40 jaar AB
‘Toen ze me Eminem aanboden, heb ik bedankt. Hiphop, dat was áltijd een hoop gezever’
De Ancienne Belgique viert haar veertigste verjaardag met een jaar vol jubileumconcerten dat op 21 september – exact veertig jaar na de feestelijke opening – wordt afgetrapt door 2ManyDJs. In de zomer van 1992 gingen de deuren van de AB dicht voor verbouwingswerken die vier jaar zouden duren. ‘Bij de heropening mocht je niet op het parket: dat was pas gevernist!’
Marc Vrebos begon in 1984 in de AB te werken als manusje van alles, werkte zich op tot geluidsmixer en raakte met zijn bouwtechnische achtergrond – in het begin van zijn carrière had hij voor een architectenbureau gewerkt – al snel bij het nieuwe bouwproject betrokken.
Marc Vrebos: “De eerste plannen voor de grote verbouwingen werden begin jaren 80 al gemaakt en bediscussieerd, en ik heb mij daar van meet af aan mee gemoeid. Voor zulke dingen word je niet gevraagd, je moet je plaats opeisen. Midden jaren 80 was er al een eerste kleine verbouwing geweest, maar het probleem van de geluidsisolatie was toen niet afdoende bestudeerd, wat bij de heropening meteen tot grote problemen heeft geleid.”
Johan Ral (voormalig VRT-nieuwsanker en auteur van het boek AB – Een muzikale geschiedenis): “De plannen voor een tweede, grote verbouwing waren er inderdaad al vroeg in de jaren 80, maar in 1986 heeft de toenmalige minister van Cultuur, Patrick Dewael, beslist om de verbouwingsplannen stil te leggen en alles opnieuw te laten bekijken. Er werd beslist om er voluit voor te gaan en het degelijk aan te pakken. De spilfiguur was Jari Demeulemeester, die van 1986 tot 1988 adviseur van minister Dewael was. Paul Van Santvoort nam het in die periode over als programmator bij de AB.”
Jari Demeulemeester (bij de AB van 1979 tot 2011, jarenlang artistiek en algemeen directeur): “Ik heb Patrick Dewael ervan kunnen overtuigen om de geluidsstudie weg te gooien en te beginnen met een nieuwe, die voornamelijk gebaseerd was op popmuziek.”
Eric De Vuyst (coördinator productie en bij de AB sinds 1990): “De AB was een oud en versleten kot. Werkelijk alles was aan vernieuwing toe, tot en met de keuken. De catering gebeurde in een ruimte die daar helemaal niet geschikt voor was. Het was een doolhof van hokjes links en rechts die gaandeweg waren ingepalmd en volgestouwd. De dubbele houten deur tussen de grote zaal en de Bar Américain is tijdens een concert van Public Enemy gesneuveld omdat te veel mensen er iets te enthousiast tegen waren gaan leunen. Die verbouwingen kwamen geen moment te vroeg.”
Om concerten te kunnen blijven organiseren, zocht en vond de AB in 1992 onderdak bij het Kaaitheater, dat gehuisvest was in het toenmalige Luna Theater. De gast zou pas vier jaar later weer zijn koffers pakken.
Kurt Overbergh (programmator sinds 1997, artistiek directeur sinds 1998): “Ik heb in het Luna Theater fantastische concerten gezien van Nick Cave and The Bad Seeds, Portishead, Underworld, House of Pain, Bootsy Collins en George Clinton. En ik heb er mijn debuut als dj gemaakt, na het concert van House of Pain. Ik kwam er veel als vertegenwoordiger van de platenfirma Rough Trade waarvoor ik toen werkte, en ik leerde de mensen en de werking van de AB kennen. Maar ik voelde en begreep ook de frustratie die het samenleven met het Kaaitheater teweegbracht.”
Vrebos: “Het was niet altijd even makkelijk, nee. Je had er twee organisaties met elk een eigen manier van werken. Voor theater en dans wordt de programmatie lang op voorhand vastgelegd, wij werken op veel kortere termijn. We wisselden de kalender dan maar af: vijf weken voor het Kaaitheater, vijf weken voor de AB. In het begin staken wij een handje toe tijdens de Kaaitheater-weken, maar al snel bleek dat theater en rock-’n-roll twee verschillende werelden zijn.”
