Boekrecensie
Seks op schitterende wijze
Roman. A Sport and a Pastime (1967) van de twee jaar geleden overleden James Salter is opnieuw uitgebracht. Goed nieuws, want je kunt Spel en tijdverdrijf gerust Salters meesterwerk noemen.
Een Amerikaanse fotograaf trekt zich terug in het Franse stadje Autun, waar hij het buitenhuis van rijke Parijse vrienden betrekt. Hij krijgt een logé: een kennis van die vrienden, een jongeman genaamd Philip Dean. Knap, rijk, zoon van een toneelcriticus, dropout van het prestigieuze Yale.
De fotograaf is door deze Dean geïmponeerd, en hij is niet de enige. Al snel heeft Dean een Franse schone aan de haak geslagen, Anne-Marie Costallat. Het liefdespaar maakt vele autotochten door de omgeving, ze verblijven in hotels, ze eten, ze vrijen.
Aan dat vrijen dankt Spel en tijdverdrijf zijn reputatie, want zelden schreef iemand zo schitterend en fijnzinnig over seks als Salter in dit boek. Belangrijker is wat al die seks vertegenwoordigt: hier zijn twee mensen, een rijkeluiszoontje en een eenvoudig meisje, die elkaar weinig te melden hebben, maar die elkaar vinden in bed. Het seksuele is hun natuurlijke toestand. In flarden geeft Salter wat van de achtergronden van zijn liefdespaar weer, maar niets kan werkelijk verklaren waarom deze twee onderbuiken zich onweerstaanbaar tot elkaar aangetrokken voelen.
Dat mysterie wordt nog versterkt door de constructie van de roman: niet Dean of Anne-Marie vertelt het verhaal, maar de naamloze fotograaf die hun verhouding van een afstandje beschouwt. Het meeste wat hij over het tweetal te melden heeft, spruit voort uit zijn fantasie, zo geeft hij eerlijk toe: 'Niets van dit alles is waar. Ik zei Autun, maar het had makkelijk Auxerre kunnen zijn.'
Verzonnen of niet, de positie van de fotograaf voegt aan het verhaal een voyeuristische dimensie toe die de intensiteit van de erotische scènes flink verhevigt.
Doorgeefluik
Wie is die fotograaf eigenlijk? Als lezer kom je weinig over hem te weten. Salter heeft er zelf ooit in een interview over gezegd dat zijn verteller slechts als doorgeefluik fungeert tussen het verhaal en de lezer, en ergens klopt dat wel. De constructie van Spel en tijdverdrijf doet dan ook denken aan The Great Gatsby en On the Road: beide romans waarin een nogal kleurloze figuur de avonturen beschrijft van een bewonderde andere man en aldus een soort evangelie verkondigt.
Toch heb ik de indruk dat Salters verteller minder kleurloos is dan over het algemeen wordt aangenomen, maar de aanwijzingen daarvoor zitten in subtiele details. Zo schrijft hij ergens dat hij wakker wordt om '0545', door de vertaalster klakkeloos omgevormd tot '05.45'. Het is maar één punt verschil, en toch is die eerste weergave de militaire notatie en de tweede de gangbare. Je zou eruit kunnen opmaken dat de verteller bij het leger gezeten heeft of, net als Salter zelf, bij de luchtmacht.
Dat zou ook verklaren waarom zo veel van zijn observaties zo'n morbide karakter hebben. Zijn oog valt op littekens, op valse tanden, op koppen van geslachte dieren.
Oude vertaling
De enige keer dat de grotere wereld van begin jaren 60 het verhaal binnendringt, is als het over de Frans-Algerijnse oorlog gaat: 'De moordenaars zijn nog bijna kinderen. Ze zijn doodziek van wat ze gedaan hebben. Ze zitten op de stoeprand te huilen.'
Het zou een reden kunnen zijn waarom de verteller, inmiddels fotograaf, zich heeft teruggetrokken in dat verstilde provinciestadje: hij heeft zélf een oorlogsverleden en is er ziek van. Zijn obsessieve seksuele fantasieën dienen als remedie, maar tevergeefs: 'De korsten van de werkelijkheid worden eraf gepulkt en eronder, hoewel ik mijn best doe ze niet te zien, liggen visioenen die me doen beven.'
Ook hier blijft het mysterie in stand.
Het enige jammere aan deze nieuwe uitgave is dat De Bezige Bij voor een oude vertaling heeft gekozen die barst van de fouten en die vooral literaire elegantie ontbeert.
Neem alleen al die schitterende, hypnotiserende openingsregels van het boek: 'September. It seems these luminous days will never end.' Dat wordt: 'September. Het lijkt alsof er nooit een einde zal komen aan deze stralende dagen.' Dat ziet er op het eerste oog adequaat uit, maar bij Salter zijn die stralende dagen het onderwerp van de zin, in de vertaling niet. Dat zwakt ze af, en dat is bij een zo actieve, intense stilist als Salter een doodzonde.
James Salter, Spel en tijdverdrijf, De Bezige Bij, 223 p., 18,90 euro. Vertaald door Else Hoog