Film
Tarantino toont zich van zijn meest persoonlijke kant in ‘Once Upon A Time in Hollywood’: ‘Ik ben gewoon soft geworden’
In zijn negende – en hoogstwaarschijnlijk voorlaatste – film laat Quentin Tarantino (56) eindelijk (een beetje) in zijn ziel kijken. De sixtieskomedie Once Upon a Time in Hollywood, met Brad Pitt en Leonardo DiCaprio in de hoofdrollen, is het werk van een rijpere regisseur die terugblikt op zijn jeugd. Wij spraken met Tarantino en zijn sterrencast over wietrokende babysits, onverbeterlijke hippievaders, en op pensioen gaan.
Verbazing alom toen Quentin Tarantino in mei zijn nieuwe film voorstelde op het filmfestival van Cannes: Once Upon a Time in Hollywood, zijn langverwachte negende langspeler, was niet het ultragewelddadige bloedfestijn dat velen hadden voorspeld. In 2017 raakte bekend dat Tarantino aan de slag zou gaan met de brutale moord op actrice Sharon Tate: de hoogzwangere vrouw van regisseur Roman Polanski kwam in 1969 – bijna dag op dag 50 jaar voor de release van de film – aan haar eind toen vier volgelingen van de gestoorde sekteleider Charles Manson haar villa in de Hollywood Hills binnendrongen, en alle aanwezigen afslachtten.
Maar van dat soort waargebeurde materie maak je niet zomaar een spektakel, besefte Tarantino gelukkig. Hij verkoos deze keer (meestal) verstilling en melancholie boven cartoonesk bloedvergieten à la Kill Bill. Het eeuwige kind Quentin lijkt eindelijk een beetje plaats te maken voor een wat rijpere Tarantino – ook al klinkt hij op een persdag in Berlijn, twee maanden na de première in Cannes, nog steeds als een stotterende puber die aan 200 per uur van de ene “uhm” naar de andere “like” stuitert.
Girl time met Quentin
Ook actrice Margot Robbie, die Sharon Tate speelt, was verrast door de zachtaardige toon van Once Upon a Time in Hollywood. Tate vormt het weke hart van de film: een toonbeeld van vrolijkheid, optimisme en gelukzaligheid. Heel erg on-Tarantinesk. “Ik wilde altijd al met Quentin werken”, vertelt Robbie. “Meer zelfs, ik heb vroeger miljoenen keren zitten fantaseren over hoe het zou zijn om in zijn films mee te spelen. Maar ik beeldde me dan wel in dat ik helemaal onder het bloed zou zitten, slechteriken in mekaar zou timmeren en krankzinnige stunts zou uitvoeren. En kijk: in deze film zie je mij babyspulletjes kopen, lunchen, naar de cinema gaan... (lacht) Quentin en ik hebben eigenlijk vooral veel girl time met elkaar doorgebracht.”
Tarantino, 56 inmiddels, hoort het grinnikend aan: “Ach ja, misschien word ik gewoon soft op mijn oude dag.” De verklaring: voor het eerst in zijn carrière ging de regisseur van Pulp Fiction en Reservoir Dogs met zijn persoonlijke herinneringen aan de slag. Nooit eerder lag een film zo dicht bij hemzelf. In die zin vergelijkt Tarantino Once Upon a Time in Hollywood met Roma, Alfonso Cuaróns hoogst persoonlijke terugblik op zijn jeugd in Mexico City. “Dit is voor mij ook een memory piece. Ik was zes jaar in 1969, en ik ben gaan wroeten in mijn hoofd om al mijn herinneringen aan Los Angeles – zoals ik het destijds door mijn kleine oogjes zag – weer naar boven te halen.”
