Couleur Café
Shantel speelt concurrentie en hitte naar huis op Couleur Café
Het Brusselse Couleur Café startte gisteren haar 26e editie in een gedroomd tropisch klimaat met de omringende stad als regenwoud. Het werd een zoektocht naar afkoeling, verfrissende inzichten en artiesten die erin slagen om op de hittegolf te surfen.
Vandaag schieten de temperaturen nog wat meer de hoogte in. De beste manier om van deze exotische weekendbestemming dan ook een hel te maken, is inpilsen in volle steekzon om niet veel later op een draagberrie afgevoerd te worden.
Dit terwijl Couleur Café voor verfrissende verrassingen zorgt. Zelf hadden we het meeste last van een schedelverschroeiende zon aan de ingang van Couleur Café. Eenmaal binnen bleek het allemaal goed mee te vallen en werden we na verloop van tijd overvallen door een extatisch vakantiegevoel.
Couleur Café is nog zo'n festival waar je niet als zotgemaakte kippen tegen mekaar wordt geplet, plaats zat op het terrein. En aan afkoeling geen gebrek. Flesjeswater is in de solden! Maar er is evengoed kraantjeswater beschikbaar. Hoedje vergeten: tik er eentje op de kop van een sponsor of ga op het marktje een origineel hoedje kopen. Af en toe schuilen voor de hardnekkige zonnestralen kan in de concerttenten die niet aanvoelen als bakovens (wegens groot genoeg en goed verlucht), en overdekte ruimtes als het theehuis, de Clandestino-bar en de gigantische Tour & Taxis-markthal waar de Palais du Bien Manger (ontelbare eetkramen uit alle windstreken) gevestigd is. Tip: kuier gewoon op het gemak rond en ontdek de watersproeiers en tochtgaten. Die doen deugd!
Of ontvang tijdens de concerten een lekkere regenpartij van de professionele waterspuit. En helemaal te gek zijn de festivalgangers die zwaarbewapend met watergeweren of gewoon met de waterverstuiver van de mama in het rond sproeien. Neem dus je waterwapens mee: het mag en munitie is op Couleur Café gratis beschikbaar. Laatste tip: bestel een drankje met ijsblokjes en laat een ijsblokje onder je kleren je rug afglijden.
Fysieke afkoeling is dus voorhanden. Maar hoe zat het tijdens dag 1 met de muzikale aanpak? Wie deed de hitte en het gutsende zweet vergeten? Wie verlichtte de pijn van het tropische zijn?
De commerciële R&B-reggae van de in Jamaica opgegroeide Tarrus Riley (met gastbijdragen van Dean Fraser & Alaine) had last van bombastische toetsen. De sound bleek ook dof en muzikale cliché's krijgen dan al snel een geurtje, ook wel: leg geen stinkkaas in de zon.
De rootsy reggae van Gentleman & The Evolution ging dan beter binnen. De eerste collectieve dans van de dag was er eentje van heupwiegen op het ritme van muziek die gemaakt is uit zonnestralen. Lekker traag op slome bassen, met een kurkdroge haast ontvlambare sound en limoenfrisse backing vocals en blazers. Met dat soort potgrondreggae op de achtergrond is het ook heerlijk om wat rond te wandelen.
Maar voor een echt hoogtepunt was het toch nog even wachten. De jonge Franse rappers Bigflo & Oli deden een geslaagde poging, met vaak vinnige raps, maar verzakten soms in langdradigheid. De Israëlische Ester Rada had dan weer last van een slechte mix en deed aan overacting toen ze een nummer van Nina Simone trachtte uit te vergroten - slecht plan.
De superster van de avond, Wyclef Jean, zorgde wel voor het eerste luidruchtige publieksucces. Hij is de would be president van Haïti, maar vooral bekend van zijn verleden als bandlid van de Fugees en de samenwerkingen met Michael Jackson, The Black Eyed Peas en andere goden. Wyclef kwam al schaduwboksend op met een rooskleurig venitiaans masker op zijn tronie, zette meteen een succesnummer van de Fugees in (met Lauryn Hill in de handen van de dj), liet zien dat hij zowel in het Engels, Spaans en Frans kan rappen, begon gitaar te spelen tijdens het coveren van 'No Woman No Cry' van Bob Marley, speelde een gitaarsolo in zijn nek, speelde daarna nog een solo met zijn tanden, ging dan voluit dansen en zo ging dat maar door. Wyclef Jean was al een showman toen hij nog vastzat aan de navelstreng en zit qua bewijsdrang op het niveau van een aandachtszoekende kleuter. Vreemd gedrag voor een muzikale koning. Geestig schouwspel, dat wel, maar muzikaal niet echt om naar huis te schrijven.