Ral: “De AB heeft die jaren in het Luna Theater zeer behoorlijk overbrugd. Ze zijn gewoon blijven bestaan, hè: ze hebben de naam ‘Ancienne Belgique’ levend gehouden en zijn parallel blijven programmeren in kleinere zalen, waar aankomend talent terechtkon.”
Demeulemeester: “Naast het Luna Theater, wat ik een fantastische ontdekking vond, programmeerden we in die jaren ook occasioneel in de Passage 44, het Koninklijk Circus, de Falstaff en de Bellevue Club, de oude brouwerij van Kriek Bellevue. Townes Van Zandt heeft daar nog gestaan, Bram Vermeulen, en Frank Vander linden met De Mens.”
Marc Vrebos, die destijds beroepshalve ook buiten de AB de sfeer ging opsnuiven en een centje bijverdienen, belandde in de zomer van 1991 als podiummixer achter het mengpaneel van Nirvana op Pukkelpop.
Vrebos: “Nirvana was in allerlaatste instantie openingsact Limbomaniacs komen vervangen en had een mixer nodig. Het ging er zeer heftig en chaotisch aan toe. Ik herinner me dat Kurt Cobain en de bassist meer op dan naast elkaar stonden. En ik had ook niet de indruk dat ze ondanks het vroege uur geheel nuchter op het podium stonden. Er is toen compleet geen interactie geweest met de groep. Ze hebben mij niks gevraagd, en ik heb alles zo goed en zo kwaad mogelijk door de monitors gejaagd. Ik heb geen klachten gehad: ik vermoed dat ze met andere dingen bezig waren dan het geluid en de podiummix.”
De kwade Schuer
Op 5 december 1996 zwaaiden de deuren van de AB voor het eerst in vier jaar weer open, maar de feestelijkheden werden over drie avonden gespreid: eentje voor de overheid, eentje voor de vips en eentje voor het publiek.
De Vuyst: “De luxe en de ruimte die er ineens was! En het was van ons! Een gloednieuw gebouw met een compleet andere structuur, met meer mensen, in een vzw die op een zeer professionele manier was georganiseerd. Ik wil geen afbreuk doen aan de fantastische dingen die er eerder gerealiseerd zijn, maar voordien was het meer een uit de kluiten gewassen jeugdhuis. Na de verbouwing had je een echte bedrijfsstructuur.
“Bij de heropening op 5 december waren we nog lang niet klaar. Toen de eerste bezoeker binnenstapte, werden er achteraan nog snel dozen weggehaald. Op een deel van het parket mocht je ook niet lopen, omdat dat net gevernist was. Wie erbij was, beweert dat hij of zij de geur van die vernis nóg altijd kan ruiken (lacht). En op 6 december zijn er nog muren geverfd.”
Overbergh: “Wat wel klaar was, waren de toiletten. Ik herinner me dat ik ging plassen en voor het eerst van die ingebakken vliegen in de pisbakken zag! Ze zitten er nog steeds, ze zijn er nog niet afgezeken (lacht).
“Een paar maanden na de heropening ben ik in de AB begonnen, op 1 april 1997. Jari, die ik kende van de tijd in het Luna Theater, had mij gebeld: ‘Uw enthousiasme is aanstekelijk, kom hier maar werken.’ Het was een periode waarin ik geregeld bijkluste als tapper, en ik dacht: why not? Ik kom daar tenslotte graag. Bleek dat het voor de job van programmator was (lacht).
“Ik wist totaal niet wat programmeren was, maar de eerste band die ik wist te strikken, was Einstürzende Neubauten, één van mijn favoriete groepen. Die hadden altijd in zalen als de Vooruit gespeeld – capaciteit: 1.200 mensen – maar ik haalde ze naar de AB en we verkochten 1.600 tickets. In mijn hoofd had ik het helemaal gemaakt (lacht). Mijn tweede artiest was Rubén González: uitverkocht. Ik herinner me dat hij binnenkwam via de hoofdingang en van het publiek een staande ovatie kreeg. Maar belangrijker: het was de start van de Cubaanse golf. Omara Portuondo, Buena Vista Social Club, Afro Cuban All Stars en noem maar op: die hebben daarna allemaal in de AB gespeeld, en de zaal was telkens afgeladen vol. Alles samen bijna dertigduizend bezoekers. Als programmator gaf mij dat vleugels.