In zijn reconstructie van het L.A. van 1969 ging Tarantino erg ver, vertelt Brad Pitt, die in de film stuntman Cliff Booth speelt. “Quentin is een ongelooflijke purist. Hij wou geen visuele effecten gebruiken, alles moest echt zijn. Als je me in de film over Hollywood Boulevard ziet rijden, dan moet je weten dat daar een enorm werk aan voorafging: de hele straat werd getransformeerd. Zelfs met kleine details die de kijker nooit zal opmerken: posters van een of ander radioprogramma uit die tijd, of boeken in etalages.”
Fucking hippies
Geen detail, maar zeker even aanwezig in de film: de peace & love-mentaliteit van de hippiegeneratie. Daarmee kwam Tarantino als kind in aanraking dankzij zijn babysitters, vertelt hij uitgelaten: “Er kwamen vaak dochters van vriendinnen van mijn moeder op me passen. Bijzonder radicale meisjes, die een joint opstaken vanaf dat mijn moeder de deur achter zich toe trok. En ik verklikte hen nooit!” (lacht) Tussen de lijnen brengt Tarantino in Once Upon a Time in Hollywood een warme ode aan de onschuld van die gezellige flowerpowertijd, die in 1969 gruwelijk werd bezoedeld door Charles Manson en co.
In tegenstelling tot de regisseur moet het hoofdpersonage van de film nochtans niets van hippies weten: Rick Dalton (Leonardo DiCaprio) is een acteur van de oude stempel. Maakte carrière als macho-cowboy in westernfeuilletons, maar ziet nu met lede ogen aan hoe het entertainmentlandschap overgenomen wordt door jonge, moderne mensen als zijn buren: Sharon Tate en Roman Polanski. “Fucking hippies”, sist hij in de film meermaals. “Heerlijk ironisch om Leo dat te horen zeggen”, lacht Margot Robbie, “want zijn vader was een enorme hippie!” DiCaprio knikt: “Dat is hij vandaag nog steeds. Mijn beide ouders trouwens.”
Geen toestemming nodig
Once Upon a Time in Hollywood vermengt vrolijk realiteit en fictie. Rick en Cliff, de personages van Pitt en DiCaprio, zijn verzonnen – al is hun onvoorwaardelijke bromance wel geïnspireerd op de band tussen acteur Burt Reynolds en zijn vaste stuntman Hal Needham. Maar heel wat andere figuren hebben wel echt bestaan – of leven zelfs nog steeds, zoals Roman Polanski. Die gaf nooit zijn toestemming om als personage in een fictiefilm opgevoerd te worden. Niet nodig, vond Tarantino: “Ik heb het hem niet gevraagd, want ik wou het risico niet lopen dat hij nee zou zeggen”. Wanneer we opwerpen dat dat misschien toch niet helemaal koosjer is, antwoordt Tarantino laconiek: “Ach, mensen hebben mij ook al ongevraagd als filmpersonage gebruikt. En zolang ze mij er niet dik doen uitzien, vind ik dat oké.” (lacht)
Deborah Tate, zus van de betreurde Sharon, gaf Tarantino wel haar zegen. Margot Robbie: “Deborah heeft ons bijgestaan met raad en daad, ze leende me zelfs de juwelen van Sharon. Ik droeg ze elke dag op de set. Dat hielp me enorm om dichter bij Sharon te komen.” Ook voor Tarantino was Deborahs betrokkenheid erg belangrijk, voornamelijk vanwege een bijzondere twist in het verhaal: “Ik wil niet te veel kwijt over het einde van de film, maar ik kan wel zeggen dat het niet bij iedereen in goede aarde zal vallen. Sommigen zullen zeggen dat ik zoiets niet mag doen. Maar zolang Deborah het goed vond – en dat was zo – kan me dat niets schelen.”
