InterviewTatyana Beloy
Tatyana Beloy: ‘Ik zag een afgerukte arm voorbijvliegen met de grijper voor de broodjes er nog aan’
Tatyana Beloy (37) keert met Big Brother wel terug naar tv, maar stilzitten was er de voorbije jaren niet bij. Een gesprek over de aanslagen in Brussel, sociale media en opgroeien als kind van kleur. ‘‘Mulatten’ blozen niet’, zei iemand bij de VRT mij ooit.’
Ze stuurt even een berichtje naar haar man Konrad. De koffiemachine werkt niet in haar bureau, dat zich tegenover haar woonst bevindt. Een tijdje later zal hij ons met technische kennis een koffie en melocakes aanbieden. “Want dat ene woord zeggen we hier niet meer, hè”, grapt hij nog. Speels bestraffend kijkt Tatyana hem aan. Het mag duidelijk zijn: ook het racisme waar Tatyana − Congolese vader, Vlaamse moeder − vaak mee te maken kreeg, heeft hier een plaats gekregen.
Vanaf de eerste seconde begrijpen we waarom Beloy vanaf maandag het nieuwe seizoen van Big Brother presenteert. Tegenover ons zit een vrouw die regelmatig uit enthousiasme wild op de tafel slaat en schaterlachend over haar capriolen vertelt. Ongegeneerd praat ze over het verloop van haar leven, het knokken voor wat ze wilde, en haar overtuigingen, zoals verse groenten voor elk kind in Vlaanderen. En hoewel haar kapsel jarenlang een bron van frustratie vormde, omarmt ze haar Congolese roots nu meer dan ooit.
Je was de afgelopen jaren nog stevig aan het werk. Is er voor jou dan wel sprake van een comeback op televisie?
(schatert) “Ik vraag me soms af hoe ik het de afgelopen drie jaar allemaal voor elkaar kreeg. Ik trouwde met de man van mijn leven en beviel van Wolfgang, werkte zowat elke dag aan de zomerkampen voor de zeshonderd kinderen van mijn vzw SupaStar − die echt wel een jaar voorbereiding vragen −, schreef twee boeken (‘Nooit meer stiefmoeder’ en ‘What the #?!’, red.), presenteerde tussendoor het programma De pottenlikkers op Studio 100, maakte work-outvideo’s voor SBS en richtte het platform NLT-club op, waarop ik cursussen aanbied, zoals hoe je als beginnend acteur een casting aanpakt.
“Voor de presentatie van Big Brother mag ik dus binnenkort plaatsnemen in de make-upstoel, regelt een styliste mijn kleding en wordt me ook nog eens koffie aangeboden. Oké, ik moet mijn teksten vanbuiten leren, maar in vergelijking met de afgelopen jaren voelt dat als luxe aan. Als de media dan schrijven dat ik een comeback maak, denk ik: schrijf maar lekker, jongens. Wat natuurlijk wel waar is, is dat ik weer iets groots op tv doe, dat klopt.”
In je boek What the #?! heb je het over de omgang met en de gevaren van sociale media bij jongeren. Toch ben je iemand die zelf online heel aanwezig is. Hoe verzoen je dat?
“Ik ben het levende bewijs dat je online heel actief kunt zijn zonder dat je ook altijd met je smartphone bezig moet zijn. Ik hou van sociale media, maar ik wil niet langer dan twintig minuten door het leven van andere mensen zitten scrollen, tenzij een programma zoals Big Brother me vraagt om iets te posten. Wanneer ik met vrienden afspreek, wil ik niet tegenover iemand zitten die de helft van de tijd op zijn of haar gsm zit. Smartphones zijn niet welkom aan tafel. Ik bedoel: spraken we net niet af om bij te praten? Dat zeg ik dus ook gewoon.
“Dit jaar organiseerde ik het kerstfeest bij ons thuis. My party, my rules, dus alleen op ingelaste momenten mocht de gsm bovengehaald worden om een foto te nemen. Door schermtijd in te stellen heb ik controle over mijn socialemediagebruik; na twintig minuten gaat er een wekker af. Je zou dat echt eens moeten proberen: voor je het beseft, is je tijd opgebruikt.”
