Woensdag 29/03/2023

Manchester

The Mancunian Candidates: waarom Manchester dé muziekstad van Engeland is

Een veiligheidshond patrouilleert voor aanvang van het One Love Manchester-concert Beeld EPA
Een veiligheidshond patrouilleert voor aanvang van het One Love Manchester-concertBeeld EPA

De stad Manchester, hard, ongepolijst, kende sinds eind jaren zeventig een unieke muziekscene, waarin punk, house en vroege elektro samengingen als nergens anders. Menno Pot schildert het klimaat waarin bands als Joy Division, Oasis en The Stone Roses werden geboren.

Menno Pot

Toen een geëmotioneerde Ariana Grande op 4 juni het One Love Manchester-concert in het cricketstadion van Old Trafford afsloot met de evergreen Over the Rainbow, was iedereen het erover eens: wat hadden al die wereldberoemde popartiesten in Manchester een waardig, onvergetelijk statement gemaakt: tégen geweld, vóór liefde en saamhorigheid.

Dertien dagen eerder, op 22 mei, was na afloop van een concert van de Amerikaanse popzangeres een bom afgegaan in de Manchester Arena. De aanslag joeg 22 jonge concertbezoekers en wachtende ouders de dood in. Het jongste slachtoffer was een meisje van 8.

Benefiet

Ariana Grande was er kapot van, maar vond de kracht om een historisch benefietconcert te organiseren. Ze wist veel populaire Noord-Amerikanen naar Manchester te krijgen: Pharrell Williams, Justin Bieber, Katy Perry, Miley Cyrus. Toch waren het vooral twee wereldberoemde zonen van de stad, geboren en getogen Mancunians, die het volgepakte cricketterrein diep in de ziel raakten: Robbie Williams zong Angels, Liam Gallagher de Oasisklassieker Live Forever. Manchester sloeg terug met zijn machtigste wapen: popmuziek. De hele stad Manchester was één.

Nou ja, de héle stad? De ochtend na het concert smeet Liam Gallagher via Twitter alweer met modder naar zijn oudere broer Noel: "Manchester, ik bied mijn excuses aan voor de afwezigheid van mijn broer gisteravond. Teleurgesteld." En meteen daarna: "Noel is in het buitenland. Stap gewoon op een fucking vliegtuig en zing je liedjes voor de kids, trieste lul."

Robbie Williams kwam Angels zingen tijdens het benefietconcert Beeld AP
Robbie Williams kwam Angels zingen tijdens het benefietconcertBeeld AP

Iets meer dan drie maanden later komt Noel Gallagher het goedmaken met zijn stad. Zaterdag is de officiële heropening van de Manchester Arena, een feit dat wordt gevierd met (opnieuw) een benefietconcert, We Are Manchester, met local heroes als de gitaarbands Courteeners (uit voorstad Middleton), Blossoms (uit voorstad Stockport), eighties-icoon Rick Astley (uit het nabijgelegen Newton-le-Willows) en, jawel, Noel Gallaghers High Flying Birds.

Noel Gallagher en zijn High Flying Birds Beeld ANP Kippa
Noel Gallagher en zijn High Flying BirdsBeeld ANP Kippa

De popstad van Engeland

Bijna niemand durft nog te hopen dat de Gallaghers ditmaal wél samen zullen optreden. Noel en Liam hebben elkaar sinds het einde van Oasis (2009) niet meer gesproken. Van Noel mag het zo blijven.

Liam Gallagher twitterde trouwens ook mooie dingen, in die juninacht. Zoals: 'Wat een ongelooflijke avond. Pure love vibrations. Nobody comes close to Manchester.'

Met die woorden, 'niemand komt in de buurt van Manchester', verwoordde hij wat velen voelden: vijftigduizend muziekliefhebbers die zo brutaal en onverstoorbaar een lange neus maken naar terroristen, verbonden door liefde voor muziek... dat typeert Manchester, misschien wel dé popstad van Engeland.

Hoe uniek Manchester is, wordt goed inzichtelijk gemaakt door de pas verschenen, zeven cd's tellende boxset Manchester North Of England, die de sleuteljaren van de scene (1977-1993) chronologisch verklankt, beginnend bij de punkexplosie van 1977: de Buzzcocks trappen af en zo gaat het dan via Joy Division, The Fall en A Certain Ratio naar de dancerock van New Order en Happy Mondays, via de house van 808 State naar de 'Madchester'-rage met dancerock van The Stone Roses - en daarna via The Chemical Brothers naar het eindpunt: een vroege demo van Oasis. The Smiths ontbreken (geen toestemming), maar er is wel een solonummer van Morrissey.

Dat is de grote lijn. Maar wat de 146 liedjes tellende bloemlezing zo heerlijk maakt, is vooral het vergeten spul uit al die tijdvakken, van cultfiguur en punkmafketel John The Postman tot de rafelige postpunk van Gods Gift, de heerlijke popwave van meidenband Ludus en nog veel meer.

Amalgaam

De boxset laat goed horen hoe dance en rock elkaar in Manchester altijd hebben versterkt. Al in de postpunkjaren was de muziek vaak elektronisch. De cd's 2 tot en met 4 maken de opwinding van de jaren tachtig voelbaar, toen new wave zich mengde met uit Chicago overgewaaide house, rockbands als Happy Mondays dance-elementen in hun muziek integreerden en (wat later) een houseduo als The Chemical Brothers ook een rockpubliek voor zich won. Dat amalgaam, die voortdurende uitwisseling, typeert Manchester.

