De gids
Singer-songwriter Lewis Capaldi: ‘Behalve mollig ben ik ook nog eens erg lui’
Zijn nummer ‘Someone You Loved’ werd vorig jaar genomineerd voor een Grammy en is meer dan een miljard keer beluisterd op Spotify. Zelf houdt de Schotse popzanger Lewis Capaldi (23) vooral van herriebands, goede komieken en eenvoud.
Dat 2019 een succesvol jaar voor hem was, vindt popzanger Lewis Capaldi (23) misschien wel het ‘understatement van de eeuw’ en hij kan nog altijd niet geloven dat zijn liedjes overal in de wereld op de radio te horen zijn. “Kijk nou toch eens, een vadsig ventje als ik dat eigenlijk niet zo heel goed kan zingen, dat hoort toch helemaal niet wekenlang op de eerste plaats te staan? Ik kan zo tien jongens noemen met een veel betere stem, die altijd onbekend zijn gebleven.”
Dat zij niet in januari van dit jaar naar Los Angeles vlogen om de uitreiking van de Grammy’s bij te wonen, de belangrijkste prijzen in de Amerikaanse muziekindustrie, en hij wel, ziet de Schotse liedjeszanger vooral als een kwestie van geluk.
“Ik zing graag hoor, dat doe ik al in de pub bij ons thuis in Bathgate sinds mijn elfde. Maar ik ben behalve mollig ook nog eens erg lui. Als ik mijzelf niet snel omringd wist door de juiste managers en agenten, lag ik waarschijnlijk nog steeds een beetje in bed liedjes te bedenken.
“Ik woon nog bij mijn ouders thuis, heb geen dure hobby’s en ben te krenterig om geld uit te geven aan mooie kleren of zo. Voorlopig ben ik vooral druk met het verwerken van alles.”
Hij kan het allemaal nauwelijks bevatten. Goed, die Grammy voor song van het jaar ging dan niet naar zijn eigen ‘Someone You Loved’ maar naar ‘Bad Guy’ van Billie Eilish, maar zijn liedje is inmiddels wel meer dan een miljard keer op Spotify beluisterd en dreigt net zo’n evergreen te worden als Adeles ‘Someone Like You’ of ‘Angels’ van Robbie Williams.
Een universeel liedje over verlies dat hij schreef toen zijn oma overleed. “Ik denk dat ik met simpele woorden en een makkelijk mee te zingen melodie iets geraakt heb bij de mensen.”
Geestigste muzikant/man op aarde: Noel Gallagher
“Popinterviews lees ik zelden, maar voor die met Noel Gallagher maak ik een uitzondering. Dat was al zo voordat hij mij vorig jaar begon af te kraken. Ik hield altijd al van Oasis en schrok natuurlijk toen hij op de hedendaagse pop in het algemeen en mij in het bijzonder begon af te geven. Maar het was ook een eer en leverde veel publiciteit op: je kunt maar beter door Noel Gallagher gehaat worden dan dat hij je goed vindt of, erger nog, je muziek niet opmerkt.
“Maar ik wilde hem wel terugpakken, dus kwam ik op Glastonbury op in een soort Oasis-outfit met een T-shirt waarop een hartje met zijn portret stond afgedrukt. Noel vond dat prachtig. We hebben elkaar sindsdien een paar keer ontmoet en hebben de grootste lol samen. Hij is zo ongelooflijk grappig, al vindt hij mijn muziek nog altijd niks.”
Stand-upcomedy: James Acaster
“Ik luister niet zoveel naar muziek. Liever zet ik een podcast aan als ik onderweg ben. Ik ben verknocht aan stand-upcomedy.
“Het idee om het podium op te stappen en mensen aan het lachen te maken is heel simpel, en tegelijkertijd is het ’t moeilijkste wat er is. Een slechte zanger komt overal mee weg. Een wat minder liedje is geen ramp. Maar een mindere of slechte grap is dodelijk voor de avond.
“Ik bewonder heel veel komieken. Ik heb ook veel van hen geleerd. Wie weleens een concert van me heeft gezien, weet dat ik eindeloos kan ouwehoeren. Ik vind dat gewoon leuk. Mezelf niet al te serieus nemen, de mensen het idee geven dat ik een van hen ben. Dat is geen valse bescheidenheid, zo vóél ik het ook. Goede komieken geven je ook dat gevoel. Ik noem James Acaster, omdat ik de laatste jaren om niemand zo hard heb gelachen als om hem.”
Band: My Chemical Romance
“Mijn ouders draaien altijd veel muziek thuis. Ze hebben een behoorlijke platencollectie met vooral veel grote namen als Fleetwood Mac, Elvis, Genesis. Zelf was ik meer gefascineerd door de platen waar mijn zes jaar oudere broer mee thuiskwam. Slipknot en andere harde bands. Als jongetje van tien raakte ik mateloos gefascineerd door emorockbands. Vooral My Chemical Romance met hun album The Black Parade intrigeerde me.
“Best gek eigenlijk, want ik hield al snel van liedjes zingen, wat ik ook best aardig kon. Op school of in de pub, als daar kinderfeestjes waren. Toen ik de baard in de keel kreeg, was ik even zoekende naar de juiste stem. Was best lastig, en als ik thuiskwam deed een flinke portie herriebands me echt goed. My Chemical Romance vooral, maar ook Foo Fighters en Green Day waren mijn ding.”