Je confronteert me nu met een van mijn goede voornemens, een dat ik maar blijf uitstellen.
(lacht luid) “Ik hou ervan om af te spreken met mensen en me te laten inspireren. Dan denk ik: een uur zonder telefoon moet wel lukken. Begrijp me niet verkeerd, ik ben pro sociale media en zal altijd de eerste zijn om alle voordelen ervan op te sommen, maar er moet echt meer kadering rond het gebruik ervan komen, zeker bij jongeren. Een vriendin van mij bedacht en filmde de documentairereeks Chasing Beauty. Daarin kwam het verhaal van een moeder naar voren wier dochter overleed omdat die per se de kont van Kim Kardashian wilde. Die vrouw liet drie kinderen achter. Dan denk ik: wacht, en dat alleen maar omdat jij de kont van Kim Kardashian wilt? Get fucking real.
“Onlangs bekeek ik op Instagram foto’s van een bevriende mama. Ze had een cultuurdag georganiseerd voor man en kind. Ik kon het niet helpen te denken: allee, hier zit ik weer met Wolfgang bij dezelfde speeltuin. Vorige week stuurde ze me een berichtje: ‘Soms zou ik echt willen dat ik iets meer Taty kon zijn.’ Dan vraag ik me af: hoezo, je leven is toch perfect? Maar dat is wat je op Instagram ziet. Zij en ik kunnen dat al lachend relativeren, maar doe het momenteel maar eens als tiener. Voor onze jeugd is dat heel moeilijk. Je wilt immers mee zijn met de dingen en ergens bij horen. Op zo’n moment ben ik dankbaar dat ik zonder sociale media ben opgegroeid. Ik sprak als jongere met vrienden om 12 uur ’s middags af aan de Groenplaats in Antwerpen om samen gewoon een leuke dag te beleven.”
Het is lang niet het enige waarvoor je dankbaar bent, kan ik me voorstellen.
“Zeker niet. Ik denk meteen aan de aanslagen van 2016. Mijn broer Yannick en ik wilden een koffie drinken in de Starbucks op de luchthaven van Zaventem. Hij vertrok op reis, ik kwam terug van Thailand. In plaats van de ondergrondse uitgang te gebruiken, nam ik de roltrap naar de vertrekhal. Net voor ik wilde bestellen, kwam ik een collega tegen. Yannick deed teken naar me dat hij alvast even ging inchecken en zou terugkomen.
“Van wat ik later begreep ging toen de eerste bom af. Als ik tien centimeter meer naar rechts had gestaan, was ik er niet meer geweest. Ik zag een afgerukte arm voorbijvliegen met de metalen grijper voor de broodjes er nog aan. Op het journaal zag ik hoe ik in mijn yogabroek en op teenslippers naar buiten rende. Toen ik Yannick op me af zag stormen, brak net het glas van de grote inkomdeur achter hem. Een paar seconden eerder en duizenden glasscherven zouden hem verminkt voor zijn leven hebben, of gedood. Nog steeds zie ik al dat bloed voor me, hoor ik die ‘tuuuuuut’ in mijn oren en ruik ik de stoffige en verbrande geur die direct mijn neus bereikte.
“Vlak na die aanslagen verbrak ik mijn relatie, vertrok ik uit het huis dat we net samen hadden gekocht en besefte ik: het moet anders.”
Beloy wordt zichtbaar emotioneel wanneer ze aan dat moment terugdenkt, kijkt even weg en schudt de herinneringen figuurlijk even van zich af. Ze vervolgt met een brede glimlach.
“Ze zeggen vaak dat je iets heel ingrijpends moet meemaken in het leven, waardoor je plots geen enkele moeite meer hebt om belangrijke knopen door te hakken. Ik ben elke dag dankbaar dat ik nog leef en begreep door de aanslagen dat het leven om het nú draait. Alles wat ik wil doen in het leven, doe ik nu. Ik wacht niet meer. Die #kleinegelukskes waarvan mensen spreken op Instagram? Die zijn groot voor mij, big shit zelfs.
