Reportage
Terug van nooit echt weggeweest: het bowlingshirt
Moderedactrice Cécile Narinx schrijft wekelijks over een modetrend. Vandaag: bowlingshirts.
Wat gaan we dragen als het aan de ontwerpers ligt?
Een zogeheten bowlingshirt: een overhemd van rechte en welhaast vierkante snit, korte mouwen en een platliggende, redelijk wijd openstaande kraag die vaak ook nog eens anders gekleurd is of afwijkende biezen heeft. Een populaire dracht in het blues-, ska- en rockabillycircuit, en soms ook in het sleazy oudemannencircuit. Dit type shirt is gemodelleerd naar het shirt zoals dat vanaf de jaren 50 gedragen werd op de bowlingbaan. Op die banen heeft dat shirt meestal een tweekleurig streeppatroon, een naam, logo of grafisch dingetje op de borst en een borstzakje, maar op de catwalk voor komende zomer waren het bloemen en bladeren en zelfs hartjes. Welbeschouwd waren het dus een soort liefdesbaby’s van het hawaïshirt en de bowlingblouse.
Hoe gaan we het dragen?
Gewoon, lekker nonchalant en met niet te veel overige toeters en bellen. Als het shirt al alle aandacht trekt, kan de rest wat rustiger blijven en is een effen broek met daaronder sneakers, brogues of laarzen de beste optie – mits de look in de vrije tijd wordt gedragen. De ware fiftiesfan trekt er natuurlijk een ongewassen donkere denim bij aan met turnups. Het shirt hoort vierkant, hou het ruim, maar draag het onder géén voorwaarde ingestopt in een oversized bermuda met zakken – om de bejaarde-toeristenlook te vermijden.
Neem een voorbeeld aan The Dude
Laat het maar aan The Dude (het legendarische karakter van Jeff Bridges uit The Big Lebowski van de gebroeders Coen) over om het bowlingshirt rock-’n-roll te maken. Nu draagt The Dude het shirt (van Ripple Junction) ook daadwerkelijk op de bowlingbaan, maar verder is er niks braaf aan zijn look. Ligt het aan de baard, het lange haar, de geruite short eronder? Misschien, maar waarmee hij stijltechnisch nog de meeste punten scoort, is de open boord. Doe als The Dude en laat de bovenste knoopjes vooral open.
Valkuilen vermijden doe je zo
Bij het dragen van een bowlingshirt moet er een aantal valkuilen en misverstanden worden omzeild. Allereerst: een dartsshirt is geen bowling-shirt, al had veelvoudig wereldkampioen Phil Taylor best een paar aardige tops in zijn collectie. Ten tweede is er de levensgevaarlijke, al te Amerikaanse preppy valkuil, zoals die waarin Charlie Sheens horkerige karakter Charlie Harper uit de comedyserie Two and a Half Men vastzat, compleet met een beige bermuda, witte sokken en kakabruine suède loafers. Wie het zo draagt, maakt het bowlingshirt niet cool maar kak.