Theater met De Wever als wolf en lam
Stefan Brijs neemt ondubbelzinnig afstand van het groeiende onbegrip in dit land
Stefan Brijs is schrijver, onder meer van De engelenmaker. Momenteel werkt hij aan een nieuwe roman.
Geachte heer De Wever,
In de klacht tegen Le Soir vanwege racisme, die u op 20 juni indiende bij het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, noemde u een artikel van mijn hand als een van de vier voorbeelden die exemplarisch waren voor - ik citeer - "de haat, doorgaans naar mijn persoon en die van mijn partij, maar af en toe ook naar de Vlamingen in het algemeen". Verder liet u verstaan dat u en uw partij "in dergelijke artikelen gediaboliseerd (worden), voor 'vergif' uitgescholden, vergeleken met Adolf Hitler en nazi's in het algemeen".
Ik ga ervan uit dat u het laatste deel van deze beschuldiging op mijn bijdrage heeft gebaseerd, want in geen van de andere drie artikelen las ik een rechtstreekse of onrechtstreekse verwijzing naar Hitler of het nazisme. Wetende hoe mijn artikel tot stand is gekomen en waarom het in Le Soir verscheen, wil ik u erop wijzen dat ik mij door u gebruikt voel in uw aanslepende conflict met Le Soir.
Mijn bewuste artikel betrof een dagboek, gesitueerd in 2012, en kwam er op vraag van De Standaard, die een reeks plande waarin jonge kunstenaars hun visie gaven op de toekomst van België. Op zoek naar inspiratie voor mijn stuk, waarin ik het mogelijke gevaar van de huidige verrechtsing wilde tonen, kwam ik terecht bij de jammerlijk genoeg waargebeurde dagboeken van Victor Klemperer, een Duitse jood die tussen 1933 en 1945 zeer precies de evolutie in Duitsland op papier stelde. Groot was mijn verbazing toen bleek dat ik door slechts enkele eigennamen te veranderen sommige gebeurtenissen van toen - tussen 1933 en 1936 - naar het België van nu kon overzetten.
Ik heb het hier over het groeiende gevoel van onveiligheid en de toenemende intolerantie bij de burger, het opgeklopte belang van symbolen zoals vlaggen en emblemen, de retoriek en het gedrag van sommige politici, de steeds strikter toegepaste taalwetten en de sluipende censuur van de afgelopen maanden (Louis Paul Boon, Vitalski...).
Daarop besloot ik de dagboeken van Klemperer te gebruiken om een fictief scenario te schrijven waarbij Vlaanderen geregeerd zou worden door een tripartite van N-VA, Lijst Dedecker en Vlaams Belang - Forza Flandria dus, een mogelijkheid die steeds minder utopisch wordt - en dat ons land zich ergens in 2012 op de vooravond van een referendum over een onafhankelijk Vlaanderen bevindt. Opnieuw was het vrij makkelijk in Klemperers geschriften fragmenten te vinden waarmee ik mijn sombere toekomstvisie kon verwoorden, een visie die vooral een waarschuwing moest inhouden: heren politici, wees redelijk en solidair, praat met elkaar, staar u niet blind op macht en op de kiezer, want weldra gebeuren er dingen die we tot voor kort in dit land onmogelijk achtten, kortom: neem uw verantwoordelijkheid.
Misschien was mijn fictieve dagboek niet de juiste methode om dat duidelijk te maken - daar kan over getwist worden - maar in elk geval hield het allerminst, zoals u het stelde, een oproep tot haat, ja, zelfs tot moord in. U hebt in mijn artikel dingen willen lezen die ik er niet in heb gestopt, zoals bijvoorbeeld ook dat ik u zou vergelijken met Hitler en uw partijgenoten met nazi's. Ik heb u en andere politici opgevoerd in een rollenspel, waarbij u min of meer toevallig de minister-president was, zoals Jean-Marie Dedecker min of meer toevallig minister van Veiligheid en Frank Vanhecke minister van Onderwijs was. Die verzonnen postjes zijn perfect inwisselbaar, sterker nog, ik had ze zo kunnen toekennen aan Franstalige politici, zoals bijvoorbeeld Maingain of Reynders. Mijn stuk is dan ook geen persoonlijke aanval op u of iemand anders, maar een soort van worst case scenario voor België, gebaseerd op fictieve maar geïnspireerd door waargebeurde feiten. Niet meer en niet minder.