“Onlangs moesten Yannick en ik voor het eerst weer samen vliegen voor het huwelijk van mijn vader. De nacht voordien brak het angstzweet me uit. Ik zei hem dat het niet goed zou komen, dat we niet samen mochten vliegen. Gelukkig is hij daar veel relaxter in. Na de security bestelden we een glas champagne en scandeerden we: ‘Op het leven!’ Ik heb geen feestdagen nodig om het leven te vieren, wij proosten ook op een doordeweekse avond. Het is elf uur ’s morgens, waarom zou ik tot aperitieftijd wachten om te klinken dat ik en mijn familie gezond zijn en het goed hebben.”
Je beseft daardoor misschien nog harder dat het belangrijk is om je passie te volgen. Probeer je daarom ook kinderen, via de vzw SupaStar, de kans te geven om musicals te maken, en danslessen en workshops te volgen?
“Ik probeer in het leven mensen te inspireren. Bij SupaStar bijvoorbeeld, door kinderen zangles en toneel aan te bieden. Maar waar het echt om gaat, is zelfvertrouwen. Dat is enorm belangrijk voor mij. Elke vrijdag tijdens de kampweken organiseren we een show waarbij de kinderen alles kunnen tonen wat ze geleerd hebben. Er wordt daarbij gehamerd op het wisselen van rijen, zodat élk kind de kans krijgt om vooraan te staan.
BIO
• geboren op 9 maart 1985 in Antwerpen • dochter van voetballer Paul Beloy • brak in 2007 door met haar rol als Karima in Spring op Ketnet • speelde ook o.m. in de musical Jungle Book en presenteerde Volt • woonde een tijdje in Los Angeles en studeerde in Londen • presenteerde Vlaanderen Vakantieland
“Als choreografe wil je op dat moment eigenlijk de beste centraal op de eerste rij plaatsen, want dat maakt je dans beter. Maar ik wil dan vooral dat meisje dat dezelfde droom heeft maar totaal niet kan volgen, haar moment geven. Dat heeft waarschijnlijk met eigen oude pijn te maken. Ik was ook dat kind dat niet altijd gezien of gekozen werd, dat niet het beste kon zingen of dansen. Ik wil nu iedereen die kans geven. Ook het meisje met dwerggroei dat er afgelopen jaar bij was. Doe het ook maar even, hè: opboksen tegen al die fashion girls, die ook aanwezig zijn bij ons.”
Je wilt hen vooral samenbrengen.
“Het gaat mij erom dat die kinderen zich echt één kunnen voelen met elkaar, zonder dat we moeten afdoen aan de waarden en normen van een kind. Ik at bijvoorbeeld als kind al vegetarisch. Wanneer we op bosklassen vertrokken, kreeg ik telkens frieten met ei. De tafels werden zo ingedeeld dat degene die anders at niet bij de ‘normale eters’ zat.
“Ik was het enige bruine meisje, en at dan ook nog eens anders. Je voelt je dan echt de outsider. Nu is dat allemaal normaal: veggie, vegan, glutenintolerant... Maar dat betekent ook dat je mensen nodig hebt die weten dat juist dat ene kind zelfs geen noten in zijn buurt kan verdragen.
“Zo hadden we afgelopen zomer een kindje in een rolstoel dat wilde meedoen. Logistiek moet je heel wat aanpassingen maken, maar ook hij moet de kans kunnen krijgen om zich kind te kunnen voelen. Kinderen moeten vanaf de kleuterklas al genoeg dingen verwezenlijken. Op kamp bij ons draait het rond: je amuseren. Let them shake, let them play.”
Hoe was het voor jou om als kind op te groeien?
“Ik werd gepest met mijn afrokapsel en mijn huidskleur. Ik weet zelfs nog precies door wie; het ligt op het puntje van mijn tong om het je te vertellen. Ik zou bijna zeggen: ‘Schrijf het maar op, zodat ze het zaterdagochtend bij hun koffie lezen.’ Nee, grapje, no bad karma. Mijn broer, zus en ik waren de enigen van kleur op school. Mijn mama had blond haar en was blank, mijn vader was pikzwart. Aan mijn moeder vroegen ze waar haar kinderen vandaan kwamen. ‘Uit mij’, antwoordde ze dan. Alsof we wel geadopteerd móésten zijn.