Op de Main Stage stak Arsenal gelukkig het feestvuur aan. Deze Belgen weten met hun dansbare melting pop harten te veroveren. Invloeden die van Afrika tot Zuid-Amerika rijken, maar evengoed lekker westers zijn, worden in dit Belgische kamp aangedreven door stuwende elektrorock. Een deugddoende frisse sound die gisteren werd aangereikt door smeltende volksmenners van het sympathiekste soort. Arsenal vocht tegen de hitte en overwon.
Maar voor hét concert dat ervoor zorgde dat Couleur Café plots echt tot leven kwam, was het nog wachten tot 22u30. Toen stond ook het legendarische gangstacollectief Wu-Tang Clan op het hoofdpodium te rappen. Altijd al gevonden dat het een genre is waarbij het vooral plezant is om zelf op het podium te staan, maar iets minder boeiend om er naar te luisteren - dan lezen we liever eens de teksten. Een kleine dosis volstond en we lieten de in grote getale aanwezige liefhebbers van het genre achter ons om naar een liveband te begeven die Couleur Café op het voorhoofd heeft getatoeëerd.
Het was drummen voor het podium van The Move. Plakkerige lijven tegen mekaar. Maar dat was verre van ongemakkelijk omdat Shantel en zijn kwieke Bucovina Club Orkestar de hitte gewoon affikte met een magische en opwindende mix van balkan beats, gypsy melodiën, energieke polka's, ska, disco, hiphop en rockabilly. Dit ervaren orkest dook er vanaf de eerste noot heftig in. Het stof waaide op, het zweet spatte in het rond, hier en daar zagen we een denkbeeldig kieken door de lucht vliegen, het concert ontaarde in een uitbundig anarchistisch volksfeest met de Move als vrijstaat.
Deze bende rust niet voor je alles vergeet. Het zou hen zelfs lukken bij een dodelijke 50 graden. Geen gezever. Wat een blazers! Wat een ritmes! Wat een innemende zang! Nummer na nummer raak, barstend van de levensvreugde, opbouwend naar euforie. De Mano Negra van de balkan. Van 'Disko Partizani' tot een massaal meegezongen cover van 'Bella Ciao': allemaal rock 'n roll. Een intens aanstekelijk speelplezier waar we al de hele dag op zaten te wachten.
En eindelijk eens geen maatschappijkritische lyrics en bindteksten. Met zo'n muziek ben je al tevreden met een "jabedabedoo jabedabedee". Ze zijn nu eenmaal van Planeet Paprika. Na een onweerstaanbaar aanjagend nummer dat reikte tot in Griekenland - hadden we borden dan smeten we die kapot - was het ineens muisstil. De band spande een Griekse vlag aan. Boodschap overgebracht zonder woorden.
Applaus en de lust for life werd weer op gang getrokken. Dat een artiest de door de warmte sloomgeslagen mensen kan opkrikken tot uitbundig feestende vrolijkaards wil zeggen dat Shantel en co. de hittegolf hebben verslaan met een innerlijke heat wave. Mentale hitte nam over.
Daarna was het nog wat heupwiegend nagenieten van de dubby groeven van het Franse Dub Inc. en werden we gepast de nacht ingestuurd door een onverwachte interventie van jeugdig geweld: Stikstof. Dit hiphopcollectief uit Brussel-centrum is helemaal Bxl en sloeg er met hun grote honger in om na middernacht de Dance Club te doen daveren. Als jonge panters sprongen ze soepel kriskras over het podium en vuurden ze hun woorden van liefde en haat over Brussel het publiek in. Vaak in het Nederlands, maar evengoed in het Frans. Soms met zoveel overgave dat ze gevaarlijker klonken dan de Wu Tang Clan.
Na meezingers als "Wa hebde zowa ligge in uwe winkel" en ander straatpoëzie werd er afgesloten met "Dit is voor alle nachtwakers, centrumlawaaimakers" en met het overtuigende meebrulrefrein "Kent ge de limieten? Nee, we kennen de limieten niet!" hadden we het ideale excuus om dieper de nacht in te duiken.
Conclusie: op Shantel en Arsenal na zat er wat slijt op de ervaren rotten - last van de hitte waarschijnlijk - en lieten jonge honden zien dat blaffen geen job is maar een noodzaak.