RecensieFilm
‘The Card Counter’ suddert als een vulkaan, tot de uitbarsting komt ★★★★☆
Nadat Ridley Scott (House of Gucci) en Clint Eastwood (Cry Macho) wel érg makke films afleverden, herinnert de 75-jarige Paul Schrader ons eraan dat ook regisseurs op leeftijd nog gedurfde cinema kunnen maken. The Card Counter is een donkere, broeierige mokerslag van een film.
Getraumatiseerde mannen die een jongere, onschuldige figuur onder hun hoede nemen om te voorkomen dat zij evenveel klappen van het leven incasseren: het zijn de favoriete hoofdpersonages van Paul Schrader. Denk aan Travis Bickle, het gefrustreerde titelpersonage uit Martin Scorsese’s Taxi Driver, waarvoor Schrader het scenario schreef, of Ernst Toller, de aan zijn geloof twijfelende pastoor in First Reformed. Nu is er William Tell (Oscar Isaac), die een gevangenisstraf uitzat voor zijn rol in de martelingen in de Iraakse Abu Ghraib-gevangenis en sindsdien van casino naar casino rijdt om er poker te spelen, en zijn emoties enkel deelt met zijn dagboek – net zoals Bickle en Toller.
Twee mensen brengen zijn intentie om de rest van zijn leven onzichtbaar door te brengen in de war. Er is La Linda (Tiffany Haddish), een geldschieter met wie Tell wel érg goed opschiet. En er is Cirk (Tye Sheridan), een jeugdige nietsnut die het leven van zijn vader wil wreken. Hij hoopt dat Tell hem wil helpen om John Gordo (Willem Dafoe) uit de weg te ruimen, de man die verantwoordelijk was voor de gruwel in Abu Ghraib, maar de dans ontsprong toen er schuldigen werden gezocht.
Verknipt
Schrader doet niets nieuw in The Card Counter, maar verdorie, wat kan hij goed in het hoofd van zijn personages kijken. Oscar Isaac speelt Tell op een zwijgzame, maar intense manier: als hij stil voor zich uitstaart, is de spanning te snijden, en elke pauze die hij in zijn dialogen legt, is vervuld van dreiging. Hij wikkelt alle meubels van zijn hotelkamers steevast in witte lakens, waarmee hij niet alleen zijn eigen anonimiteit benadrukt, maar ook verraadt hoe verknipt hij is geworden.
De sobere, ingehouden manier waarop Schrader het doen en laten van zijn kaartenteller in beeld brengt, staat in schril contrast met de flashbacks naar Abu Ghraib, waarvoor hij een hevig vervormde lens gebruikt om de waanzin uit te beelden. The Card Counter is vintage Paul Schrader: een film die suddert als een vulkaan, tot de uitbarsting komt.
Nu in de bioscoop.