“Maar mijn ouders gingen uit elkaar toen ik 7 jaar was. Ouders scheidden toen bijna nooit, laat staan in een gezin zoals dat van ons. Ik werd als anders ervaren en wilde er gewoon zo graag bij horen. Ik wilde ook sluik haar hebben en een zonnebril in mijn haar kunnen steken, maar ik had elke ochtend gedoe met mijn haar, dat vol met knopen zat. Mijn papa had geen idee hoe hij moest omgaan met mijn haar, en mijn mama, die zelf steile haren had, kende weinig van producten om onze afro’s te verzorgen.
“Op den duur knipte mijn papa de haren van mijn zus af en ging ze een tijdje als tiener met een kort kopje door het leven. Achteraf besef je wel wat voor een impact dat op mijn zus gehad moet hebben. Nu is mijn afro mijn troef en zet ik hem zo dik mogelijk wanneer ik presenteer of een shoot heb. Ik heb dat kapsel leren omarmen, maar mijn god, het heeft jaren geduurd.”
Beloy denkt even na en vertelt dan over haar ervaringen in de make-upstoel van de VRT.
“Ik maakte het mee dat schminksters op hun hand een fond probeerden te mixen voor mijn huidskleur. Maar daardoor zag ik er grijs uit en slechter dan daarvoor. Ze zeiden: ‘Wij hebben jouw kleur niet.’ Huilend belde ik dan mijn zus op. Samen gingen we dan naar de winkel om een juiste kleur fond de teint te kopen zodat ik mezelf kon opmaken. Hoezo, jij hebt mijn kleur niet?, dacht ik. Heb je dat dan alleen maar voor een bepaald type mens? Dat was enorm confronterend en ik werd er erg onzeker van. Ook zei er eens eentje tegen mij: ‘Mulatten blozen niet’, toen ik om wat blush vroeg. Ik antwoordde dat dat wel degelijk het geval was.
“Door die ervaringen houd ik nog steeds hard vast aan een select aantal mensen van wie ik in de loop van de jaren heb gemerkt dat zij me wél kunnen schminken. Bij Big Brother zei ik ook: dit is mijn team en daar moet je het mee doen. Allicht zitten daar ook toppers tussen de make-upartiesten, maar door wat ik vroeger heb meegemaakt, vertrouw ik het niet.
“Onlangs hadden ze mij na een fotoshoot witter gefotoshopt. Ik herkende mezelf er niet in. Ik kreeg als antwoord dat het een filter was die er altijd werd opgezet. ‘Fijn voor jou, maar dat werkt niet voor mij’, antwoordde ik. Ik kan daar echt nog om huilen. It still happens, all the time. Maar ik blijf ertegen vechten.”
Je had het er daarnet al even over: je vader, ex-voetballer Paul Beloy, hertrouwde onlangs. Hoe kijk je nu op terug op de scheiding met je moeder?
“De scheiding van mijn ouders is een enorm zware periode in mijn leven geweest. Mijn moeder kreeg snel een nieuwe vriend, die ik totaal niet mocht. Hoewel mijn broer, mijn zus en ik een goed leven leidden en onze ouders goed voor ons zorgden, worstelde ik met de situatie die de scheiding had voortgebracht. Telkens wisselen tussen mama en papa, vond ik heel moeilijk. Mijn zus is nu een van mijn beste vriendinnen, maar in die tijd nam ze eerder een moederrol op, wat ik ook niet altijd als makkelijk ervoer.
“Voor mij voelde het alsof het voor de buitenwereld leek dat alles goed ging, want wij gingen op vakantie of kampjes. Maar thuis vroeg ik aan mama of wij niet gewoon met zijn vieren op één kamer konden gaan wonen, zonder haar nieuwe vriend. Ik was teleurgesteld dat mijn mama voor die man had gekozen. Ik zocht in die periode echt naar een uitweg. Ik hield dagboeken bij waarin ik de situatie van me afschreef. Honderden heb ik er ondertussen.
