NieuwsVlaamse film
Teleurstellend jaar voor Vlaamse film: ‘En dat ligt niet alleen aan corona’
Deze week staat de Vlaamse film in de schijnwerpers. Die heeft klappen gekregen in een jaar waarin de cinema’s ruim vijf maanden gesloten bleven. Enkel familiefilms als Nachtwacht lieten in 2021 hoopvolle cijfers optekenen. ‘De bioscoop is niet langer het enige model.’
“Met goede kritieken in de pers, veel aandacht in de media en mond-tot-mondreclame zou een film als Dealer normaal over de 100.000 bezoekers gaan”, beseft producent Bart Van Langendonck van Savage Film, dat in het verleden successen als Rundskop en D’Ardennen maakte. Maar voor Dealer, de fel gesmaakte debuutfilm van Jeroen Perceval, is de kaap van 100.000 verkochte tickets ver weg. Momenteel staat de teller, na zeventien weken, op iets meer dan 43.000 tickets. “Doordat Dealer al uitzonderlijk lang in de zalen loopt en er nog even zal blijven halen we wellicht de kaap van 50.000 toeschouwers. Maar we hadden veel meer verhoopt, dat klopt.”
2021 was dan ook geen normaal jaar. Vijf maanden waren de bioscopen, omwille van de coronapandemie, gesloten. “Zelfs toen de bioscopen open waren was dat met een publieksbeperking”, verklaart Van Langendonck. “Door alle berichten over maatregelen en sluitingen kregen mensen ook schrik om naar de bioscoop te gaan.”
Simoni en Baetens
Dealer was niet de enige Vlaamse film die onder de verwachtingen bleef. Ook andere auteursfilms met de potentie een breed publiek te bereiken lieten teleurstellende cijfers optekenen. Rookie, de debuutfilm van Lieven Van Baelen met Matteo Simoni en Veerle Baetens in de hoofdrollen die in september de zalen binnenracete, slipte op zo’n 35.000 bezoekers. La civil, een Belgisch-Mexicaans-Roemeense coproductie die een prijs wegkaapte op het filmfestival van Cannes en in oktober Film Fest Gent mocht openen, bleef volgens cijfers van Knack hangen op 4.500 bezoekers. Voor Cool Abdoul, de goed ontvangen debuutfilm van Jonas Baeckeland die ook op Film Fest Gent in première ging, werden in de eerste zeventien weken 11.000 tickets verkocht.
“Dat is een onderschatting”, nuanceert Peter De Maegd van Potemkino, dat Cool Abdoul produceerde. “De film wordt ook nog vertoond op scholen, want hij zit in het schoolpakket JEF. De cijfers van Film Fest Gent zijn er ook niet bijgeteld. Dat alleen al gaat over zo’n extra 4.000 tickets. Desalniettemin gaat het om minder bezoekers dan we hadden verwacht.”
La civil (drie nominaties), Cool Abdoul (tien nominaties) en Dealer (een record van veertien nominaties) zijn eind deze week de blikvangers op de uitreiking van de Ensors, de Vlaamse film- en televisieprijzen, tijdens het slot van het filmfestival van Oostende. De VRT zet tot dan cinema van eigen bodem centraal in de ‘week van de Vlaamse film’, waarbij acteur Michaël Pas vier dagen Cinema Canvas presenteert. “Met vaste tafelgast Anke Brouwers, een gewaardeerd docente filmgeschiedenis, heb ik het onder andere over het voorbije en het volgende Vlaamse film- en televisiefictiejaar”, beloofde Pas afgelopen week in Humo.
Slechts vier succesjes
De matige cijfers gelden overigens niet alleen voor auteursfilms. Red Sandra, van Jan Verheyen en Lien Willaert, moest het met 35.000 bezoekers stellen. Bittersweet Sixteen, van Verheyen, Willaert en hun dochter Anna, kruipt richting de 50.000, zegt Verheyen. Hij vindt het een eufemisme om over ‘teleurstellende cijfers’ te spreken.
