Recensie
Slipknot op Graspop: triomf van de etterende wonde
Het leek wel kermis in de hel gisteravond in Dessel. Slipknot sloot de tweede dag op Graspop af met een ongeziene furie. Liefst 52.000 metalfans stonden er op de wei, om de gemaskerde bende te zien triomferen.
Jongeren neergeschoten door de politie in Ferguson, zwarten gemolesteerd, marsen voor gelijke rechten, racistische moorden in een volle kerk in Charleston. De krantenkoppen over de geweldgolf in de Verenigde Staten laaien alsmaar hogerop. Het is van die etterende wonde dat het Amerikaanse Slipknot muziek maakt. Corey Taylor zingt erover zijn vingers in de eigen ogen te willen duwen, omdat dat de enige manier is om de pijn te verdoven. Slipknot als negenkoppig spuwend monster, het masker waar een maatschappij zich achter verbergt.
Na Kiss was de groep uit Iowa een tweede hoofdact op rij op dit Graspop die zijn ware gelaat verborg. De emotieloze maskers maakten het concert nog onwezenlijker, het leken psychopaten die op de constant op-en-neer deinende stalen (olie)vaten trommelden, met brullende gitaren en furieuze zang om het bloed in je aderen te doen kolken. Slipknot verwoordde de woede van de mens achter onmenselijkheden (en strooide tegelijk met heel veel complimentjes naar de 'maggots', hun Belgische fans).
Deze Graspop-dag was met 52.000 toeschouwers helemaal uitverkocht, en de massa was duidelijk voor deze hoofdact gekomen. Tot diep op de Stenehei stond de wei helemaal vol. Om 'Psychosocial' en 'Wait And Bleed' mee te brullen, duchtig te luchtdrummen en helemaal uit de bol te gaan op 'Spit It Out'.
Slipknot maakte een verpletterende indruk in Dessel. Ondanks het verlies van bassist Paul Gray, overleden na een overdosis. Ondanks het vertrek van drummer Joey Jordison (en de geruchten rond drugsmisbruik). Ondanks de interne strubbelingen. Op dit podium telde: windkracht negen, beuken en rammen. De oerkracht van Slipknot sloeg je helemaal murw op Graspop. En dat voelde duivels goed.