Rubenshuis krijgt twee verloren gewaande Van Dijcks in bruikleen
Het Rubenshuis, het museum in de voormalige woonst van Peter Paul Rubens in Antwerpen, heeft enkele nieuwe aanwinsten gepresenteerd die het langdurig in bruikleen krijgt. De pronkstukken zijn twee verloren gewaande werken van Rubens' beste leerling Antoon Van Dijck.
Langdurige bruikleen is volgens het museum de enige manier om dezer dagen nog nieuwe topwerken te kunnen tonen. "Een actief aankoopbeleid is door de hoge prijzen onbetaalbaar geworden", bevestigt Antwerps schepen voor Cultuur en Toerisme Philip Heylen (CD&V). "Maar het Rubenshuis is stilaan een huis van vertrouwen geworden voor verzamelaars om er stukken in goede omstandigheden en op een toegankelijke manier lange tijd tentoon te stellen."
De twee Van Dijcks die het Rubenshuis op de kop heeft getikt zijn portretten van respectievelijk bisschop Jan van Malderen en de jonge prins Willem II van Oranje. Dat laatste schilderde Van Dijck net voor hij definitief naar Engeland verhuisde en is het verloren gewaande origineel van een al bekend werk.
De collectie wordt verder ook aangevuld met drie werken waar de grootmeester zelf een hand in had. Een ervan, "Vechtende boeren", is een werk dat Rubens baseerde op een intussen verdwenen schilderij van Pieter Bruegel, die hij erg bewonderde. Daarnaast zijn er twee stillevens, een van Alexander Adriaenssen (een buurman van Rubens) en een tot op heden volstrekt onbekend doek van Frans Snijders, en 'Apenfeest' van Jan Brueghel, in een typisch Antwerps schildergenre waarin apen in een menselijke rol worden geduwd.
undefined