“2021 was een abominabel rampjaar”, vat hij samen. “Er zijn vier films die het goed hebben gedaan: de Sinterklaas-film van Stijn Coninx, de nieuwe Nachtwacht-film en 8ERAF!, de film van W817, halen allemaal rond de 100.000 bezoekers, de nieuwe K3-film zit daar een beetje achter. Al de rest is teleurstellend tot catastrofaal. En dat ligt niet alleen aan corona.”
Waaraan ligt het dan wel? “Het heeft vooral te maken met het feit dat die films zich wentelen in de zelfkant van de maatschappij”, vindt Verheyen. Red Sandra gaat over twee ouders en hun terminaal zieke dochtertje. La civil behandelt de strijd van een Mexicaanse huisvrouw wier dochter door drugkartels wordt ontvoerd. Cool Abdoul vertelt dan weer het waargebeurde verhaal van Ismaïl Abdoul, een succesvolle bokser die in de onderwereld van het nachtleven afdaalt. En Dealer gaat over een straatjongetje dat probeert om aan een leven als drugdealer te ontsnappen. “Dat was, gezien de behoorlijk sombere tijden waarin we leven, overdaad van iets waar duidelijk geen appetijt voor was”, stelt Verheyen.
Van Langendonck nuanceert dat. “Dat is zoeken naar een evenwicht. Wat is donker? Wat is zwaar? De zaak Alzheimer of Rundskop waren ook allesbehalve films waar je vrolijk van werd, maar haalden toch veel publiek.”
Toch erkent Koen Van Bockstal, intendant van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF), dat zulke thematieken wellicht moeilijker liggen in een jaar waarin de coronapandemie het leven beheerste. “Wat voor films willen mensen bekijken, met welke onderwerpen? Dealer is een donkere, hevige film. Cool Abdoul tot op zekere hoogte. Zijn dat het soort onderwerpen om de mensen in deze pandemie naar de bioscoop te lokken? Anderzijds was men natuurlijk al jaren met de productie van die films bezig en wist werkelijk niemand dat die in coronatijden zouden uitkomen.”
Van Langendonck: “Tijdens het draaien van een film ga je je script niet helemaal herschrijven om er iets luchtigs van te maken omdat er een virus in omloop is.”
Familiefilms
Ook het VAF vindt de cijfers van het afgelopen jaar teleurstellend, zegt Van Bockstal. “Je kunt van ons niet verwachten dat we daarmee gelukkig zijn. Maar ik denk dat we voorzichtig moeten zijn met uit te leggen: hoe komt dit nu? Het is een samenspel van verschillende oorzaken.” Ook hij wijst naar de pandemie en de tijdelijke sluiting van de bioscopen. “Nadien heeft een deel van het publiek de weg naar de cinema teruggevonden, maar een deel van het publiek ook niet.”
Vooral jonge bioscoopgangers zijn teruggekeerd. Films als 8ERAF!, Sinterklaas en koning Kabberdas en Nachtwacht, de dag van de bloedmaan hebben op dat vlak een streepje voor: niet alleen omdat ze steunen op vertrouwde personages van bekende televisiereeksen, maar ook omdat ze mikken op een jongere doelgroep. Jonge kijkers betekenen simpelweg dat ook de ouders die hen vergezellen een ticketje kopen.
“Films als Dealer en Cool Abdoul hebben een iets oudere doelgroep”, stelt Van Bockstal. “Vanuit onderzoek in de VS en het VK weten we dat net die oudere doelgroep niet spontaan terugkeert naar de cinema. De bioscopen hebben er alles aan gedaan om in de meest veilige omstandigheden te heropenen, maar bij veel mensen leefde het onterechte idee dat ze een besmettingshaard zouden zijn.”
