Strip en film
The Joker: van seriemoordenaar naar schavuit en weer terug
Geen superheld werd zo opgejaagd door losgeslagen superschurken als Batman. Van al die snoodaards is The Joker verreweg de opvallendste. De bijna 80-jarige psychopaat zonder superkrachten die wegkwam met ‘clowneske’ massamoord en terrorisme is populairder dan ooit.
Lees ook onze recensie van ‘Joker’: huiveringwekkend, ongemakkelijk en controversieel ★★★★☆
Drie auteurs, drie meningen. Allen waren ze tot aan hun dood verwikkeld in een bits gevecht over wie de meesterschurk uit Batman – en bij uitbreiding het hele superheldenuniversum – had bedacht.
Het was eind jaren dertig toen tekenaar Bob Kane, schrijver Bill Finger en tekenaar Jerry Robinson samenzaten om Batman op te zadelen met een aartsvijand. Elk van hen zou later de creatieve bijdrage van de anderen minimaliseren, maar vast staat dat Kane of Robinson een speelkaartjoker had nagetekend, terwijl Finger een foto toonde van de wat eigenaardig breed grijnzende acteur Conrad Veidt in de stomme film The Man Who Laughs (1928). De gelijkenis met die foto en hun latere schurk was zo treffend, dat daarover alvast niet te twisten viel.
Maar wie maalde er in 1940 eigenlijk om The Joker? Ei zo na zou de Clown Prince of Crime of de Harlequin of Hate gestorven zijn in het eerste verhaal. Scenarist Finger argumenteerde dat Batman incompetentie verweten zou worden als de schurk in een volgend verhaal vanuit het niets weer zou opduiken.
Hoewel Kane het einde al had uitgetekend en The Joker morsdood leek – inclusief de typische doodsgrijns op het gezicht – werd het verhaal overruled door DC Comics, dat potentieel zag in de wat flamboyante schurk. Resultaat: vier extra plaatjes waarop The Joker door een dokter in een ambulance net niet wordt doodverklaard.
Tachtig jaar later is The Joker meer levend en aanwezige dan ooit, in de strip en in de cinema.
Camp
The Joker verscheen in 1940 in de comic Batman, één jaar nadat Batman zelf werd geïntroduceerd in Detective Comics. Scenarist Finger gaf The Joker een kalkwit gezicht, een paars maatpak en een geel-groen kapsel. Hij maakte er een seriemoordenaar zonder enig motief van. Geen wereldheerschappij voor The Joker, zo wist Finger. Chaos brengen, daar ging het hem om.
Over superkrachten beschikte The Joker evenmin. De schurk kon zich enkel beroepen op zijn kenmerkend wapen: het zogenaamde Joker-gif, waarmee hij zijn slachtoffers vermoordde en achterliet met wat een ‘bevroren grijns’ leek.
Maar de tijden veranderden. Zowat een decennium later besefte DC dat het volwassen, naoorlogse lezerspubliek zijn heil begon te zoeken in romantiek, western en misdaad. Om jongere lezers aan te trekken begonnen superhelden zich meer campy te gedragen, Superman en Batman incluis.
Het 66ste nummer van Batman, The Joker’s Comedy of Errors, was daar een schoolvoorbeeld van. Weg was de moordenaar, The Joker bleek plots enkel nog geïnteresseerd in het verwerven van geld en juwelen. Weg waren de lukrake moordpartijen. Grappen kregen voorrang, en The Joker vervelde tot een schavuit, een grappenmaker.
De artiesten die hem in de volgende decennia onder handen namen, deden meer van hetzelfde. De ene maakte hem wat stoerder en robuuster, de andere gaf hem een scherpere kin en neus. Maar The Joker bleef, in vergelijking met zijn eerste optreden, een schertsvertoning.