Film: ‘Submarine’ (Richard Ayoade, 2010)
“Ik ben dol op films die over de eenvoudige zaken des levens gaan. Submarine is zo’n film. Ik ben ’m gaan kijken omdat de muziek door Arctic Monkeys is gemaakt, wat ik een leuke band vind. Het gegeven is simpel: een jongen wordt voor het eerst verliefd. Heerlijk, films waarin niet wordt geprobeerd de wereld te verbeteren of andere grote zaken aan te kaarten. En Craig Roberts is een geweldige acteur.
“Submarine, maar ook onlangs een film als Marriage Story, gaan over dingen waarin iedereen zich makkelijk kan herkennen. Met gewone dingen je publiek weten te ontroeren, dat vind ik prachtig.”
Concertzaal: Barrowland, Glasgow
“Ik heb in nog geen jaar tijd in veel legendarische zalen mogen optreden. Maar voor mij blijft Barrowland in Glasgow de meest magische plek. Dat komt omdat dit de zaal is waar ik als bezoeker de beste herinneringen aan bewaar. Om zelf in de zaal te spelen waar je muzikaal bent opgegroeid, is misschien wel het mooiste wat je als muzikant kunt bereiken.
“Dat zegt me veel meer dan optreden in L’Olympia in Parijs. Daar hingen allemaal foto’s van David Bowie en Jacques Brel aan de wand. Leuk hoor, maar het zegt me niks dat daar grote artiesten hebben gespeeld als ik ze daar niet heb gezien.
“Ik was in Barrowland bij het afscheidsconcert van The Maccabees, dat was het mooiste optreden dat ik ooit heb gezien. Op datzelfde podium te mogen spelen, dát zei me nou weer wel wat.”
Auto: Mercedes G Wagon
“Ik ben een saai, vadsig ventje, zul je inmiddels wel denken. Ik lees geen boeken, koop geen kunst, heb pas drie weken geleden rode wijn leren drinken en eet het liefst kippenvleugeltjes in de pub. Uitgaan doe ik ook al niet, ik hang het liefst in de keuken een beetje te kletsen met mijn moeder.
“Beroemd zijn verandert je niet zozeer, zei Ed Sheeran laatst tegen me, maar het verandert wel alles om je heen. Ik hoop echt dat veel dingen hetzelfde blijven. Ik heb ook weinig grote wensen. Nou, één dan. Ik zou wel zo’n Mercedes G Wagon willen waar al die rappers in hun videoclips mee rondscheuren.
“Voorlopig deel ik de mintgroene Ford Fiesta thuis met mijn moeder. Dat hoeft natuurlijk niet zo te blijven, maar ik ben gewoon te krenterig om veel geld aan een auto uit te geven. Ergens speelt ook altijd in mijn achterhoofd dat het allemaal net zo snel voorbijgaat als het begonnen is. Dat ik ineens niks meer verdien. En dan staat daar die veel te dure auto voor ons huis.”
Stad: Dublin
“Ik ben in een jaar tijd op veel meer plekken geweest dan goed is voor een 23-jarige. Ik heb ook nauwelijks tijd gehad alle indrukken te verwerken. Genieten deed ik in Kopenhagen van de rust en het zorgeloze dat de stad uitstraalde. Als mensen daar gaan winkelen, laten ze hun kinderen gewoon buiten wachten, want er kan toch niks met hen gebeuren.
“Dat zou je in Dublin niet snel zien. Daar is alles harder, wilder en drukker. Toch is het mijn favoriete stad. Misschien omdat ze daar precies het soort humor en zelfspot hebben waar ik van hou.
“Maar ik kan me er ook zo thuis voelen omdat het de stad is waar ik het grootste publiek trek. Dublin is de meest singer-songwriterlievende stad ter wereld, en dat voel ik meteen als ik er aankom.”
Album: Paolo Nutini, ‘Sunny Side Up’ (2009)
“Fans van My Chemical Romance zoals ik vonden alles wat in de hitparade stond stom. Naar de radio luisterde ik niet, totdat iedereen om me heen ineens over Paolo Nutini begon. Dat was ook een gewone Schotse gast zoals wij, maar wel eentje die in 2006 ineens heel beroemd werd.
“Die vond ik wel oké, en als zo iemand op de eerste plaats kon komen, dan was hitparademuziek misschien best cool. Toen zijn tweede album Sunny Side Up in 2009 verscheen, werd ik echt fan.
“Eigenlijk kun je zeggen dat naast Joe Cocker vooral Paolo Nutini me leerde zingen zoals ik nu doe. Ik had een paar jaar echt moeite met mijn zware stem, maar leerde die door veel te luisteren naar Sunny Side Up steeds beter te gebruiken. Ook mijn smaak veranderde. Ik ben veel naar singer-songwriters gaan luisteren. Naar iedereen van Bob Dylan tot Ed Sheeran, die ik allebei geweldig vind. Ik kwam erachter dat ik artiesten zonder opsmuk toch het beste vond. Iemand die gewoon met een gitaar het podium opkomt of zonder iets erbij achter de piano gaat zitten, dat vind ik het mooist.”
‘Uitgaan doe ik niet, ik hang het liefst in de keuken een beetje te kletsen met mijn moeder’
‘Ik rij met de mintgroene Ford Fiesta van thuis. Ik ben gewoon te krenterig om veel geld aan een auto uit te geven’