Jan Fabre
Samenwerking stoppen of onderzoek afwachten? Cultuurwereld reageert verdeeld op onthullingen over Fabre
Het parket opent een onderzoek tegen Jan Fabre na de beschuldigingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. De cultuurwereld reageert verdeeld. Een theatermaakster wil alvast haar stuk niet meer opvoeren bij Troubleyn, het gezelschap van Fabre.
"Gelet op wat er in de brief staat, is dat voldoende om de zaak ernstig te nemen en dit te onderzoeken." Een klacht kreeg het parket van het Antwerpse arbeidsauditoraat niet, maar na het lezen van de open brief besloot men er toch een onderzoek te starten naar wat er gebeurd is. "Dit onderzoek zal dan moeten uitwijzen of er inderdaad sprake is van geweld, pesterijen en ongewild seksueel gedrag, en wie daarvoor verantwoordelijk is", zegt Pieter Wyckaert, woordvoerder van het Antwerpse arbeidsauditoraat.
Fabre reageerde via een communicatiebureau nogmaals op de aantijgingen. Daarin zegt hij onder meer dat hij en Troubleyn zullen meewerken aan een onderzoek dat minister van Cultuur Sven Gatz (Open Vld) aankondigde. Volgens Fabre staat de open brief "vol met insinuaties waar alles op één hoop wordt gegooid. Het doet pijn om een heleboel onwaarheden te lezen." Hij voegt er ook aan toe dat het nooit zijn "bedoeling is geweest om mensen psychologisch of seksueel te intimideren of te kwetsen".
Sereen onderzoek
Binnen de cultuurwereld reageren de meesten afwachtend op de open brief, als ze al willen reageren. De opvallendste reactie komt van regisseur Hannah De Meyer, die de première van haar voorstelling New Skin niet wil laten plaatsvinden bij Troubleyn. Ze doet dit uit solidariteit met de ondertekenaars van de open brief.
Het Toneelhuis in Antwerpen heeft in november en december twee voorstellingen van Fabre op de agenda staan. Maar het is nog te vroeg om te weten of de beschuldigingen dat zullen veranderen, luidt het bij Het Toneelhuis. Artistiek directeur Guy Cassiers zegt de brief wel serieus te nemen. "De beschuldigingen moeten worden onderzocht. Ik pleit ervoor dat dat in een zo sereen mogelijk klimaat gebeurt en via de daartoe geëigende instanties. We wachten de resultaten van het onderzoek af voor we hier verdere uitspraken over doen."
Jeroen Olyslaegers, die met Jan Fabre samenwerkte, zegt op Facebook nog steeds het artistieke proces van Fabre te kunnen verdedigen zonder zijn geweten geweld aan te doen. "Ik heb Jan op dat vlak geen onderscheid zien maken tussen vrouwelijke of mannelijke performers." Over de beschuldigingen van misbruik is hij voorzichtig. "Het is onmogelijk om me daar over uit te spreken en ik vrees dat dit onmogelijk zal blijven, tenzij er bewijzen op tafel komen van schuld of onschuld." Het belangrijkste nu is volgens hem om goed naar de getuigenissen te luisteren.
Choreograaf Jan Martens schaart zich achter de ondertekenaars van de brief en zegt dat de praktijken van Fabre niets te maken hebben met de vrijheid van kunst. "Er is geen grijze zone. Veeleisend zijn is niet hetzelfde als machtsmisbruik en manipulatie." Ook Hans Van Nuffel, de regisseur van Adem, zegt op Facebook blij te zijn dat de brief er kwam. "Wat velen al lang wisten, maar niemand hardop durfde zeggen. Wat mij persoonlijk tegen de borst stootte destijds, was dat Troubleyn veel van hun dansers bewust op zo'n manier inschreef dat ze hun artiestenstatuut net niet konden halen, waardoor ze ook financieel afhankelijk bleven van het gezelschap. Trouwens, ook nu valt op dat de ondertekenaars die niet anoniem getuigen, Fabres invloedssfeer al lang onttrokken zijn. Macht is een vies beestje."
Impact
Of de beschuldigingen ook impact zullen hebben op de voorstellingen van Troubleyn en Fabre, en de beeldende kunst van die laatste, is moeilijk in te schatten. Galerieën waar werk van Fabre te bekijken of te koop is, willen niet reageren.
In het buitenland lijkt het nieuws over Jan Fabre traag door te sijpelen. De Nederlandse media hadden het namen het al snel over, maar in bijvoorbeeld Frankrijk en Duitsland was men nog niet op de hoogte. "We wisten er nog niets van", valt te horen bij Galerie Klüser in München, dat werken van Fabre verkoopt. "Maar misschien zullen we dit wel met hem moeten bespreken."
Of alle buitenlandse voorstellingen nog kunnen doorgaan, is koffiedik kijken. In het Parijse Théâtre de la Bastille, waar in januari verschillende opvoeringen van Fabres werk geprogrammeerd staan, zit men volgende week samen om dit te bespreken. De Stadsschouwburg Amsterdam heeft in november een gespreksavond met Fabre. "We zijn geschrokken van het nieuws", luidt het daar. "Maar we willen nu even tijd nemen om in alle rust te kijken wat de gevolgen zijn."