Zondag 26/03/2023

InterviewSlipknot-drummer Jay Weinberg

Slipknot-drummer Jay Weinberg tourde ook met Springsteen: ‘Ineens voor 60.000 mensen staan: het leek niet eens echt’

Drummer Jay Weinberg: links met Bruce Springsteen, rechts met Slipknot. ‘Ik zal wel nooit helemaal wennen aan dat masker.’ Beeld rv - Anthony Scanga
Drummer Jay Weinberg: links met Bruce Springsteen, rechts met Slipknot. ‘Ik zal wel nooit helemaal wennen aan dat masker.’Beeld rv - Anthony Scanga

Jay Weinberg was 18 jaar toen hij zijn vader Max verving als drummer van de E Street Band en met Bruce Springsteen de wereld rondreisde. Hij was 23 jaar toen Slipknot hem vroeg om de drumkruk te bezetten die Joey Jordison had achtergelaten. En 32 jaar toen we hem, naar aanleiding van The End, So Far, de nieuwe plaat van de metalband, mocht vragen hoe het in godsnaam zover gekomen is. ‘Ik vind het vreemd als mensen dingen zeggen als: ‘Wie is de betere drummer: Max of zijn zoon?’ Who cares?!’

Ruud Meert

Eind 2013 zette Slipknot stichtend lid Joey Jordison zonder veel uitleg aan de deur, tot grote ergernis van veel fans – Jordison werd gezien als een van de beste drummers aller tijden. Achteraf bleek hij te lijden aan de neurologische aandoening myelitis transversa, waardoor hij zijn linkerbeen een tijdlang niet kon gebruiken. In juli 2021 overleed hij aan een dodelijke mix van alcohol, cocaïne en pillen. Hij was amper 46.

Wanneer we Jay Weinberg willen vragen hoe het was om in Jordisons voetsporen te treden, valt de dame van de platenmaatschappij die het Zoom-gesprek volgt ons meteen in de rede: “Kunnen we deze vraag overslaan?”

Over, dan maar, naar het gezondheidsbulletin van de heer Weinberg.

Hoe gaat het met je enkel? Elke avond geef je je drumstel een pandoering, maar onlangs mepte het terug: een van je baspedalen brak en knalde tegen je been. Op je Instagrampagina was het bloederige resultaat te zien.

Jay Weinberg: “Het gaat goed, dank je. Aan zo’n pedaal zie je niet makkelijk of er veel sleet op zit, en dus gaat het soms mis. Het pijnlijkste was nog dat ik het slotnummer van die show moest spelen met maar één basdrum (lacht).”

Terug naar het begin: je was amper 17 jaar toen je, in de zomer van 2008, voor het eerst met Bruce Springsteen speelde tijdens Born to Run, voor een tot de nok gevuld stadion in New Jersey. Hoe nerveus was je?

Weinberg: “Vre-se-lijk nerveus. Ik was de enige van de E Street Band-kinderen die nog nooit met Bruce had opgetreden én ik was de enige drummer. Ben je het grandioos aan het verknoeien op keyboard of gitaar, dan kan de geluidsman jouw volumeknop snel dichtdraaien, maar bij de drums is dat geen optie. Ik wist: ik zal me niet kunnen verstoppen als het misloopt.”

Dat deed het gelukkig niet: op YouTube kunnen de fans je nog altijd zien stralen achter dat drumstel.

Weinberg: “Van pure gelukzaligheid! Ik genoot met volle teugen, ook omdat ik dacht: deze kans krijg ik nooit meer.”

Maar toen veranderde het opnameschema van Late Night with Conan O’Brien, de talkshow waarin je vader de huisband leidde, en moest Springsteen op zoek naar een andere slagwerker voor zijn Working on a Dream-tour. Dat werd jij.

Weinberg: “Jay kan al één song spelen, dacht Bruce, dus die paar honderd andere zal hij ook wel snel leren (lacht). Dat was pittig voor een groentje. Net zoals de optredens, die soms vier uur duurden. Maar ik ben nog altijd enorm dankbaar voor het vertrouwen dat Bruce me heeft gegeven.”

Plots speelde je elke avond voor tienduizenden mensen. Hoe groot was je grootste publiek vóór die tournee?

Weinberg: “O, man… Af en toe drumde ik in bands van vrienden. Met The Used speelde ik eens voor 2.000 of 3.000 man. Ik was 15 en vond dat al gigantisch veel. Met Springsteen ineens voor 60.000 mensen staan: het leek niet eens echt, toen ik daar op dat podium zat. Het was een cultuurschok.”

DE EERSTE ROFFEL

Na zijn tournee met Bruce Springsteen speelde Weinberg een tijdje in de New Yorkse hardcoreband Madball en bij de Floridiaanse punkrockers Against Me!. Tussendoor studeerde hij af aan de universiteit.

Je moeder, Rebecca Schick, is lerares. Zei zij iets als: ‘Word gerust drummer als dat is wat je wilt, maar je verlaat dit huis niet zonder een diploma?’

