"Tijd voor een vreedzaam overleg tussen omroepen en distributeurs"

Moeten de Vlaamse omroepen schrik hebben van Apple en Google? Want als zij hun tv-platformen in Vlaanderen loslaten, wat zullen de lokale omroepen dan nog kunnen piepen? De Vlaamse regulator voor de Media organiseerde een symposium over die dreiging. Alleen verzandde de discussie in een zoveelste welles-nietesspelletje tussen omroepen en distributeurs, waar beide partijen hun gekende argumenten bovenhaalden en naast elkaar praatten.

Net daar knelt het schoentje, meent professor Erik Dejonghe (UGent). "De inertie kan nefast zijn. Als de Vlaamse mediaspelers hun eigen digitaal aanbod niet zullen definiëren, zal iemand anders dat doen."

Dejonghe vergeleek de strijd tussen Telenet en de Vlaamse Mediamaat-schappij - de twee protagonisten in de discussie - met twee katers die, de rug gekromd en het haar rechtop, tegenover elkaar staan, klaar om uit te halen. "En de eerste die beweegt, wordt weggejaagd."

Tijd voor Poupehan
Dejonghe nuanceerde meteen ook het verhaal van de omroepen dat zij te klein en te weinig slagkrachtig zijn om op te boksen tegen veel rijkere en machtigere spelers als Telenet. "De macht is wederzijds", meent Dejonghe. "Als het Teletenne-aanbod van Telenet (om digitaal televisie te kijken met een antenne via de ether en niet via de kabel, JDB) nu commercieel waardeloos is, komt dat omdat vtm er niet op te zien is. En hetzelfde geldt voor Yelo, waarmee je ook niet naar vtm kan kijken."

De omroepen stoomden voor de zomervakantie een decreet klaar dat duidelijk maakt dat zij de eigenaar zijn van het omroepsignaal. Als distributeurs iets met dat signaal willen doen, moeten ze steeds de toestemming krijgen van de zenders.

Het decreet, dat wacht om behandeld te worden in de commissie Media van het Vlaams Parlement, is volgens Dejonghe echter geen oplossing om het conflict op langere termijn te ontzenuwen. Als de omroepen en distributeurs tot een vruchtbare samenwerking willen komen, moeten ze praten. "Het is tijd voor een vreedzaam overleg dat liefst heel discreet gevoerd wordt."

Dejonghe trok de parallel met de politieke onderhandelingen tijdens de jaren tachtig in Poupehan, het Waalse dorpje waar premier Wilfried Martens met onder meer Fons Verplaetse, de gouverneur van de nationale bank, vakbondsleider Jef Houthuys en bankier Hubert Detremmerie het economisch herstelbeleid vastlegden. Dat overleg vond plaats zonder dat iemand er van wist. "Er is voor de Vlaamse media ook een soort Poupehan nodig. Dat zou een oplossing kunnen bieden. Alleen vraag ik me af wie de bemiddelende rol van Fons Verplaetse zou kunnen overnemen."

Mogelijke oplossing
Een mogelijke oplossing dat het probleem al wat zou kunnen vergemakkelijken, is de huidige structuur vereenvoudigen. Belgacom en Telenet zijn nu eigenaar van het netwerk, zijn dienstenleverancier en bieden content aan.

"Is het houdbaar dat drie functies gecombineerd blijven binnen een bedrijf?", vraagt Dejonghe zich af. "Als ze gescheiden worden, zou het probleem in ieder geval vereenvoudigd worden."