De tijdelijke sluiting van de bioscopen en de heropening in de zomer brachten ook een ander probleem met zich mee: een bottleneck van films die nog op het schap lagen en in korte tijd allemaal werden uitgebracht. In het najaar kwamen er acht tot tien films per week uit. Daar zaten immense, succesvolle blockbusters als Dune, Spider-Man en de laatste James Bond-film No Time To Die tussen. “De concurrentie met grote blockbusters mag je niet onderschatten”, vindt Van Bockstal.
Om een ‘niet-te-missengevoel’ uit te stralen moeten films urgentie creëren, vindt De Maegd dan weer. “Volgend jaar brengen we bijvoorbeeld Hazard uit, de nieuwe film van Jonas Govaerts. Het is de eerste hoofdrol voor Dimitri Vegas en de film heeft een sterrencast. Maar met een gewoon goed gemaakt drama is het moeilijk om urgentie te creëren. Dat is de achilleshiel van Cool Abdoul. Ik ben er wel van overtuigd dat die film een lang leven beschoren is. Dat merken we bijvoorbeeld aan de vraag ernaar in het onderwijs. We merken dat de film echt leeft dankzij de media-aandacht. En nu staat de ‘Cool Abdoul Theme Song’ al enkele weken hoog in De afrekening. Dus wanneer de film binnenkort op Netflix staat, zal hij dan zeker het bredere publiek bereiken.”
De Netflixen van deze wereld spelen een belangrijke rol in dit verhaal. Dat vindt ook het VAF. “Het kijkgedrag verandert, en dat gaat steeds sneller”, zegt Van Bockstal. “Tijdens de pandemie is de opmars van streamingplatformen geweldig versneld. Dus misschien zit je ook met een substitutieverhaal, waarbij zulke platformen een concurrent worden voor Vlaamse films in de bioscoop.”
Verheyen: “De cinema zal zich, net zoals in eerdere crisissen, bij de opkomst van tv in de jaren vijftig bijvoorbeeld, moeten heruitvinden en zijn plaats vinden in de nieuwe orde. Maar Spider-Man heeft bewezen dat mensen nog steeds massaal willen komen als je geeft wat ze willen.”
Transparantie
Er schuilen ook kansen in dat veranderende kijkgedrag. “De bioscoop blijft natuurlijk ongelooflijk belangrijk, maar het is niet langer het enige model”, legt Van Bockstal uit. “Het is voor iedereen lastig om zich aan te passen. Maar als men ook rekening houdt met wanneer een film op tv of op een streamingplatform te zien is, zal dat beter zijn om het succes van een film te bepalen.”
Producenten uit Vlaanderen die hun films deels met steun van streamingplatformen indienen kunnen vandaag al een dossier indienen bij het VAF voor publiekssteun. “En dat zal in de toekomst nog meer zo zijn.” Al verwacht Van Bockstal dat een platform als Netflix dan wel transparanter communiceert over kijkcijfers.
“Ik snap dat dat bedrijfsgevoelige informatie is, maar wij moeten investeringen met publieke middelen wel kunnen verantwoorden. Op dit moment hebben we daar eigenlijk nauwelijks zicht op. Bij alle Europese filmfondsen leeft de wens om meer transparantie en duidelijkheid te krijgen over streamingcijfers. Dat zal niet van de ene dag op de andere veranderen, maar ik heb goede hoop dat daar verandering in komt.”
Het VAF steunt evenwel geen films die de bioscoop buitenspel zetten. Dat doet geen enkel Europees filmfonds, stelt Van Bockstal. “Het VAF gebruikt publieke middelen, dus wij vinden het essentieel dat de films die we steunen op een democratische manier voor iedereen beschikbaar zijn. Het traditionele bioscoopmodel zal nog meer differentiëren in de toekomst, maar als VAF zullen we altijd ijveren voor een bioscooprelease. Uiteindelijk is het medium film nog altijd gemaakt om in de bioscoop te zien.”