“Maar na Rubén González kwam de derde groep (lacht). Smoke City had een hitje met ‘Underwater Love’, uit een commercial van Levi’s. Ik was ze in het buitenland gaan halen en had daarbij de lokale agenten gepasseerd, waardoor Herman Schueremans kwaad op mij was. Nu weet ik perfect bij wie ik moet zijn voor welke artiest, maar toen wist ik nog niks. Soit, ik moest 1.500 tickets verkopen om uit de kosten te komen, maar één hit maakt blijkbaar de lente niet: er stonden tweehonderd mensen in de zaal. Ik zat met een gigantische put, ik ben zo hard op mijn bakkes gegaan dat ik dacht: nee, ik ben echt geen goeie programmator (lacht). Maar het was een les.”
Vorige week vertelden we hoe programmator Pascal Van De Velde Pearl Jam aan de AB voorbij liet gaan en collega Teddy Hillaert de Pixies wandelen stuurde. Kurt Overbergh voegt daar Eminem aan toe.
Overbergh: “De ironie is dat ik aan de VUB de allereerste eindverhandeling over hiphop heb geschreven. En daarna ben ik naar Amerika getrokken, waar ik voor het radioprogramma ‘Update’ van Chantal Pattyn op Studio Brussel wekelijks bijdragen over hiphop leverde. Ik heb toen interviews gedaan met Freestyle Fellowship en The Pharcyde, ik ben naar ‘Yo MTV Raps’ geweest en heb bij Del the Funky Homosapien thuis dikke joints gerookt – zo stoned als een aap! Eminem is mij aangeboden in een periode dat ik mijn buik een beetje vol had van de hiphoppers. Ik had eerder al Wu-Tang Clan geprogrammeerd, mijn held KRS-One van Boogie Down Productions – die in laatste instantie afzegde – en nog een hele hoop anderen. En dat was altijd een heel gedoe geweest. Zeg maar gerust: doffe ellende. Hiphopconcerten kostten mij drie keer meer energie dan andere, en toen ze met Eminem kwamen aanzetten, die toen net ‘The Slim Shady LP’ uit had, heb ik gezegd: ‘Nee, dank u.’ En let’s face it: het zóú een hoop gezever geweest zijn. Wat natuurlijk niet wegneemt dat ik ’m had moeten programmeren.”
Bassen tot 500 meter
De Ancienne Belgique beschikte dan wel over een gloednieuw gebouw waarvoor tijdens de verbouwingen extra aandacht was besteed aan de geluidsisolatie, maar helemaal opgelost waren de problemen nog steeds niet. Tot op de dag van vandaag is er een avondklok van halfelf.
Demeulemeester: “Op de locatie van de AB was er tot de 17de of 18de eeuw een binnenhaven. Daarom hebben we bij de tweede verbouwing tot 20 meter diep moeten funderen. De basklanken gingen ondergronds tot 500 meter ver in de omgeving!”
Vrebos: “We hebben veel onderzoek gedaan naar de akoestiek en de isolatie van het gebouw, maar altijd bleek dat je de heel lage frequenties bouwtechnisch gezien nooit helemaal kunt tegenhouden. Toch niet met het geluidsniveau dat wij geregeld produceren. Een ander probleem zijn de trillingen die het publiek zelf veroorzaakt. Als een zaal collectief in dezelfde cadans begint te springen, krijg je een mini-aardbeving in de buurt. We hebben dat proberen te reduceren door bijvoorbeeld snedes te laten kappen in de muur van de AB en die van het appartementsgebouw ernaast, er zijn nieuwe vloeren gelegd zodat de trillingen zich zo weinig mogelijk verspreiden via de structuren in de omliggende gebouwen, enzovoort. Dat heeft wel goede resultaten opgeleverd, maar een concertzaal volledig isoleren is een illusie.”