Het stuk verscheen op 10 juni in de reeks 'België nieuwe/nouvelle formule' in de krant waarvoor ik het geschreven had - De Standaard - en werd daags erna door Le Soir overgenomen, niet om te provoceren, maar omdat zij deze reeks samen met De Standaard hadden bedacht. Van kwaad opzet tegen u of uw partij of stemmingmakerij was er dus zowel van mijn kant als van de kant van Le Soir op dat ogenblik geen sprake. Dat u in uw klacht tegen Le Soir dan ook mijn naam en artikel noemt, beschouw ik als een manipulatie van de feiten, want anders had u op zijn minst ook De Standaard bij het CGKR kunnen aanklagen (wetend dat zij ook aan die klacht geen gevolg zouden kunnen geven).
Van uw doordachte opzet getuigt mijns inziens ook de timing van uw aanklacht, die pas werd ingediend weken tot maanden na de verschijning van de andere drie artikels, en op het ogenblik dat het communautaire aspect van de regeringsonderhandelingen wat naar de achtergrond was verdrongen. Nog meer moedwillig opzet leid ik af uit het feit dat u in uw klacht mijn naam opvoert ondanks het feit dat ik, daags na de publicatie van mijn artikel, aan uw partijgenoot en Vlaams Parlementslid Piet De Bruyn, die mij zijn verontwaardiging persoonlijk kenbaar maakte, voorstelde om weldra een gesprek te hebben waarin we elkaars standpunten op een serene manier aan elkaar zouden toelichten om zo mogelijke onderlinge misverstanden weg te werken. Tussen haakjes: van de andere genoemde personen en partijen in mijn fictieve dagboek ontving ik niet één opmerking, terwijl ik door de N-VA en haar sympathisanten bestookt werd met reacties, waarvan sommige meer dan haatdragend waren.
Naar de redenen van uw demarches kan ik alleen maar gissen. Ik stel alleen maar vast dat u in het toneelstuk dat er nu wordt opgevoerd tegelijk de rollen van wolf en lam wil spelen, en dat zoiets tot verwarring en misverstanden leidt.
Het was niet mijn plan om op deze zaak terug te komen - ik wachtte mijn gesprek met Piet De Bruyn af - maar gezien de ontwikkelingen van de laatste dagen tussen u en Le Soir, waarbij er een opbod is gekomen in het elkaar zwart maken (en er bovendien nu wel letterlijk woorden als 'nazisme' en 'negationisme' worden gebruikt) wilde ik toch een aantal dingen verduidelijken. Nu dat gebeurd is, verzoek ik u vriendelijk - en bij deze ook Le Soir - om mij niet meer te betrekken bij dit angstwekkende opbod dat de polarisatie aan beide kanten van de taalgrens in de hand werkt en alleen maar tot meer haat en onbegrip leidt.
Ik ben graag bereid u mijn excuses aan te bieden als u zich door mijn fictieve dagboek gekwetst voelde en hoop zodoende bij te dragen aan meer sereniteit en een betere verstandhouding tussen u en de krant Le Soir en bij uitbreiding tussen Vlamingen en Walen. Ik mag dan toevallig van geboorte Vlaming en Belg zijn, ik sta achter vlag noch koning en wil dat graag zo houden. Ik wens gewoon mezelf te zijn in een omgeving die verdraagzaam is jegens andersdenkenden, zowel binnen als buiten de taalgrenzen. Ik hoop dat u mij deze keer wilt begrijpen.
Met vriendelijke groeten,
Stefan Brijs
undefined