InterviewDaniels
Regisseursduo Daniels koestert de chaos in multiversumfilm ‘Everything Everywhere All at Once’
Everything Everywhere All at Once: het is een hele mond vol, maar de kans dat u de titel allang vanbuiten kent, is reëel. Deze geflipte film is een fenomeen, op het internet en in de bioscoop. Een gesprek met het duobrein achter de waanzin.
Al vier maanden lang is Everything Everywhere All at Once overal op het internet. Meteen na de wereldpremière op het Amerikaanse SXSW-festival werd deze prettig gestoorde kruising tussen scifi en gezinsdrama de hemel in getweet. De film, over een Chinees-Amerikaanse wassalonuitbaatster die verschillende dimensies doorkruist om de band met haar ongelukkige dochter te herstellen, werd geroemd als de beste multiversumfilm van 2022, met een straatlengte voorsprong op Doctor Strange in the Multiverse of Madness. Met een wereldwijde opbrengst van 93 miljoen dollar deed Everything Everywhere All at Once het bovendien uitzonderlijk goed aan de kassa – of toch voor een indiefilm van “nauwelijks” 25 miljoen dollar, waarin mensen met hotdogvingers niet eens het meest geflipte idee vormen.
Komt de hype zomaar vanuit het niets? Niet helemaal. De mannen achter de film zijn immers geen onbekenden: Daniel Kwan en Daniel Scheinert vormen al jaren een gevierd creatief duo onder de naam Daniels. Hun meest virale verwezenlijking dateert uit 2014: de videoclip die ze regisseerden bij DJ Snake en Lil Jons luidruchtige trap-hit ‘Turn Down for What’, waarin enkele mensen bevangen raken door een dansvirus dat zelfs penissen en borsten autonoom op de beat doet bouncen, werd op YouTube meer dan een miljard keer bekeken. In 2016 maakten Daniels de overstap naar de bioscoop met Swiss Army Man, een film die druk becommentarieerd werd vanwege zijn compleet van de pot gerukte plot: op een onbewoond eiland raakt een man bevriend met een prottend lijk, gespeeld door Daniel Radcliffe. Dat ook Everything Everywhere All at Once over de tongen zou gaan, viel dus te verwachten.
Regels breken
Een videogesprek met de twee heren is exact zoals de titel van hun film doet vermoeden. “Het maakt weinig uit aan wie van ons twee je een vraag stelt, we praten meestal toch gewoon door mekaar”, waarschuwt Scheinert. Daniels koesteren de chaos, zowel in hun gesprekken als in hun werk. “We hebben alle boeken over scenarioschrijven gelezen, maar die regels wilden we nu stuk voor stuk breken”, zegt Kwan. “We hadden zin om tien genres samen te gooien in één film. Dat bracht ons bij het concept van het multiversum, en hebben we tot het uiterste gedreven: wat als je te veel van het ene naar het andere universum springt?”
Op Twitter linkte Kwan het verhaal van de film al aan zijn ADHD, maar Everything Everywhere All at Once is volgens Daniels ook een spiegel van het internettijdperk, waar iedereen voortdurend van de ene wereld naar de andere surft. Scheinert: “Het internet brengt ons in contact met een absurd aantal plekken, ideeën en standpunten. Dat kan erg verwarrend zijn.” Daarom speelt de film ook met de generatiekloof tussen boomers en millennials, vult Kwan aan: “Er is altijd een kloof tussen ouders en hun kinderen, maar het internet heeft die exponentieel vergroot. Onze ouders kunnen ons niet helemaal begrijpen, omdat zij in hun jeugd niet blootgesteld zijn aan al de uitzinnige internetshit waar wij wel mee te maken kregen.”
Aan dat generatieverhaal voegde Kwan nog een heel persoonlijke dimensie toe: “Het idee van een multiversum sloot ook aan bij de levensloop van mijn ouders, die uit Taiwan en Hongkong naar de VS migreerden. Het multiversum werpt de vraag op: ‘Wat als?’ En dat is precies de vraag die het verhaal van iedere migrant beschrijft. Hoe zou hun leven eruit hebben gezien als ze in hun thuisland gebleven waren, of andere keuzes hadden gemaakt?”
Concurreren met blockbusters
Met deze film plegen Daniels kijkersbedrog in de meest positieve zin van het woord: ze lokken de nietsvermoedende bioscoopganger met Marvel-achtig spektakel, om hem vervolgens absurde humor en een intiem verhaal over connectie en identiteit voor te schotelen. “Er zijn aspecten van het superheldengenre die we leuk vinden”, zegt Scheinert, “maar ook veel zaken waar we niet van houden. Wij wilden geen film maken met bekende personages die een grote ingebouwde fanbase met zich meebrengen, maar net een heel specifiek, persoonlijk verhaal vertellen.” Kwan, gelijktijdig: “We wilden een intieme indiefilm maken, die toch zou kunnen concurreren met de grote blockbusters in de bioscoop. Daarom hebben we een film bedacht waarin evenveel actie en fun zit als in een superheldenfilm, maar die toch iets te vertellen heeft.”
Of het dan niet lichtjes ironisch is dat uitgerekend de Russo Brothers, die Marvel-molochen als Avengers: Endgame regisseerden, op de aftiteling van Everything Everywhere All at Once vermeld staan als producenten? Scheinert gniffelt: “Ik snap wat je bedoelt. Maar eerlijk gezegd: de Russo’s waren maar een klein beetje betrokken bij onze film. Wat ons vooral in hen interesseerde, is dat zij vroeger scrappy tv-series als Community en Arrested Development maakten, maar later ook op dat hele grote Marvel-canvas hebben gewerkt. Dat maakte hen een zeer nuttig klankbord voor ons.”
En wat als... Marvel na het succes van deze film bij Daniels komt aankloppen met de vraag om hun volgende superheldenfilm te regisseren? “Als we final cut en een grote zak geld krijgen, een uitgesproken politieke film mogen maken, én de klimaatverandering mogen oplossen, dan doen we het direct”, lacht Scheinert veelzeggend.
Everything Everywhere All at Once speelt vanaf 20 juli in de bioscoop.