Overbergh: “De belangrijkste reden waarom we om halfelf sluiten, is dat iedereen dan nog met het openbaar vervoer naar huis kan. In mijn beginjaren, eind jaren 90, heb ik hier onder de noemer ‘It’s Like a Jungle’ drum-’n-bassfeesten georganiseerd die tot zes uur ’s ochtends duurden, maar dat is vandaag niet meer mogelijk. Ook omdat er nu veel meer optredens zijn: in het begin hadden we niet eens honderd concerten per jaar, nu is er elke dag wel iets te doen. Als je pas om zes uur ’s ochtends stopt, kun je de dag erna geen concerten organiseren, want als het een zware productie is, staan die mensen om acht of negen uur al voor de deur. En dan moet de zaal proper zijn. Ik ben op één van die drum-’n-bassnachten om zes uur ’s ochtends eens op het balkon gaan staan om het publiek toe te spreken: ‘Lovely people from ‘It’s Like a Jungle’, sorry, maar over twee uur komt de truck van Blondie aan.’ (lacht)”
Als we bij het AB-personeel naar backstageverhalen hengelen, blijven de lippen opvallend stijf op elkaar.
Demeulemeester: “Ik geef niet graag anekdotes. Een artiest die drie maanden in een bus heeft gezeten, bij ons aankomt en zegt: ‘I don’t like the food’, dat ga je toch niet aan het publiek meedelen? Dat Grace Jones ooit de loge zwart heeft geschilderd, dat blijft tussen Grace Jones en de organisatie (lacht).”
De Vuyst: “Er zijn duidelijke verschillen tussen de genres: bij hiphop is de timing niet altijd even makkelijk onder controle te houden, maar metalgroepen zijn een zegen om mee te werken. Zeer respectvolle, stipte mensen die vaak touren met twee of drie voorprogramma’s, waarvan iedereen zich aan de afspraken houdt.
“Er is veel veranderd in vergelijking met vroeger. Toen was er bijvoorbeeld geen avondklok voor de dressing room, en dan gebeurde er al eens iets (lachje). Ik herinner mij een concert van Type O Negative in december 1999. Zanger Peter Steele had zijn vriendin mee, en dat beviel de entourage niet. Er waren interne strubbelingen en ik heb toen de backstage tot drie uur ’s nachts opengehouden, zodat de manager, Steele en zijn lief het op hun gemak konden uitpraten.”
Op 23 maart 2000 landde Oasis in Brussel. Een concert dat live werd gecapteerd en uitgezonden op MTV, en de AB de nieuwe eeuw in katapulteerde.
De Vuyst: “Occasioneel hebben we heel grote namen gehad: David Bowie met Tin Machine, Lenny Kravitz in het Luna Theater ten tijde van ‘Are You Gonna Go My Way’, en dus ook Oasis, op het moment dat ze een supergroep waren. Maar dat jaar wilden ze een clubtournee doen en ze pikten de AB eruit. En als MTV dan zegt dat ze dat concert willen capteren, ben je uiteraard vereerd. Het is een bevestiging dat je er stáát.”
Overbergh: “Dat optreden heeft de AB op de kaart gezet in heel Europa, maar eerlijk: ik vond het geen goed concert. Omdat er gefilmd werd, waren de lichten in de zaal niet gedimd en hing er een artificiële sfeer. Voor mij persoonlijk was die avond veel belangrijker omdat Das Pop in de Club een fantastische aftershow heeft gespeeld. Ze waren zó goed en zó scherp, dat platenfirma Pias diezelfde avond nog de budgetten voor hun debuutplaat drastisch heeft opgetrokken.
“Oasis was ook een concert in zaalhuur, en dat is altijd wat vreemd en akelig, omdat je je niet meer welkom voelt in je eigen huis. They take over, een bizarre gewaarwording.”
De AB was klaar voor een nieuwe eeuw, maar voor MTV – dat niet lang daarna door YouTube en de sociale media op snelheid werd gepakt – zouden het de laatste stuiptrekkingen als pure muziekzender zijn.