Weinberg: “Zoiets, ja (lacht). Ik wílde ook echt een diploma behalen, maar toen ik bij Against Me! speelde, ben ik gestopt met mijn studie: we waren dat jaar negen maanden op tournee, het viel niet meer te combineren met de universiteit. Mijn ouders hadden daar begrip voor. Nadat ik Against Me! had verlaten, heb ik me opnieuw ingeschreven. Ik volgde zoveel vakken als ik kon, om de verloren tijd in te halen. Eind 2013 heb ik mijn diploma in de richting Business & Technology behaald, vlak voor ik bij Slipknot ging spelen.”

Slipknot was geen onbekende voor je: je vader had je al eens meegenomen naar een van hun concerten. Je was toen amper een jaar of 10.

Weinberg: “Ja, hij had de band leren kennen toen ze bij Conan O’Brien hun eerste plaat kwamen voorstellen. Hij was meteen een fan geworden, en had tegen de jongens gezegd: ‘Jullie zijn te gek! Mijn zoon zal jullie geweldig vinden.’ Waarop zij hem voorstelden: ‘Breng die knul dan maar eens mee naar een van onze concerten.’ Zo gezegd, zo gedaan. Ik zal mijn vader daar eeuwig dankbaar voor blijven, want die avond heeft mijn leven veranderd. Die maskers, die overalls: ik had eerst geen idee waarnaar ik allemaal aan het kijken was. Het was zo héftig.

“Mijn vader nam me mee backstage en het klikte meteen tussen mij en de band. Zij zagen wat hun muziek met me deed, en vanaf dat moment werden ze mijn gidsen in de wondere wereld van metal. Toen ze dertien jaar later een nieuwe drummer zochten, vonden ze het logisch dat ik een kans kreeg.”

Met een vader als de jouwe stond er vast altijd wel een drumstel in huis. Toch gaf jij er pas op je 14de een eerste roffel op.

Weinberg: “Als kind speelde ik hockey, en dat was het enige wat me echt interesseerde. Pas toen ik me ging verdiepen in metal, hardcore en punk, begonnen die drums me aan te trekken. Algauw speelde ik op mijn kamer mee met de muziek die ik goed vond – en zo leerde ik het vak. Les heb ik nooit gekregen, ook niet van mijn vader. Zodra ik me voldoende uit de slag kon trekken, ging ik in bandjes spelen.

“14 jaar: veel mensen zullen dat laat vinden om te beginnen met drummen, maar in de muziek zijn er geen regels. Als je iets maar hard genoeg wilt, komt het goed.”

Voelde je, als de zoon van je vader, geen extra druk?

Weinberg: “Mijn vader inspireert me natuurlijk wel: hij is mijn favoriete drummer. We hebben een geweldige verstandhouding, maar we volgen elk ons eigen pad. Ik heb nooit enige druk gevoeld om zo goed te worden als hij. Ik vind het zelfs vreemd als mensen dingen zeggen als: ‘Wie is de betere drummer: Max of zijn zoon?’ Who cares?! Muziek is geen wedstrijd.”

Drummen is haast een sport, en jij doet het bovendien met een masker op. Hoe lastig is dat?

Weinberg: “Soms is het behoorlijk lastig. Je went er nooit helemaal aan, maar die maskers horen nu eenmaal bij Slipknot. Als we repeteren, voelt het zelfs vreemd om zónder dat ellendige ding te spelen (lacht).”

YIN & YANG

The End, So Far, de nieuwe, zevende plaat van Slipknot en de derde met Weinberg als drummer, bracht de band de voorbije zomer al naar Pukkelpop. “Slipknot ervaren”, schreef Humo toen, “is als een schat opduiken van de zeebodem: eerst opgezwolgen worden door de duisternis, en dan bovenkomen – naar adem happen, hijgend neerzijgen, bekomen – met fucking góúd.”

Touren jullie weer als vanouds of heeft de pandemie sporen nagelaten?

Weinberg: “Er zijn veel regeltjes die er vroeger niet waren, maar daar maal ik niet om: zolang we maar mogen spelen volg ik ze wel. Ik heb twee jaar thuisgezeten, man! Ik zou alles doen om te kunnen optreden.”

Komt je vader nog weleens naar jullie shows kijken?

Weinberg: “Ja, hoor. Als we in de buurt spelen, komt hij gegarandeerd kijken. En mijn moeder ook, trouwens.”

Lees ook

Slipknot op Pukkelpop: Het bombardement én de bloem die nadien fier overeind blijft ★★★★☆

Een huwelijk van heavy rock en horror: waarom Slipknot ook op Pukkelpop thuishoort

Iets helemaal anders om af te sluiten: jij schildert ook. De voorbije zomer heb je voor het eerst werk tentoongesteld in Los Angeles, onder de titel ‘A Hollow Realm’. De veertien olieverfschilderijen zijn ook te bewonderen op jayweinbergart.com. Heb je de rust en stilte die met schilderen gepaard gaan nodig als tegenwicht voor de chaos en het geweld van Slipknot?

Weinberg: “Schilderen is mijn yin tegenover het yang genaamd Slipknot (lacht). Muziek maken is doorgaans ook samenwerken, hè, in mijn geval met liefst ácht anderen. Dan is het fijn om iets te hebben waaraan je je helemaal alleen kunt wijden. Het brengt me in balans. Het ene voedt het andere. En zolang dat wieltje blijft draaien, vind ik het prima.”

The End, So Far van Slipknot is uit bij Roadrunner Records.

© Humo

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234