“Wat ook niet hielp, was dat mijn ouders tot jaren na de scheiding niet met elkaar praatten. Ik nam hen dat heel lang kwalijk. Mijn vader groeide op bij twee nonnen. Zijn vader was chirurg in Kinshasa en zijn mama woonde nog in Afrika. Hij werd een succesvol voetballer, maar er is nooit een ouder naar hem komen kijken. Omdat hij de liefde van een ouder zelf niet had ervaren, was mijn papa dus ook niet de eerste persoon om emotionele gesprekken met ons te voeren. Iets waaraan ik zelf wel enorm veel waarde hecht.
“Sinds ik zelf moeder ben geworden en onbewust mijn eigen fouten maak, is mijn gevoel over die situatie ook veranderd. Vroeger dacht ik altijd dat ik niet op hen wilde lijken, maar wat blijkt? Natuurlijk lijk ik keihard op hen! (lacht) Ik besef nu dat ze op hun manier echt wel hun best deden en ik heb ook veel belangrijke waarden en normen van hen meegekregen, zoals gezond eten en ondernemen. Ik ben nu vooral blij dat mijn beide ouders er nog zijn en dat ze ondertussen wél door een deur kunnen, dat we samen kerst kunnen vieren en ze een goede opa en oma voor mijn zoontje en pluszoontje zijn.”
Nog zoiets: je zou nooit meer plusmoeder worden, schreef je in je boek. Intussen ben je plusmoeder van de zoon van je man en zette je er bovendien ook zelf een op de wereld. Wat is er veranderd?
“Toen ik mijn huidige man leerde kennen, had alles in mij zoiets van: no way! Nooit meer, ik had het beloofd aan mezelf. Maar ons gevoel voor elkaar was zoveel sterker en uiteraard ben ik heel blij dat we de relatie zijn aangegaan. Toch, als je me naar mijn eenzaamste of moeilijkste momenten zou vragen, zou ik naar die van het plusouderschap moeten verwijzen. Ik had pluszoontjes van 7 jaar in mijn vorige relatie (met Adriaan Van den Hoof, red.) en kon die na de relatiebreuk niet meer zien. Plusouder zijn wordt zó onderschat. Er zijn geen regels rond. Je voedt mee op maar als de relatie ten einde loopt, kun je nergens aanspraak op maken. You’re out, hoe graag je de kinderen ook nog zou willen zien.
“Bovendien betaal je als plusouder vaak voor alles mee, want je deelt alle kosten als nieuw samengesteld gezin. Ik weet nog dat ik aan de school van mijn huidig pluszoontje vroeg of ik een account kon krijgen op het platform waarmee ze werken. Zo kon ik helpen met huiswerk omdat mijn man vaak ’s avonds aan het filmen is. Maar de school kon mij als plusouder niet in dat systeem opnemen. Ik dacht: de tijd van alleen traditionele gezinnen is voorbij. Er is een kind en iemand zorgt ervoor. Zorg ervoor dat ik mee zijn huiswerk kan bekijken.
“Ik wil het als mama voor mijn eigen zoon heel goed doen. Ik ben een perfectionistische moeder en ik wil dat mijn kind élke dag vers eten krijgt, buiten heeft gespeeld, zo min mogelijk schermen heeft gezien en op tijd zijn dutjes doet, maar voor mijn pluszoon geldt hetzelfde. Ik weet hoe moeilijk het is als je ouders gescheiden zijn en niet met elkaar willen praten. Hoe moeilijk dat ook is: zet die ego’s opzij en doe het voor het kind. Ik mag dankbaar zijn dat mijn man en ik zo’n sterk team zijn, maar er zijn genoeg koppels waarbij er constant over de exen wordt geruzied. Het mag duidelijk zijn: op dat vlak is er nog heel wat werk aan de winkel.”
Big Brother, vanaf maandag 9 januari om 22 uur op Play4.