RecensieFilms
‘The Suicide Squad’: superschurken, superhelden, maar ook supercliché ★★★☆☆
Na een héérlijk uitzinnig en geschift anderhalf uur probeert The Suicide Squad alsnog te voldoen aan de conventies van de superheldenfilm en vervelt daardoor tijdens het laatste half uur tot een brok amechtige cinema.
Spraakverwarring gegarandeerd: vijf jaar na Suicide Squad volgt The Suicide Squad, een sequel die geen sequel genoemd mag worden. Slechts een paar personages uit de eerste film duiken ook in de tweede op. Het basisidee is wel onveranderd: een reeks criminelen met buitengewone krachten krijgt strafvermindering als ze een geheime missie uitvoeren in opdracht van de Amerikaanse overheid. Ofwel: The Dirty Dozen in superheldenland. Ze krijgen een chip ingeplant waarmee opdrachtgeefster Amanda Walker (een sardonische Viola Davis) hen vanop afstand kan liquideren als ze zich niet aan de bevelen houden. Task Force X heet de groep officieel, maar gezien de schier onmogelijke onderneming is Suicide Squad een geknipte bijnaam. Excuseer: The Suicide Squad.
De dolle bende bestaat uit Harley Quinn, de door Margot Robbie gespeelde psychiater zonder schijnbare superkrachten die weliswaar met de lieflijkste glimlach letaal uit de hoek komt. Bloodsport (een erg genuanceerde Idris Elba), door zijn vader van jongs af tot een moordmachine opgeleid, is een duivel-doet-al met geavanceerde wapens. Hij wordt door Walker via zijn dochter onder druk gezet om mee te doen. Peacemaker denkt dat hij nog sterker en efficiënter is dan Bloodsport, een running gag die naar het einde van de film begint te slepen. Bij de Polka-Dot Man, wiens moedercomplex voor enkele van de grappigste scènes zorgt, groeien onderhuids gekleurde stippen die hij als wapen gebruikt. King Shark – half man, half haai – bezit een onverzadigbare honger en eet alles wat beweegt. Ratcatcher 2 kan ratten kan controleren en zo’n hele kolonie beestjes bezit de verwoestende kracht van een goed getraind leger.
Kolonel Rick Flag, zonder superkrachten, zij het vaak met veel geluk door het oog van de naald kruipend, moet het zootje ongeregeld in toom houden. De opdracht is een invasie van het fictieve Caribische eiland Corto Maltese (de naam is een eerbetoon aan de gelijknamige stripfiguur van Hugo Pratt). Daar is er net een machtswissel gebeurd en de coupplegers zijn de Verenigde Staten niet goed gezind. Daarom wil de Amerikaanse overheid een door haar mee gefinancierd geheim project, lang geleden opgezet door gevluchte nazi’s, vernietigen. Er zit namelijk een miasmatisch geurtje aan.
Prima Pixies
De eerste Suicide Squad was een boeltje dat vele kanten uit stuiterde, een hart miste en gebukt ging onder geforceerde humor. Regisseur David Ayer rekent dat de producerende studio aan die de film achter zijn rug verknipt heeft. Wat er ook van zij, bij The Suicide Squad zat James Gunn in de regisseursstoel en hij mocht daarenboven in zijn eentje het scenario schrijven. Als regisseur van Guardians of the Galaxy en Guardians of the Galaxy Vol. 2 heeft Gunn ervaring met superheldenfilms, al hadden die last van te veel (f)lauwe humor en zaten ze gekneld in genreconventies. Met The Suicide Squad grijpt hij qua sfeer en humor terug naar zijn genredoorbrekende eerste twee lowbudgetfilms Slither en Super, maar ditmaal beschikte hij over een royaal budget om magistrale sets te laten ontwikkelen.
Hoe fascinerend die ook zijn om naar te kijken, de kracht van The Suicide Squad ligt in de combinatie van absurditeit, zwarte humor en je-m’en-foutisme die de basis vormt van het scenario. Plus het inventieve gebruik van bestaande songs (bijvoorbeeld “Just a Gigolo (I Ain’t Got Nobody)” van Louis Prima of “Hey” van de Pixies) om hele scènes rond te bouwen. Alleen jammer dat Gunn het laatste kwart van de film uit een andere vaatje tapt en een verhaal dat onconventioneel begint en zich al even onorthodox ontvouwt, op een karakterloze wijze laat uitdoven.
Per saldo een goede film, zeker, maar er had nóg meer ingezeten.
The Suicide Squad, nu in de cinema