Bez, de hofnar van Happy Mondays in 1991 Beeld Getty Images
Bez, de hofnar van Happy Mondays in 1991Beeld Getty Images

De stad is in sommige opzichten het Rotterdam van Engeland: rauw, industrieel en (niet onbelangrijk voor het saamhorigheidsgevoel) behept met het second city syndrom (goed, Manchester is de derde stad, na Birmingham, maar 'Greater Manchester' is wel de tweede agglomeratie), oftewel de verbeten wil om anders te zijn en Londen een poepie te laten ruiken.

Wat de stad ook met Rotterdam gemeen heeft, is de dynamiek: wijken als Ancoats en Hulme staan vol oude fabriekspanden uit de gloriedagen van de textielindustrie, wijken als Moss Side werden zwaar gebombardeerd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het gevolg: bijna niets heeft monumentale status, alles beweegt en krijgt steeds nieuwe bestemmingen. Creatievelingen vinden altijd wel iets betaalbaars voor een club of een poppodium. Niets is definitief, al klinkt ook in Manchester de klacht dat hipsters en yuppen bezig zijn van elk fabriekspand een koffiebar of modieus restaurant te maken.

Liefdevol

In het boekje bij de Manchester North of England-box doet Mark Radcliffe hetzelfde als schrijver en dj Dave Haslam in zijn toonaangevende boek Manchester, England (1999): de stad liefdevol beschrijven als een grauw, lelijk oord waar je eigenlijk niet dood gevonden wilt worden, ware het niet dat de muziekscene er zo geweldig is. Dat besef lijkt lokale muzikanten te drijven: Manchester is niet mooi, leuk of cool van zichzelf, dus moet je er zelf iets van maken. Op je lauweren rusten past ook niet zo bij de bevolking: veel Ieren, veel arbeiders, nog altijd veel laaggeschoold werk, dus een gezonde dosis arbeidsethos en vechtlust - dat laatste ook letterlijk.

Manchester had al in de jaren zestig een bloeiende muziekcultuur (in 1965 en 1966 hoorden The Hollies en Herman's Hermits tot de bestverkopende Engelse beatgroepen), maar voor de muzikale identiteit die de stad zich later zou verwerven, was 4 juni 1976 een beslissende datum: de Londense Sex Pistols traden toen op voor een handjevol belangstellenden in de Lesser Free Trade Hall. Volgens de overlevering richtten zo ongeveer al die aanwezigen kort daarop zelf een band op die legendarisch zou worden.

Pete Shelley en Howard Devoto (Buzzcocks) organiseerden het optreden. Peter Hook en Bernard Sumner (Joy Division, later New Order) stonden in de zaal, net als Steven Patrick Morrissey (The Smiths) en Mark E. Smith (The Fall). Ook Mick Hucknall (The Frantic Elevators, voorloper van Simply Red) en de eigenzinnige lokale tv-presentator Tony Wilson, die weldra aan de wieg zou staan van platenlabel Factory (Joy Division, New Order, Happy Mondays) en de legendarische club Haçienda - en daarnaast manager werd van punkfunkgroep A Certain Ratio en The Durutti Column.

Joy Division Beeld RV
Joy DivisionBeeld RV

Op Factory en in de Haçienda zou punk allengs dansbaarder worden (te beginnen bij de kurkdroge drumritmiek en pulserende baslijnen van Joy Division), versmelten tot new wave, vervolgens transformeren tot house en van Manchester 'Madchester' maken: de enige stad ter wereld waar rock en house rond 1990 niet twee parallelle universums waren waarvan de bewoners niets met elkaar te maken wilden hebben. In 'Madchester' bestond de tegenstelling niet. Ook jazz (bij groepen als Carmel en Swamp Children) en soul (het vroege Simply Red) pasten erbij.

Financieel wanbeleid en drugsproblemen

Factory- en Haçiendabaas Tony Wilson (1950-2007) was ook de man die er expliciet op hamerde dat bands uit Manchester zichzelf moesten redden en niet verlangend naar Londen moesten kijken, hopend op een carrière. In de hoofdstad zouden ze in een keurslijf worden geperst, Manchester moest zelf clubs, platenlabels en entrepreneurs voortbrengen. Wilson gaf het goede voorbeeld: Factory en Haçienda werden niet alleen begrippen in Manchester, maar in heel Engeland en ver daarbuiten, ook al door de eigen industriële huisstijl en vormgeving.

Factory -en Haçiendabaas Tony Wilson
 Beeld ANP
Factory -en Haçiendabaas Tony WilsonBeeld ANP

Toen financieel wanbeleid en drugsproblemen de Haçienda in 1997 de kop kostten en 'Madchester' implodeerde, had Oasis de fakkel inmiddels overgenomen. Geen dancebeat meer te bekennen, maar toch pasten de arbeidersjongens van Gallagher prima in de traditie van Shaun Ryder (Happy Mondays) en Ian Brown (Stone Roses): parka, vet Manc-accent, een grote bek en een haast tastbare trots op de stad.

Die trots zal zaterdag de Manchester Arena vullen, de concertzaal die altijd symbool zal blijven voor de muziekstad die zich niet laat kisten. 'This is Manchester', zei Tony Wilson ooit. 'We do things differently here.'

Manchester North of England: A Story of Independent Music Greater Manchester 1977-1993 (7 cd's). Cherry Red.

---

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234