Best Kept Secret
Superorganism op BKS: game, set, match
Het gebied tussen kitsch en smaak is in goede handen. Superorganism slaagde met onderscheiding voor het examen van terreinwachter.
"Het is de derde festivaldag. Als je moe en dronken bent, ga je ten volle van onze show genieten. Vooral onze visuals zijn nogal, euh, speciaal”, grijnsde gitarist Harry van Superorganism na ons gesprek eerder op de dag.
Het verhaal van de achtkoppige groep met leden uit Engeland, Australië, Zuid-Korea, Nieuw-Zeeland en Japan leest als een flauwe grap. Ze leerden elkaar kennen via een internetforum, hokten samen in Londen en timmerden via videochat aan een hysterische popplaat vol beeps en blieps. Een jaar geleden dropten ze met ‘It’s All Good’ een eerste song, vandaag staan ze bovenaan de affiche van de festivals.
Superorganism is een klassiek voorbeeld van een buzzband, maar het is wel het type waarvan hotpants spontaan doormidden scheuren. Letterlijk: ‘It’s All Good’ wakkerde onze innerlijke Tonya Harding aan, en na de derde pirouette tijdens ‘Nobody Cares’ wisten we zeker dat onze kuiten voor een vermoeiende avond zouden staan.
Wereldhit
Wie het achtkoppige rariteitenkabinet op Best Kept Secret zag, maakte kennis met popchansons die niet bijster origineel, dan wel dodelijk catchy zijn. Superorganism serveerde een verslavende cocktail van fletse electro, veelkleurige pop en grijze liftmuziek – het soort muziek waarvoor de elite een strontterm als art indie zou uitvinden.
Vergis u niet: Superorganism is niet het resultaat van een wiskundig experiment, maar het product van acht compleet gestoorde breinen die samen een canvas vol kladderden tot een bevreemdend maar boeiend kunstwerk. En dat werk kwam live pas écht tot leven: ‘The Prawn Song’ en ‘SPRORGNSM’ zien er op papier ordinaire popsongs uit, al zijn het in wezen hoekige composities die zich vastbijten in je hoofd én ziel.
Eigenlijk waren de visuals – ietwat vage, flashy en hyperactieve beelden – zondagavond compleet overbodig, omdat de songs van Superorganism ook zonder overeind zouden blijven. ‘Something For Your M.I.N.D.’ is niet minder dan een wereldhit en ‘Everybody Wants To Be Famous’ was het fiere lijflied van menig derderangs BV. Erika Van Tielen zag dat het goed was.
Dat de tent ondanks een geweldige show leegliep, bevestigde onze vermoedens: Nederlands hebben geen smaak. Maar het uitzinnige applaus dat Superorganism aan het eind kreeg, klonk alsof ze zonet Roland Garros hadden gewonnen met een poepsimpele driesetter, zonder tegenpunten. Sterk!