde gouden beeldje voor haar indrukwekkende prestatie in Tár. Maar ze was dit jaar lang niet de enige Hollywood-coryfee die met lege handen naar huis ging.
Wat moet Steven Spielberg niet denken? Hij heeft al drie Oscars op de schoorsteen staan, voor Schindler’s List (Beste film en Beste regie) en Saving Private Ryan (Beste regie), maar toen zijn laatste film The Fabelmans in première ging op het Filmfestival van Toronto, leek ook die al over een gouden schijn te beschikken. Een ontroerende, autobiografische film waarin de meest geliefde regisseur van de laatste vijftig jaar zijn liefde voor film bezingt zou gevonden vreten zijn voor de Academy.
Maar het Hollywood-narcisme lijkt zijn beste tijd te hebben gehad. Damien Chazelles liefdesbrief aan Hollywood, Babylon, flopte aan de kassa en werd niet genomineerd in de belangrijke categorieën, terwijl The Fabelmans ondanks zeven nominaties met lege handen naar huis ging. Ook het negenvoudig genomineerde The Banshees of Inisherin en de achtvoudig genomineerde biopic Elvis – een genre dat traditioneel scoort op het belangrijkste feestje in Hollywood – kwamen van een kale reis terug.
Zo waren het niet de Oscar-habitués die triomfeerden, maar wel de comebackkids. Brendan Fraser verbleef jarenlang in het vagevuur van Tinseltown, maar troefde Elvis-acteur Austin Butler af dankzij zijn ontroerende rol in The Whale. En Michelle Yeoh bleek zo’n kwarteeuw na haar doorbraak in de James Bond-film Tomorrow Never Dies en de martial-artklassieker Crouching Tiger, Hidden Dragon nog lang niet over haar hoogtepunt heen.
Een gelijkaardig verhaal in de bijrol-categorieën: Jamie Lee Curtis werd op haar 64ste eindelijk genomineerd voor een Oscar én won meteen, voor haar rol in Everything Everywhere All at Once, maar de actrice uit horrorklassieker Halloween benadrukte het belang van alle kleine genrefilms waarin ze meespeelde. En dan was er natuurlijk nog Ke Huy Quan: een kindster uit de jaren tachtig, met iconische rollen in The Goonies en Indiana Jones, kroop dankzij Everything Everywhere All at Once weer uit het dal van de vergetelheid. Hij dankte zijn Goonies-collega Jeff Cohen en omhelsde een minzaam glimlachende Harrison ‘Indiana Jones’ Ford toen Everything Everywhere de hoofdvogel afschoot – het mooiste beeld van de avond.
3. Netflix is nog steeds slechts een subtopper
De inmiddels alweer vergeten Apple-film CODA leek vorig jaar een grens te hebben verlegd. Door met de Oscar voor Beste film naar huis te gaan leek Apple het glazen plafond voor streamingplatformen in Hollywood te hebben doorbroken. Netflix, dat al jaren de buidel opentrekt in de zoektocht naar Oscar-goud, zal afgunstig naar Apple hebben gekeken, maar ook hebben gehoopt dat het pad voor een eigen overwinning geëffend was.
Helaas: ook 2023 was het jaar van ‘net niet’ voor Netflix, dat bij de Academy-leden vooral in de subtop blijft spelen. Het was zeker geen verloren avond voor de streaminggigant, dat van zestien nominaties er zes wist te verzilveren, onder meer voor de korte documentaire The Elephant Whisperers en voor animatiefilm Guillermo del Toro’s Pinocchio.
Een écht grote prijs zat er dit jaar echter niet in. Zoals de regiebekroningen voor The Power of the Dog en Roma de afgelopen jaren aanvoelden als troostprijzen omdat Netflix tekortschoot in de race voor Beste film, zo moest ook All Quiet on the Western Front het met ‘kleinere’ awards stellen. De Duitse oorlogsfilm werd negen keer genomineerd en met vier awards was hij de enige die een beetje in het spoor van Everything Everywhere All at Once kon blijven, maar zijn rol als outsider in de categorie voor Beste film kon de Netflix-productie niet waarmaken. En prijzen voor Beste buitenlandse film (de categorie waarin Close verloor), Beste score, Beste cinematografie en Beste productiedesign staan dan wel mooi op het palmares, je schrijft er geen geschiedenis mee.
4. Wat met ‘het grote publiek’?
De laatste jaren bestond de voornaamste uitdaging van de Academy er niet enkel in om de Oscars diverser te maken, maar ook om ze populairder te maken. Het aantal kijkers van de ceremonie ging jaarlijks achteruit, met de dikke 10 miljoen in het covidjaar 2021 als dieptepunt. Vorig jaar keken er 16 miljoen mensen, maar of deze lijn zich doortrekt, is nog niet duidelijk. Wat wel helder was: het is moeilijk om een spannende ceremonie in elkaar te boksen.
Vorig jaar was er de slag die Will Smith uitdeelde aan presentator Chris Rock, maar dit jaar verliep de uitreiking zonder noemenswaardige incidenten en eigenlijk ook zonder noemenswaardige momenten, op enkele emotionele dankwoorden na. Presentator Jimmy Kimmel had twee running gag voorbereid: eentje ging over Will Smith-gate, de andere over de ellenlange duur van de uitreiking. “Op dit punt in de show begin je de kletsen een beetje te missen, niet?”, grapte hij toen we al twee uur bezig waren en er nog bijna een uur en drie kwartier zat aan te komen.
Dit was een klassieke, brave ceremonie, zonder grote stunts. De meest in het oog springende momenten waren performances van Rihanna (‘Lift Me Up’, uit Black Panther: Wakanda Forever), Lady Gaga (‘Hold My Hand’, uit Top Gun: Maverick) en het uitbundig gebrachte ‘Naatu Naatu’ uit RRR, dat de Oscar voor Beste song zou winnen. Verder moesten we het stellen met presentatoren die netjes het script volgden en brave, apolitieke mopjes: Kimmel had enkel een sneertje naar Fox News in petto. (Het meest politieke moment was het dankwoord voor de Oscar voor Beste documentaire Navalny, van de echtgenote van de Russische dissident. Yulia Navalnaya moedigde haar man aan “sterk te blijven”.)
In een poging meer kijkers te trekken, werd het aantal genomineerden voor Beste film in 2009 opgetrokken van vijf naar maximaal tien. Op die manier zijn ook blockbusters als Top Gun: Maverick en Avatar: The Way of Water van de partij, al is dat maar hoe je het bekijkt: Top Gun-ster Tom Cruise en Avatar-regisseur James Cameron stuurden hun kat. “The two guys who insisted we go to the theater didn’t come to the theater”, grapte Kimmel.
De realiteit is dat grote publieksfilms – die effectief het bioscoopbezoek weer optrokken na de pandemie – hooguit een technische Oscar krijgen. Top Gun moest het stellen met die voor Beste geluid, Avatar met die voor Beste visuele effecten en Black Panther met die voor Beste kostumering. Dat zijn niet het soort Oscars waarvoor Tom Cruise, James Cameron of hun fans thuisblijven, zo blijkt. Ook de Academy blijft bij het uittekenen van hun show zoeken naar een antwoord op de vraag die veel cineasten zich stellen: hoe maak je een kwalitatief, entertainend product voor een immens publiek?