AchtergrondMuziek
‘Toen ik in mijn burn-out zat, deed muziek me niks meer’: Delv!s stopt, maar brengt wel nog een geweldig debuut uit
Hij heeft zijn meesterwerk niet kunnen maken, zegt hij. Die bescheidenheid siert Delv!s, zeker wanneer blijkt dat hij met zijn debuut blablablue een superbe soulplaat aflevert die bovenal zijn innerlijke blues in de verf zet. Met reden.
“Ik stop met Delv!s. Dit is de eerste en meteen de laatste plaat. Ik ga ook niet meer live spelen.” Qua binnenkomer kan het tellen. We zitten in de salon van het knusse Landense huisje van Niels Delvaux. Omdat hij eindelijk zijn debuut uitbrengt onder het Delv!s-alias waarmee hij al zo’n dikke tien jaar soulvolle muziek op ons loslaat. Maar hij is uitgeblust, beweert hij, ietwat meewarig. Hij zegt het aarzelend, alsof hij nog steeds zelf niet kan geloven dat hij de stap heeft gezet.
“Nee, natuurlijk ga ik niet met muziek tout court stoppen. Wel met het project Delv!s, om zoveel verschillende redenen.” Die zijn niet min. Gesukkel met de gezondheid, zo blijkt. “Maar ook psychisch, zeker door toedoen van de coronacrisis. Als je mentale gezondheid niet oké is, ben je een pain in the ass voor andere mensen en voor je familie. Financieel was het ook dik klote. Mijn toekomstperspectieven oogden niet meteen vrolijkmakend. Twee keer opnieuw mogen heropstarten door toedoen van de pandemie. Daar toch ook wat geld ingestoken. Als soloartiest is dat niet evident.”
Wie de muziek van Delv!s kent, zijn onwaarschijnlijke zangtalent en de branie waarmee hij klassieke soul naar een popuniversum vertaalde, krabt misschien in de haren. Wat bezielt hem? Van zijn wonderlijke visitekaartje ‘Blend’, samen met de Leuvense beattovenaars van Uphigh Collective, over frisse zomersingles zoals ‘Tell Me’ tot bij de gestroomlijnde funkpop van ‘Come My Way’: Delv!s klonk steevast als één uit de duizend, ook al was niet elke muzikale keuze op maat gesneden van zijn in gospel gemarineerde stemgeluid. Is hij daarom nooit echt helemaal doorgebroken? Er was een tijd waarin hij wel elk jaar werd getipt als dé in de gaten te houden Belgische nieuwkomer.
“De zogenaamd eeuwige belofte”, klinkt het met een zucht. “Van die druk wilde ik af. Ik voelde aan dat ik niet langer de juiste muziek schreef om het meesterwerk te kunnen maken dat een muzikant toch in zich zou moeten hebben.”
Narcisme
Helemaal verbaast het ons niet. We volgen Delvaux al van bij zijn prilste stappen in de muziek en toen al vroeg je je soms af of een behoedzame, integere kerel als hij wel zou aarden in de muil van het beest dat de muziekindustrie is. Hij is geen haantje de voorste, geen tafelspringer of een egomaniak die dankzij een grote bek en veel bluf in de felste spotlichten komt te staan. Dat hij anno 2022 afknapt op een industrie waarin sociale media onverbloemd narcisme van artiesten eisen, verrast geenszins.
“Het past simpelweg niet bij mij. Bij hoe ik in het leven sta. Ik krijg zoveel stress van heel dat socialemediagebeuren. Ik kan niet elke dag Delv!s De Artiest zijn. Je moet je voortdurend bekommeren om de interactie met je volgers. Wie wordt daar gelukkig van? Ik vind het ronduit griezelig. Kun je je voorstellen dat Jimi Hendrix of Jim Morrison een Instagram-account zouden hebben gehad? Dat ze er elke dag een fotootje zouden opzetten van, pakweg, de spaghetti die ze aan het eten zijn (lacht). Maar je hebt vandaag geen keuze als je op de trein van de showbizz wil zitten.”
“Don’t you stop / work harder”, zingt hij dan ook smalend in de futuristische blues van ‘Money’. Het is een van de vele prijsbeesten op blablablue, een debuut dat meteen een afscheidsplaat is. Samengesteld uit ontelbare oude demo’s die Delvaux samen met zijn bassist Boris Van Overschee binnenstebuiten keerde, opkalefaterde of in galmende klankeffecten drenkte. Tragikomisch genoeg varen de liedjes uitstekend bij die rauwe productie. Een superbe soulsong als ‘Bad Trip’, met zijn gloeiende zangharmonie, had Delv!s van ons gerust jaren geleden mogen uitbrengen. Hij zingt er over Syrische vluchtelingen en ons onvermogen om met de tragedies van de vluchtelingenkampen en aangespoelde kinderen om te gaan. ’t Is heftig en klauwt naar het hart. Er is meer. De gracieuze Sade-funk van ‘Punika’. Of ‘So Much’, dat Nina Simone een behekst woud instuurt. In elke song schuilt het type weemoed dat past bij een vaarwel.
Naakte blues
In ‘Walk Alone Track’ en ‘Brother’ zingt hij over een wankele mentale gezondheid. De tijd lijkt er rijp voor. Stromae oogstte lof met ‘L’Enfer’ waarin hij zijn geflirt met zelfmoordgedachten bekende. Selah Sue, met wie Delvaux een management en een platenlabel deelt, zingt tegenwoordig openhartig over haar medicatie in ‘Pills’. “Er is nood aan”, zegt Delvaux.” Kunstenaars zijn nu eenmaal de gevoelige zielen van de maatschappij. Ik vind het enorm moedig van Sanne (Selah Sue). Zij wordt bovendien geconfronteerd met het duizendvoud aan aandacht en het type socialemediaperikelen waar ik zelf van walg. En dan nóg je nek durven uitsteken. Toen het slecht met me ging, heeft ze me gebeld, hoewel we elkaar niet enorm goed kennen. ’t Is een lieve madam. Dat voel je ook aan haar muziek. Echt wereldklasse.”
En nu? Even chillen, blijkbaar. Of schilderen, die andere passie van Delvaux. Zijn management en platenfirma reageerden begripvol op de boodschap dat hij er de stekker uittrekt. “Vanaf nu draait het om kwaliteit”, zegt hij mijmerend. Misschien wil hij wel meer muziek maken zoals ‘Baby Blue’, het enige naakte bluesnummer op blablablue. Volgens hem dient die song het best zijn afscheid. “Ik ben heel dankbaar. Kun je dankbaarheid delen? Toen ik in mijn burn-out zat, deed muziek me niks meer. Sinds een aantal maanden begin ik te janken als een kind wanneer ik mooie muziek hoor. Daar ben ik heel blij om.”
blablablue verschijnt op 25/2