FilmrecensieRespect
‘Respect’ trapt in dezelfde val van voorspelbaarheid als talloze andere muziekbiopics ★★☆☆☆
Hoe grensverleggend het muzikale onderwerp ook mag zijn, de doorsnee muziekbiopic volgt trouw een strak afgelijnde formule. Ook Respect, de nieuwe film over Aretha Franklin, is opgebouwd volgens een aantal sleutelscènes die je in tal van genregenoten tegenkomt.
Het is midden in de nacht. Aretha Franklin (Jennifer Hudson) zit achter de piano. Ze maakt haar twee zussen wakker, om te komen luisteren. Waarna ze een nieuw arrangement van Otis Reddings ‘Respect’ zingt, de titel spellend: ‘R-E-S-P-E-C-T!’. De schrijfsessie wordt bruut afgebroken door Franklins echtgenoot, Ted White (Marlon Wayans), die niet zo veel eerder in de film de beroemde zangeres een blauw oog bezorgde. Kort nadien volgt een montagesequentie waarin ‘Respect’ eerst in de studio wordt gespeeld, en dan in de New Yorkse Madison Square Garden – een sequens die symboliseert hoe Franklin nieuwe hoogtepunten bereikt als ze zich onttrekt aan het juk van de egoïstische mannen in haar leven.
Het is een sleutelscène in Respect, de nieuwe Aretha Franklin-biopic die Liesl Tommy regisseerde. Tommy volgt daarbij een aloude formule. Een bijna identiek opgebouwde scène zit ook in de Johnny Cash-biopic Walk the Line (2005): Cash (Joaquin Phoenix) wordt door June Carter (Reese Witherspoon) berispt dat hij zijn familie verwaarloost. Waarna Cash ‘I Walk the Line’ opneemt en we een idyllische familiemontage te zien krijgen.
Zelfs de alternatievere film Control (2007), over Joy Division-zanger Ian Curtis, grijpt terug naar hetzelfde recept. Curtis (Sam Riley) is getuige van een epilepsieaanval, neemt pen en papier en begint ‘She’s Lost Control’ te schrijven. Waarna we te zien krijgen hoe de song wordt opgenomen, en live wordt gebracht – en Curtis zijn kenmerkende, epileptische dansje bovenhaalt.
Respect, Walk the Line, Control: drie films die hun titel ontlenen een klassieke song van de artiest die ze portretteren, en de ontstaansgeschiedenis van die song op bijna dezelfde manier naar beeld vertalen. Evenveel keren is de titel licht ironisch: Aretha Franklins leven wordt lange tijd getekend door een gebrek aan respect, eerst van haar vader (Forest Whitaker) en dan van haar man; Johnny Cash waggelde van gebroken huwelijken naar drugsverslavingen vooraleer rechtlijnigheid te vinden; en Ian Curtis slaagde er nooit in de controle over zijn te korte leven te herwinnen.
Aretha Franklin, Johnny Cash en Ian Curtis waren, elk op hun eigen manier, grensverleggende artiesten. Toch wordt hun levensverhaal, zeker in het geval van de eerste twee, op het grote doek verteld volgens een vaste formule. Alsof de regisseurs er niet in slagen om hun onderwerp te volgen en van de platgetreden paden af te wijken. Vooral Walk the Line geldt als een blauwdruk, zelfs in die mate dat Walk Hard: The Dewey Cox Story twee jaar later het genre parodieerde.
In Walk Hard heeft de fictieve rock-’n-rollster Dewey Cox (John C. Reilly) een ruzie met zijn vrouw, waarin hij de weg naar de top omschrijft als “a long, hard walk… but I will walk hard”, waarna hij veelbetekenend omhoog kijkt, en zo de traditionele ‘titelsongscène’ persifleert.
Walk Hard begint bovendien met een scène waarin Cox voor een optreden in de coulissen in gedachten verzonken lijkt, waarbij een van zijn bandleden opmerkt: “Dewey Cox moet over zijn hele leven nadenken voor hij begint te spelen” – een sarcastische knipoog naar de openingsscène van Walk the Line, waarin Johnny Cash voor zijn legendarische optreden in Folsom Prison terugdenkt aan zijn jeugd. Met een wel érg gelijkaardige scène begon twee jaar geleden de Freddie Mercury-biopic Bohemian Rhapsody, zij het dan zonder de ironie, wat leidde tot een dieptepunt in het genre van de muzikale biopic.
Wikipedia-feiten
Respect doet een betere poging, maar ontsnapt niet – of wil niet ontsnappen – aan het keurslijf waarin ook Walk the Line of de Ray Charles-film Ray (2004) vastzaten: een rechtlijnig levensverhaal, waarin niets toevallig gebeurt en werkelijk alles betekenis heeft. Waarin het bijna goddelijke genie zich onttrekt aan een moeilijke jeugd en, na de obligatoire tegenslag of twee, een succesvolle carrière lanceert. Waarna de tol van de roem eisen begint te stellen in de vorm van persoonlijke problemen en drugs- en alcoholverslavingen. Uiteindelijk volgt alsnog geluk en verlossing. Of, in de woorden van Aretha Franklin: “Amazing grace / How sweet the sound / That saved a wretch like me”.
Dat het ook radicaal anders kan, bewees Todd Haynes in 2007. Voor de Bob Dylan-film I’m Not There gooide hij het concept rechtlijnigheid overboord: hij liet Dylan vertolken door zes verschillende acteurs – onder wie Richard Gere, Heath Ledger en zelfs Cate Blanchett – die elk een verschillend aspect van de legende Bob Dylan tot leven brengen. Voor simpele Wikipedia-feiten moet je elders zijn, maar I’m Not There is een betere, meer gedurfde en vooral meer inzichtrijke film dan Respect, Bohemian Rhapsody of Walk the Line.
De vraag is in welke mate je als filmbiograaf trouw moet blijven aan de feiten waaruit een levensverhaal is opgebouwd, en of je als regisseur voor een meer eigenzinnige en subjectieve vertelling kunt kiezen. Het lijkt logisch dat Tommy inzoomt op Franklins moeilijke relatie met haar tirannieke vader en later met haar gewelddadige echtgenoot. Maar de wel erg brave, voorspelbare manier waarop Respect het levensverhaal van Aretha Franklin in beeld brengt, doet weinig eer aan de baanbrekende erfenis van de Queen of Soul.
Respect (★★☆☆☆) speelt nu in de bioscoop.