OperarecensieThe Indian Queen
‘The Indian Queen’ van Purcell bij Opera Vlaanderen: een verbluffende barokke musical ★★★☆☆
Regisseur Guy Cassiers en dirigente Emmanuelle Haïm bewerken Henry Purcells The Indian Queen. Een technische en artistieke prestatie die het oorspronkelijke stuk evenaart, al word je zelden écht ontroerd.
Op het einde van de zeventiende eeuw floreerde in Engeland het genre van de dramatick opera: een spectaculair geheel van teksttheater, liederen, koren en aria’s, in grootse decors met veel kunst- en vliegwerk. Het verhaal zit grotendeels in de gesproken tekst, de muziek in allegorische of toverachtige tussenspelen. Het was een heel duur genre, aangezien het zowel acteurs als zangers vereiste; elke opvoering was een evenement. Een beetje zoals een tragische musical maar dan nog verbluffender. De beste voorbeelden zijn die van Henry Purcell en The Indian Queen was zijn laatste. Het verhaal is zowel historisch als geografisch onzinnig: het veronderstelt dat de (Peruviaanse) Inca’s Mexico binnenvallen, geleid door de huurling Montezuma, die dan overloopt naar de Mexicaanse kant. Daar heeft ene Zempoalla onrechtmatig de troon overgenomen van de echte koningin, die Montezuma’s moeder blijkt te zijn. Het grootste deel van Purcells muziek focust op Zempoalla. Zijzelf zingt nooit maar is als het ware omringd door muziek, die haar onuitgesproken onrust en schuldgevoel uitdrukt.
Hedendaagse opvoeringen van The Indian Queen laten de gesproken tekst vaak achterwege of vervangen hem door andere, actuelere tekst. Guy Cassiers en dirigente Emmanuelle Haïm hebben het tegenovergestelde gedaan: zij behouden de originele tekst grotendeels maar vullen de muziek aan met andere stukken van Purcell en tijdgenoten. In plaats van de spectaculaire decors komt een intrigerend ballet van videoschermen, waarop de handeling wordt verdubbeld: terwijl de acteurs op het toneel in neutrale pakken spelen, zijn zij op de – verbluffend synchrone – schermen te zien in weelderige neobarokke kostuums (van Tim Van Steenbergen). Als technische (en artistieke!) prestatie evenaart dat de oorspronkelijke barokke machinerie. De ontdubbeling houdt je ook bij de les; zonder zou je vaak verloren lopen in de ingewikkelde intrige.
Emmanuelle Haïm en haar ensemble Le Concert d’Astrée zijn doorgewinterde uitvoerders van barokmuziek. Haïm houdt het tempo strak in handen en het ensemble produceert een rijke klank. Toch slagen zij er nauwelijks in je echt te ontroeren – wat bij Purcells muziek nochtans vanzelfsprekend zou moeten zijn. Ligt het eraan dat sommige stukken nodeloos geïroniseerd worden? We moeten wachten tot twee toegevoegde aria’s van Purcell naar het einde toe (So When the Glitt’ring Queen of Night en A Prince of Glorious Race Descended), niet toevallig beide gezongen door de prachtige sopraan Anna Dennis, om echt gepakt te worden.
Ondanks die vreemde koelte blijft de opvoering, net zoals haar historische voorbeeld, een evenement.
Nog voorstellingen in Antwerpen tot 25 maart.