Woensdag 22/03/2023

DocumentaireNothing Compares

Sinéad O’Connor werd bespot en bespuugd, maar de tijd geeft haar steeds meer gelijk

Sinéad O’Connor in de Olympic Ballroom in Dublin, 1988. Beeld Getty
Sinéad O’Connor in de Olympic Ballroom in Dublin, 1988.Beeld Getty

Sinéad O’Connor mag van het podium zijn gefloten, ze heeft wel de weg bereid voor veel vrouwelijke artiesten van nu. In de documentaire Nothing Compares zie je dat de Ierse singer-songwriter haar tijd ver vooruit was.

Floortje Smit

“We have confidence, in the victory, of good…” zingt de 25-jarige Sinéad O’Connor op de Amerikaanse televisie op 3 oktober 1992. “…over evil.” Op dat moment trekt ze een foto van de paus tevoorschijn en scheurt die in stukjes.“Fight the real enemy!”

Niemand in de Saturday Night Live-studio wist dat de zangeres dit van plan was. In het legendarische fragment kun je de verbijstering nóg horen. Stil is het, doodstil.

Ik was 13 en op het schoolplein had iedereen dezelfde mening: ze zou mentaal wel niet in orde zijn. Dat afgeschoren haar was al een teken geweest. Net als de traan in de videoclip van ‘Nothing Compares to You’ tikje overdreven. Dat O’Connors carrière volledig tot stilstand kwam, had ik niet door. Bijna niemand, vermoedelijk. Dát is pas gecanceld zijn.

Hoe onterecht, misogyn en kwaadaardig al die woede en kritiek was, blijkt nu uit de documentaire Nothing Compares van Kathryn Ferguson. Ze begint niet bij die foto, maar bij een jubileumconcert voor O’Connors voorbeeld Bob Dylan, twee weken later. O’Connor komt op, in lange, lichtblauwe jurk, en realiseert zich meteen: met het fluisterliedje dat ze te horen wil brengen, komt ze nooit over het oorverdovende boegeroep heen. De twijfel, verwarring en onzekerheid op haar gezicht terwijl ze alleen voor die loeiende menigte staat, is hartverscheurend.

null Beeld

Hoeveel mensen onder de 40 kennen haar überhaupt nog? Zelf was ik eigenlijk ook al vergeten dat ze tot 1992 bezig was een wereldster te worden. Tegen wil en dank: muziek was voor haar in de eerste plaats een therapeutische aangelegenheid. “Daarom was ik zo verbaasd dat ik een popster werd. Ik wilde alleen maar schreeuwen.”

Dat deed ze op het podium en in de studio: ze schreeuwde. Over haar moeder die haar mishandelde. Over seksueel misbruik. Over het helse nonneninternaat waar ze als tiener in was beland. En ondertussen moest ze bij mannelijke interviewers – stropdas, grijs pak – voor de zoveelste keer uitleggen waarom ze haar haar had afgeschoren. Omdat ze er zin in had, zei ze dan zacht, maar dat gold nooit als goed antwoord.

Waar was de wereld na dat fotoscheurmoment in 1992 mee bezig? Vlak daarna met Courtney Love, de kwaadaardige vriendin van Kurt Cobain. In 1998 met het bespotten van Monica Lewinsky, die als stagiaire een affaire had gehad met de machtigste man ter wereld. Met grapjes over ‘popsterretje’ Britney Spears die haar hoofd had kaal geschoren (2007). Boze, labiele, nare vrouwen: het is lachen of haten. Ik stelde geen vragen bij de frames die mij werden voorgeschoteld.

Het beeld van die vrouwen kantelde de afgelopen jaren wereldwijd. Door de #MeToo-beweging zijn we massaal anders gaan kijken naar onze oordelen van toen. Werd dat kaalscheren niet bespot omdat het beangstigend was? Probeerden vrouwen op die manier niet gewoon de macht over zichzelf en hun imago terug te nemen?

O’Connor verzette zich tegen het vrouwelijke hokje waarin haar Londense platenmaatschappij haar wilde drukken. Ze had geen zin in make-up, hakjes, lang haar, lieve liedjes. “Ik kom uit een patriarchaal land”, zei ze toen die platenmaatschappij haar probeerde over te halen een abortus te laten uitvoeren. “Maar geen man heeft me ooit kunnen vertellen wat ik moet doen. Als ik dat niet pik van het systeem, en niet van mijn vader, dan zeker niet van iemand anders.”

Kijk naar de oude interviews in Nothing Compares en je ziet een jonge vrouw die – zacht pratend – woedend is, terwijl de interviewers zich er geen raad mee weten. Ze praat over het verbod op abortus in Ierland. Over de manier waarop vrouwen klein werden gehouden door de invloed van de kerk. Over racisme. Ze weigerde in Amerika, tijdens de Golfoorlog, op te treden als vooraf het Amerikaanse volkslied werd gespeeld.

Maar de absolute doodsteek voor O’Connors carrière was die foto. Het was een statement tegen het seksueel misbruik binnen de katholieke kerk en tegen de paus die het wegmoffelde. Misschien niet op de juiste manier, op dat moment, in die tijd, maar ze had wél gelijk, bleek jaren later. Het ‘gekke kale’-frame keerde zich definitief tegen haar. ‘Voor op haar tijd’, noemen we het nu, maar misschien liepen wij gewoon achter.

Kijk er nu op terug en zie hoe jong ze was. Als er al een leeftijd is waarop je bestand bent tegen een wereld die zich tegen je keert, is dat niet 25 jaar. “Waar ik spijt van heb,” zegt O’Connor in de documentaire, “is dat ik er zo verdrietig van werd.” Wat ze voor de kiezen kreeg, krijgen vrouwen nu online vaak te verduren. “Als ik haar zie, sla ik haar”, mocht Joe Pesci in Saturday Night Live zeggen. Maar misschien nog pijnlijker is dat Madonna in hetzelfde programma het verscheuren van die foto belachelijk maakte. Madonna! Degene die drie jaar eerder danste voor brandende kruizen in de clip van ‘Like a Prayer’, alleen om te choqueren. Je kunt veel van O’Connors actie zeggen, maar zij had een groter doel voor ogen.

O’Connor mag van het podium zijn gefloten, ze heeft wel de weg bereid voor veel vrouwelijke artiesten van nu, stelt de documentaire: de zangeressen die zich ook uitspreken over (sekse)ongelijkheid, religieuze beknotting, mentale problemen en zich niet in hokjes laten drukken. Maar die hokjes zijn er nog steeds. Uit de documentaires die verschenen over bijvoorbeeld Billie Eilish, Taylor Swift, Demi Lovato en Beyoncé blijkt nog steeds dat zangeressen worstelen met de immense druk van de industrie om altijd maar mooi te zijn, dun, sexy en niet té uitgesproken.

O’Connor is en blijft uniek in hoe ze nooit toegaf en bij zichzelf bleef. Bewonderenswaardig onverzettelijk. Ze had beter verdiend, inderdaad, maar of ze nu wél gepikt zou worden, is maar de vraag.

Nothing Compares, op 10 januari om 22.10 op NPO 2.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234