Zonder al te veel prijs te geven: Tarantino gaat in deze film opnieuw aan het goochelen met waargebeurde feiten. Dat deed hij tien jaar geleden al eens in Inglourious Basterds, over een moordcommando dat Hitler een kopje kleiner wil maken – en daar ook in slaagt. Tarantino herinnert zich nog goed hoe hij destijds op dat idee kwam: “Toen ik aan het script begon, dacht ik nog dat de personages op een bepaald moment betrapt zouden worden. Maar hoe langer ik schreef, hoe meer het erop begon te lijken dat hun moordmissie wél een succes zou worden. (lacht) Ik had mezelf dus helemaal vastgezet. Totdat ik me op een nacht, om vier uur of zo, plots bedacht: ik maak Hitler gewoon af. Ik greep een pen vast en schreef letterlijk op een papiertje: ‘Just fucking kill him’. Dat legde ik op mijn nachtkastje, en ik ging slapen. De volgende dag vond ik het verbazend genoeg nog steeds een goed idee.” Brad Pitt, die de hoofdrol speelde in Inglourious Basterds, luistert geamuseerd mee. Hij was behoorlijk verrast door Tarantino’s onorthodoxe aanpak, herinnert hij zich: “Toen ik het script voor het eerst las, dacht ik: ‘Hè? Hitler vermoorden, kan dat? Mag je zoiets doen?’ ” (lacht)
Net als Pitt werkte ook DiCaprio al eens eerder met Tarantino samen: hij speelde de slechterik in Django Unchained. Maar deze twee supersterren verenigd in één film, dat was nog nooit eerder gebeurd. Natuurlijk hadden ze mekaar al wel eens eerder gekruist – Hollywood is uiteindelijk ook maar een dorp –, maar vrienden waren ze nog niet. Daar kwam heel snel verandering in op de set van Once Upon a Time in Hollywood, vertelt Pitt: “Op een filmset zit je eigenlijk heel vaak te wachten – veel meer dan dat je in actie komt, eigenlijk. Op die momenten smeed je heel snel sterke banden. En dat hielp om ons in de vriendschap van Rick en Cliff in te leven.” DiCaprio: “Het hielp ook dat Quentin een hele voorgeschiedenis had geschreven voor onze personages, waardoor we echt wisten wie die kerels waren. Dus vanaf het eerste moment dat Brad en ik mekaar op de set zagen, voelde het alsof we al enorm veel hadden beleefd samen. Het ging vanzelf.”
Nog één (of twee?) te gaan
Sinds een paar jaar beweert Tarantino dat hij het na 10 films voor bekeken zal houden als filmregisseur. En als je zijn telling – waarin de twee luiken van Kill Bill samen als één film worden gerekend – volgt, is Once Upon a Time in Hollywood al nummer negen. Nog maar één te gaan dus? Tarantino klinkt stellig. “Jep, dat is nog steeds het plan. Eigenlijk had ik altijd gedacht dat ik deze film voor het laatst zou bewaren. Ik heb er jarenlang aan zitten schrijven tussen andere projecten door, en ik zag er een mooi afscheid in. Maar plots kwam het scenario in een stroomversnelling, en toen wilde ik niet meer wachten.”
Wat die laatste film dan wel zal worden? “Ik weet het nog niet! Ik heb een goed idee voor een derde Kill Bill. Ik heb Uma (Thurman, die de hoofdrol speelde in de eerste twee delen, LT) er onlangs over gebeld, en zij is ook heel enthousiast. Dus dat is een mogelijkheid. Maar ik wil ook graag een Star Trek-film regisseren! Er is zelfs al een script. Wie weet kan ik zelfs wel een beetje valsspelen en zeggen dat ik bedoelde dat ik tien originele films zou maken, en dat Star Trek dus niet telt. Maar dan heeft het natuurlijk weinig zin om dit soort beloftes te maken. Alleszins: ik zal wel altijd blijven schrijven, ook wanneer ik niet meer regisseer. Ik wil boeken over cinema schrijven, en romans en theaterstukken. En wie weet maak ik ooit nog wel een tv-serie.”
‘Once Upon a Time in Hollywood’ speelt vanaf 14/08 in de bioscoop.