ReportageStripexpo
Tekenaar Brecht Evens stelt tentoon: ‘Ik ben een verteller, ik zoek geen excuses om prenten te maken’
De tekeningen van Brecht Evens zijn van zo'n hoog niveau dat hij gemakkelijk zou kunnen meedraaien als volbloed kunstenaar, bedenk je je wanneer je de dubbelexpo We kunnen eender waarheen doorloopt. Maar voor de illustrator was dat nooit een optie. ‘Ik wil een verhaal vertellen.’
“Ik heb altijd een melancholisch gevoel als ik in Hasselt kom”, zegt illustrator en striptekenaar Evens. “Het is het decor van mijn jeugd, maar de personages van mijn jeugd zijn er intussen uit verdwenen. Vanavond heb ik wat oude schoolvrienden uitgenodigd en gaan we eens kijken of we Hasselt niet kunnen heroveren.”
Het is nauwelijks te geloven maar We kunnen eender waarheen, de dubbeltentoonstelling in Het Stadsmus en Villa Verbeelding, is de eerste solotentoonstelling op Belgische bodem voor Brecht Evens, die de afgelopen twaalf jaar wereldwijd bewonderaars vergaarde en met internationale prijzen overladen wordt. Voor zijn doorbraak, Ergens waar je niet wilt zijn (2009), won hij de allereerste Willy Vandersteenprijs. Voor Les rigoles, in het Nederlands uitgegeven als Het amusement (2018), werd hij als eerste Nederlandstalige auteur bekroond met de juryprijs op het beroemde stripfestival van Angoulème.
Sinds acht jaar woont hij in Parijs, maar voor deze gelegenheid keert hij graag terug naar zijn roots, in Hasselt. Wanneer je met Evens praat, hoor je meteen echo’s van zijn personages, vaak jonge mensen die erbij willen horen en zich in verhalen vol verwachting overgeven aan de nacht en het avontuur.
Neverland
Evens: “Ik kom vaak terug op Peter Pan, het boek van J.M. Barrie, dat ik pas als volwassene heb gelezen. Het is een heel slimme vertelling over het verschil tussen volwassen en kind zijn. Ergens in het begin beschrijft de verteller Neverland. Hij zegt: ‘Neverland is lekker compact, je vindt er het ene avontuur vlak tegen het andere.’ Dat is de stad voor mij. Je moet maar vijf stappen zetten om van het ene avontuur in het ander te belanden. In theorie toch.”
Evens is zelf ooit kortstondig Peter Pan geweest. Hij heeft een periode van drie maanden gekend waarin hij manisch was, een tijd waarvan hij blij is dat die voorbij is, maar die hem soms nog wel stof oplevert voor zijn tekeningen. “In die periode gebruikte ik de stad echt als mijn speeltuin”, legt de illustrator uit. “Ik stapte dan binnen bij Afrikaanse kappers en Aziatische nagelsalons om mensen aan het tekenen te zetten voor een portret van hun straat. Elke meter van de stoep zat vol potentieel, het was een echt Neverland.”
Zijn boeken worden weleens vergeleken met steden, labyrinten van steegjes en straatjes om in te verdwalen om dan plots op een zonovergoten pleintje uit te komen. Evens heeft de expo dan ook de titel We kunnen eender waarheen meegegeven. “Dat is een zin uit Het amusement (strip uit 2018, red.). Voor mij is het zo’n beetje een missionstatement. De lezer kan rustig in zijn eigen tempo zijn eigen parcours volgen. Dat kan volgens mij alleen in een strip, of toch in strips zoals die van mij, waar er genoeg visueel materiaal te vinden is.”
“Ik hou van het gevoel dat je door een echte stad loopt. Je volgt nu toevallig deze personages, maar hier en daar krijg je een smaakje van andere levens, dat je denkt: mochten we nu naar links zijn gegaan… Bovendien heeft deze titel een prettige lading in deze coronatijd. Zolang je een boek hebt, kan je overal heen, zij het dan in je hoofd.”
In Het Stadsmus staat een prachtige selectie prenten die Evens door de jaren heen voor verschillende strips gemaakt heeft. Je kan er, zoals Evens zelf graag doet, op een terrastafeltje plaatsnemen en je laten betoveren, je kan er de nacht induiken, en voor wie kwantiteit belangrijk is, hangt hier ook het grootste werk dat Evens ooit heeft gemaakt: een muzikale wereldkaart (“Ik heb hier heel veel opzoekwerk voor gedaan, want alles moest kloppen”) en een indrukwekkende prent die hij voor de opera van Parijs maakte (“Toen was ik wel in vorm”).
Schrijven én tekenen tegelijk
In Villa Verbeelding krijg je dan weer een inkijk in het werkproces. Er ligt een grote rol papier met daarop een werk dat Evens in 24 uur tijd heeft gemaakt in het kader van 24 Hour Comic in Gent (“Dit heeft voor een déclic gezorgd in mijn manier van werken”), hier hangen twee van zijn eigen favoriete prenten en er zijn ook storyboards en facsimiles van schetsboeken, waarmee je een unieke blik in de koker van de maker krijgt (“Ik heb mij niet beziggehouden met censureren, dus ik hoop dat er niet te veel privézaken in staan (lacht)”).
Het werk is van zo’n hoog niveau dat Brecht Evens makkelijk zou kunnen meedraaien in het reguliere kunstcircuit, maar voor hem staan de strips voorop. “Ik ben een verteller", besluit Evens. “Ik zoek geen excuses om prenten te maken. Ik wil een verhaal vertellen. Als kind al deed ik de twee tegelijk, schrijven én tekenen. Het zijn twee verschillende middelen om een wereld te scheppen. Voor sommige zaken is tekst het meest geschikt, voor andere ambigue zaken werken tekeningen heel goed. Voor mij zouden mijn tekeningen minder waarde hebben, mochten ze niet volgen op andere tekeningen, waardoor ze onderweg een soort kracht vergaren.”
Brecht Evens. We kunnen eender waarheen. Van 12 juni tot 16 oktober 2021 in Het Stadsmus en Villa Verbeelding