Eigen comic-reeks
Halverwege de jaren zestig, toen de verkoop afnam en DC zelfs overwoog Batman te laten sterven, gooide de vleermuisman plotseling opnieuw hoge ogen met een Amerikaanse tv-reeks (1966) gedrenkt in camp en kitsch. De kijkers keken vreemd op toen ze acteur Cesar Romero gestalte zagen geven aan The Joker. Vooral dan door een nieuw fysiek ingrediënt dat hij aanbracht en dat alle tv-, film- en animatie-acteurs na hem – tot Jack Nicholson en Heath Ledger – zich eigen zouden maken: de iconische scherpe schaterlach.
DC wreef zich in de handen vanwege de hernieuwde belangstelling, maar dat duurde niet lang. Toen de tv-reeks twee jaar later werd afgevoerd, kelderde de verkoop opnieuw. DC zat met de handen in het haar en wist: tijd voor een nieuwe Batman.
Nu ja, nieuw? De nieuwe Batman werd simpelweg een terugkeer naar de oude Batman. In 1975 verscheen een comic waarin The Joker niet alleen enkelen van zijn handlangers vermoordde, maar ze ook achterliet met de befaamde doodsgrijns om de mond. Kortom: het Joker-gif was terug van weggeweest. De antagonist wisselde geld en juwelen in voor moorden. Of beter: motiefloze slachtpartijen.
De restyling van Batman sloeg aan. Ook The Joker won aan populariteit, waardoor DC hem in 1975 wel een eigen spin-off comic móést geven. Geschiedenis werd geschreven: het bleek de eerste comicreeks waarin een superschurk de hoofdrol kreeg.
Na negen nummers kwam er al een einde aan de reeks. Dat was te ‘danken’ aan een beroemde Amerikaanse psychiater: Fredric Wertham. Jaren eerder had die met zijn boek The Seduction of the Innocent geijverd voor een hernieuwde moraal in de Amerikaanse strip. Hij lag aan de basis van de (zelfregulerende) Comics Code. Zo kwam het dat The Joker niemand meer mocht vermoorden en, omdat hij nu eenmaal een schurk was, op het einde van elk verhaal gearresteerd moest worden. Opnieuw vervelde The Joker tot een karikatuur van zichzelf.
Alan Moore
In 1988 dropten schrijver Alan Moore en tekenaar Brian Bolland een bommetje met de graphic novel The Killing Joke. Het was de strip waarvan regisseur Tim Burton, die tussen 1989 en 1995 drie Batman-films regisseerde, later zou zeggen: “Het is de enige strip waarvan ik hou.” Het was ook de strip waaruit regisseur Christopher Nolan en Heath Ledger (in de rol van The Joker) inspiratie putten.
In The Killing Joke wordt The Joker getoond vanuit het standpunt van The Joker zelf. Hij lijdt onder de ziekte van zijn vrouw en zijn mislukte pogingen om het te maken als stand-upcomedian. Nieuw in The Killing Joke is dat na zoveel decennia eindelijk het motief van The Joker wordt geopenbaard. “Iedereen kan zoals ik zijn dankzij één slechte dag”, luidde zijn hypothese, die hij trachtte te bewijzen (hoewel Batman snel het tegendeel bewijst).
De pathologie van The Joker veranderde bij elke schrijver. Niet dat The Joker altijd geestesziek was. In 1994 denkt hij in Going Sane Batman vermoord te hebben en neemt hij een nieuwe identiteit en naam aan: Joseph Kerr. Hij wordt een beschaafd persoon en trouwt zowaar. Tot Batman toch weer opduikt en The Joker opnieuw zijn oude geesteszieke zelf wordt.
Met de jaren en de talloze reboots werd The Joker steeds extremer. In 2011 liet hij zelfs zijn gezicht chirurgisch verwijderen als een soort van hergeboorte. In nog latere albums draagt de schurk zijn eigen gezicht als masker, aaneengehouden door talloze metalen tangen, terwijl zijn hersenen zichtbaar zijn. De seriemoordenaar is angstaanjagender dan ooit. Althans: in de comics.
In de nieuwe film Joker grijpt Joaquin Phoenix net als Heath Ledger in 2008 terug naar The Joker die eind jaren 80 werd opgevoerd in iconische graphic novels als The Killing Joke en Arkham Asylum: minder fysiek, meer mentaal angstaanjagend.